Hoewel ze onvermijdelijk is, hebben we de dood weggestopt, willen we haar uitbannen, stelt psychiater Dirk De Wachter. 'Rouw mag niet te lang duren, het mag niet storen. We zouden het lijden niet uit de weg moeten gaan, want het zijn de moeilijke momenten die leerrijk zijn. De dood leert ons over mensen, over de wereld om ons heen. Het is een moment van verbinding.' Een gesprek over dood en rouw.

Komt de dood veel terug in uw werk?
'Momenteel geef ik een cursus aan studenten fysiotherapie. Omgaan met tekort en verdriet, heet die opleiding. Fysiotherapeuten hebben veel te maken met mensen met een handicap, die langdurig behandeld moeten worden, lang moeten revalideren. Ze hebben te maken met verlies. Ik geef lessen over rouwverwerking en er zijn patiƫnten die getuigenissen geven, zoals een dame die in een elektrische rolstoel zit met een ernstige vorm van MS. Zij vertelde hoe ingewikkeld haar leven is, maar dat ze toch ook wel gelukkig is.'

'Het is goed dat studenten met die verhalen in contact komen. Want breder beschouwd passen verlies en rouw niet in onze leukigheidscultuur. Er is weinig ruimte voor de dood. Ze wordt buiten gehouden, gemedicaliseerd, clean gehouden, weggehouden van de wereld van de succesvolle, dynamische mens. We weten niet zo goed meer hoe we ermee om moeten gaan. Er heerst een emo-cultuur. Als iemand sterft, wordt dat breed en theatraal uitgemeten op social media. Tijdens de uitvaart passeren de vreugdevolle momenten die het mensenleven gekend heeft. Dat vind ik heel bijzonder: tijdens zo'n uitvaart wordt het mensenleven teruggebracht tot een vrolijke aaneenrijging van successen.'

De dood is een viering van het leven geworden?
'Tijdens de kerkelijke diensten van twee generaties geleden kwam het menselijk leven slechts aan de randen aan de orde. De mens was niet meer dan een nietig stofje in de kosmos. Natuurlijk werd benoemd wie de overledene was geweest, maar verder was het ritueel voor iedereen hetzelfde. In de dood waren we opnieuw gelijk. Er werd gebeden, het lichaam werd teruggegeven aan de aarde. Dat is niet meer. Met het verdwijnen van het religieuze, verdween de dood als een bevrijding, als een opname in de eeuwigheid. Nu gaat het over het leven van dit ene, unieke mens. Het menselijk leven wordt teruggebracht tot een klein eenmansbedrijfje voor het maken van geluk en vrolijkheid. Ik overdrijf wat, maar ik heb af en toe wel het gevoel dat we de dood een beetje ontkennen, ook tijdens uitvaarten. Het leven wordt nog eens teruggehaald, in al zijn vrolijkheid. Er zijn tranen, er zijn bloemen en dan gaat de hele boel weer verder.'

Dat was vroeger dus anders?
'Vroeger waren er regels, heel duidelijke rituelen. Er werd voorgeschreven hoe lang je zwart moest dragen, na het overlijden van een familielid. Ik weet niet of dat beter was, misschien werd het leven toen wel te veel beheerst door de dood. Maar we moeten er over nadenken, wat doen we toch met die dood? Want ze is onvermijdelijk. Als we een ding met zekerheid weten, is dat we allemaal sterven.'

Nadenken over nieuwe rituelen, bedoelt u dan?
'Ik denk dat de mens een zin-zoekend wezen is en nood heeft aan rituelen. Ik zie ook hoe mensen in een seculiere wereld op zoek gaan naar rituelen. Ik zie mooie dingen ontstaan, bij niet-religieuze begrafenissen, maar je moet het altijd zelf doen en niet iedereen kan dat. Vorig jaar was ik op de begrafenis van een vriend, een kunstschilder. Dat was een hele mooie dienst, omdat er allemaal kunstenaars, muzikanten en dichters hun beste beentje voorzetten. Maar niet iedereen is kunstenaar. Wat is er voor de gewone mens als ze niet kan terugvallen op de universele vaste rituelen? Binnen de religieuze rites was er iets dat voor iedereen hetzelfde was. Arm of rijk, er was eenzelfde kader. Dat is niet meer. Het basisritueel is weggevallen.'

'Daarbij lijkt het alsof de dood gecommercialiseerd is geraakt; de ene begrafenis nog exclusiever dan de andere. In mijn beleving, maar dat kan ook mijn achtergrond zijn, was de uitvaart een sobere aangelegenheid. In een kerk of in een zaal van de parochie die daarvoor bestemd was, met na afloop een kop koffie en een pistolet, een broodje. Niet met wijnen, niet in een kasteel waar we een week eerder nog een huwelijk vierden. Ik wil niet kritisch zijn naar mensen die met hart en ziel zo'n afscheid organiseren. Mijn kritiek gaat nooit over individuen, maar over maatschappelijke trends. Als ook een uitvaart een commerciƫle boel wordt, kun je daar vraagtekens bij zetten.'

Het lijkt er ook op dat we niet zo goed weten wat we met de rouw van anderen aan moeten.
'Het mag niet te lang duren. Het mag niet storen. De verdrietige mens zoeken we in het begin nog wel even op, daarna willen we door. Ik denk dat we dat lijden niet uit de weg moeten gaan, het is onvermijdelijk deel van het leven. We moeten het verdriet doorleven, meemaken, voelen. We kunnen de dood als gespreksonderwerp niet mijden. Het gaat om verbinding, met elkaar spreken, durven vragen hoe het echt gaat. Dan zul je merken dat dit hele verbindende gespreksonderwerpen zijn, dit soort lastige zaken.'

Op verdriet en verlies kun je je niet voorbereiden

'Het brengt mensen wezenlijker en fundamenteler bij elkaar dan alleen maar plezantigheid. Ik zeg niet dat we geen feestje mogen bouwen, maar juist iemand zien die twee weken geleden een vriend of familielid is kwijtgeraakt, is betekenisgevend, zingevend. En later opnieuw, want de rouw om een overledene zal nooit helemaal weggaan. Vooral in die moeilijke momenten, de dood is daar een voorbeeld van, komt de vervulling op de voorgrond. Iets betekenen voor iemand in nood is heel wezenlijk. Dat zijn momenten die je niet vergeet, weet ik ook uit eigen ervaring.'