Veertig jaar geleden marcheerden vrouwen (en een handvol mannen) door de binnensteden onder katoenen spandoeken met daarop "Baas in eigen buik": zelfbeschikking als mensenrecht. Die strijd is in Nederland gewonnen. Maar er is een nieuwe op komst: "Baas in eigen brein". Komt de dag dat we daarvoor de straat op moeten?

Vooral commerciële aandachtstrekkers branden met steeds geraffineerdere trucs hun boodschap in onze hersenen. De miljarden die in de reclamewereld omgaan geven aan wat jouw aandacht waard is. (Een kennis van mij gebruikt MRI-scanners om reclame te 'optimaliseren' – het bedrijf loopt als een trein.) Spotify hangt er zelfs een prijskaartje aan: voor een paar euro per maand is je koptelefoon weer reclamevrij.

In de strijd tegen professionele afleiders delf je vroeg of laat het onderspit. Wij zijn feilbare wezens; binnen een mum van tijd plakken onze pupillen ongevraagd vast aan een of andere video.

Die inbreuk in onze hersenen vraagt om verzet. Én omdat ik niet onbewust gemanipuleerd wil worden én omdat ik rust tussen mijn oren koester. Ik heb gewoonweg geen zin dat anderen zich ongevraagd of met winstoogmerk in mijn brein wurmen. Onze aandacht is van onszelf, en als wij te zwak zijn om die te beschermen, is de overheid aan zet als beschermheer van breinrust.

Moet professionele aandachtstrekkerij verboden worden? Erg zou ik het niet vinden; toch gaat het mij te ver. Zolang je kan kiezen voor blootstelling aan reclame of niet – bijvoorbeeld met een Spotify abonnement – gaat de vrijheid van meningsuiting voor.

Maar waar je die keuze niet hebt – in de publieke ruimte of als je bent aangewezen op openbaar vervoer – moet de lat voor aandachtstrekkers hoog liggen. Levensgrote videoschermen aan de bushalte of op het perron gaan mij in ieder geval te ver. Als die kolonisatie van de open ruimte door reclameprofessionals doorzet in het huidige tempo, wordt het misschien inderdaad tijd voor die demonstratie: "baas in eigen brein".

In dit filmpje zie je hoe neuromarketing geavanceerde apparatuur gebruikt om in het brein te meten wat we afstotelijk en begeerlijk vinden, om onze koopbeslissingen nog verder te beïnvloeden door reclame effectiever te maken.