Om te kijken hoe goed hun planningsvaardigheden waren, deden ze een taakje waarbij ze ringen van verschillende grootte van de ene staaf op de andere staaf moesten krijgen. De volgorde waarin de ringen op de tweede staaf terecht moesten komen, was op een foto afgebeeld. Doel was om de ringen in zo min mogelijk stappen in deze nieuwe volgorde te krijgen. Hiervoor is het belangrijk om van tevoren goed te bedenken welke ring je op welk moment verplaatst.
Daarnaast deden ze een taakje waarbij ze verschillende woorden en zinnen hoorden en deze vervolgens zo precies mogelijk moesten herhalen. Hiermee werd gekeken hoe sterk hun werkgeheugen was.
Wat bleek? De onderzoekers vonden dat kinderen uit gezinnen met een laag inkomen minder goed scoorden op deze taken. Als op latere leeftijd van het kind het inkomen van ouders nog verder daalt, zorgt dit er zelfs voor dat deze functies nog verder verslechteren.
Juist functies als plannen en geheugen zijn relevant voor veel taken die kinderen op school moeten uitvoeren. Deze lagere scores lijken dan ook samen te hangen met leerachterstanden van kinderen uit gezinnen van ouders met een (zeer) laag inkomen of schulden.
De onderzoekers ontdekten ook dat de planningsvaardigheden en het werkgeheugen van deze kinderen kunnen verbeteren op het moment dat het inkomen van de ouders weer stijgt. Daarnaast is interessant dat de kwaliteit van de thuisomgeving tijdens de eerste levensjaren een belangrijke factor is die verzachtend kan werken in dit verband.
Op het moment dat kinderen ondanks een laag inkomen van ouders of zelfs schulden, toch een fijne omgeving thuis hebben, is er minder kans dat hun planningsvaardigheden en werkgeheugen negatief beïnvloed worden. Het is daarom extra cynisch dat schuldenproblematiek er vaak juist voor zorgt dat gezinnen, zoals dat van Ramona en Ron, hun huis kwijtraken.