Hij stamt alweer uit 1991, het befaamde spotje van Postbus 51. Sindsdien is 'een beter milieu begint bij jezelf' het dominante duurzaamheidsadagium. Inmiddels zijn we meer dan 25 jaar verder en luidt de conclusie dat dit individuele en consumentistische perspectief grote beperkingen heeft. Er is meer nodig. Grote problemen vragen om grote (politieke) bewegingen.

Tuurlijk: een individu kan zijn beste beentje voorzetten. Dat wil zeggen: minder tot geen vlees eten, met de trein in plaats van het vliegtuig, een groene energieleverancier nemen, de juiste bank kiezen, afval scheiden en ga zo maar door. Dat is zeker een belangrijke bijdrage. Maar het is maar de helft van het verhaal.

In zijn boek De grote vlucht inwaarts (2016) betoogt filosoof Thijs Lijster terecht dat de individualistische kijk op wereldverbetering haar eigen doel in de weg staat. Grote structurele maatschappelijke problemen, zoals de milieucrisis, kunnen uiteindelijk alleen collectief worden aangepakt. Te veel nadruk leggen op individuele verantwoordelijkheid weerhoudt ons er tevens van om op systeemniveau te kijken en handelen.

Tekst loopt door onder de video.

Postbus 51 spotje: een beter milieu begint bij jezelf (1991).

Lijster haalt de Duitse filosoof Theodor Adorno aan die ooit de beruchte uitspraak deed 'Es gibt kein richtiges Leben im Falschen' (een juist leven is niet mogelijk in een verkeerde wereld). Dat klinkt wellicht wat dramatisch, maar er zit natuurlijk wel een pijnlijke kern van waarheid in. Zeker als het gaat om ons milieu.

In een rapport uit 2016 over de toekomst van klimaatbeleid concludeert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dat de huidige fysieke en economische structuren mensen 'gevangen houden in onduurzaam gedrag'. Met name stedelijke omgevingen zitten bol van structuren die mensen niet goed in staat stellen om mee te doen met de duurzaamheidstransitie.

Denk aan wijken waar geen goede scheiding van afval mogelijk is, waar 'van het gas af gaan' of zonnepanelen op daken plaatsen zonder serieuze subsidiemogelijkheden simpelweg te duur is, etcetera. Ook staat een individuele consument zwak ten opzichte van grote bedrijven en instellingen. Wie een schip van koers wil laten veranderen heeft veel slagkracht en collectieve organisatie nodig.

Een mooi voorbeeld hiervan is de stad New York. Begin 2018 klaagde de gemeente vijf oliemaatschappijen aan omdat ze hebben bijgedragen aan de opwarming van de aarde (terwijl ze hier al lang van op de hoogte waren). Ook kondigde ze aan de eerste grote Amerikaanse stad te worden die haar pensioenfondsen gaat loskoppelen van fossiele brandstoffen.

Ook in Europa gebeuren er vergelijkbare zaken. Duitsland overweegt serieus om het openbaar vervoer gratis te maken. Aan het eind van vorig jaar werden er in vijf grote Duitse steden experimenten uitgevoerd, om daarmee het autogebruik drastisch te verminderen. Frankrijk heeft inmiddels een wet aangenomen die plastic bekertjes, borden en bestek verbiedt. Vanaf 2020 mag alleen nog biologisch afbreekbaar materiaal worden gebruikt.

Schone lucht in de stad? Meer en goedkoper openbaar vervoer? Milieuzones? Meer groen? Van het gas af? Zonne-energie? Het is zonneklaar. Zonder daadkrachtige en pijnlijke overheidsbesluiten gaan we er niet komen.

Mensen zijn niet alleen consumenten, maar ook burgers. En burgers hebben meer macht dan ze denken. Burgers kunnen op allerlei manieren hun onvrede laten horen en besluitvorming afdwingen. Daar is geen absolute meerderheid voor nodig, maar eerder een kritische massa. Tobias Dander, oud-gemeenteraadslid van Den Haag en expert op het gebied van stadsontwikkeling en duurzaamheid, zegt daar in een artikel over burgerinvloed het volgende over:

'Het gaat in vorming van de publieke opinie niet altijd om absolute meerderheden. Eerder gaat het om kritische mensen die zich durven uit te spreken. Ook vanuit het idee dat veel mensen niet meteen een mening hebben, of zich niet als eerste durven uit te spreken. En dan is het goed dat er mensen zijn die dat wel doen. Op social media, in de kranten, op straat. Daarmee trekken ze anderen mee. Op die manier 'dwingt' een kritische massa besluitvormers om kleur te bekennen. Het feit dat politici maar ook bedrijven steeds minder kunnen rekenen op een vaste achterban van kiezers en consumenten versterkt deze ontwikkeling.'

Vandaag is weer zo'n moment dat de kritische burger van zich kan laten horen. Dan kan de burger mandaat geven aan een groene politiek. Wees niet cynisch, maar stem wijs. Een beter milieu begint bij ons!