Op 4 december 2016 borg een man van achtentwintig jaar twee geweren in zijn auto en maakte vanuit zijn woonplaats in North Carolina een rit van 800 kilometer naar Washington D.C. Hij was op weg naar Comet Ping Pong, een drukbezochte pizzeria die kort voor de presidentsverkiezingen het middelpunt was van een sensationele complottheorie. Op diverse internetfora werd beweerd dat Hillary Clinton en haar campagneleider John Podesta vanuit dit restaurant een netwerk voor kinderprostitutie leidden en dat in de kelder kinderen werden gevangengehouden en mishandeld. Ter bevestiging wezen de complottheoretici op gelekte e-mails van Podesta waarin vaak het woord 'kaaspizza' voorkwam; volgens hen was dit een codewoord voor kinderporno. Kaaspizza? Kinderporno? Die gelijke beginletters moesten toch wel iets betekenen?

Op 21 november publiceerde The New York Times een artikel dat de lugubere beschuldigingen van tafel veegde, maar dat stookte het complottenvuurtje alleen maar op. Volgers van wat algauw Pizzagate werd genoemd, vatten het artikel op als bewijs dat de media onder druk waren gezet om het netwerk voor kinderprostitutie buiten beeld te houden. In een bericht op een van de sociale media werd het artikel regel voor regel geanalyseerd. Met behulp van alle mogelijke redelijk klinkende retoriek trok de anonieme auteur de geloofwaardigheid van het respectabelste dagblad van Amerika in twijfel. Wie zou het bestaan van kinderslavernij durven ontkennen? Had de katholieke kerk pedofilie niet jarenlang verborgen gehouden en priesters tegen rechtsvervolging beschermd? Had de BBC niet geweigerd onderzoek te laten doen naar de populaire Jimmy Savile, ondanks zich steeds hoger opstapelende bewijzen dat hij honderden kinderen had misbruikt?

Wie langer dan een uur naar dit soort websites kijkt, vervalt waarschijnlijk tot wanhoop. Veel ervan maken in eerste instantie een serieuze indruk. Ze citeren onderzoekers en deskundigen, analyseren foto's en plaatsen hartverscheurende interviews met knappe meisjes die naar eigen zeggen door hun oma als seksslavinnen zijn verkocht. De websites geven zelfs blijk van scepsis over hun eigen inhoud: 'Ik weet dat het krankzinnig klinkt, maar hoe meer ik me erin verdiepte, des te doorzichtiger werd het.' Op zulke sites kunnen argumenten zo'n overtuigende indruk maken dat het ons nauwelijks nog verbaast dat Michelle Obama een man is en Barack Obama een homo, en dat ze hun kinderen hebben geadopteerd.

Met het oog op de wilde theorieën die online circuleren, is de opdracht die Edgar Maddison Welch zichzelf gaf naar aanleiding van Pizzagate bijna aandoenlijk: 'Ik wilde persoonlijk nagaan wat er van dit verhaal waar was', bekende hij later. Maar het is wel jammer dat hij daarvoor met een machinegeweer een restaurant moest overvallen. Alles bij elkaar genomen hield hij zich nog behoorlijk in. Hij schoot een paar keer in het wilde weg, en nadat hij erachter was gekomen dat er geen kinderen in het pand waren, gaf hij zich zonder verzet over. Een paar dagen later zei hij in de gevangenis tegen een journalist dat hij spijt had van zijn actie. 'Ik wilde iets goeds doen, maar het ging helemaal verkeerd.' Toen het nieuws bekend werd, vermoedden sommigen dat Welch een acteur was die door de progressieve media werd betaald om de complottheorie ongeloofwaardig te maken. Blijkbaar kan zo'n theorie met vrijwel alles worden bevestigd.

Het incident was een paar maanden later bijna vergeten, maar destijds inspireerde het niemand minder dan paus Franciscus tot een van zijn radicaalste kritische uitspraken. In een interview met het Belgische tijdschrift Tertio zei hij: 'De media moeten bijzonder duidelijk en bijzonder transparant zijn en niet ten prooi vallen – neem me niet kwalijk – aan de ziekte coprofilie, die alleen maar schandaal wil, altijd beschamend nieuws wil verspreiden. En omdat mensen ook geneigd zijn tot de ziekte coprofagie, kan dit tot grote schade leiden.

Wie zou ooit hebben gedacht dat de paus de vakterm voor poep eten kende? Andere stervelingen zouden er het woordenboek op moeten naslaan. Toch was de actie van Welch bij lange na niet het enige reële gevolg van nepnieuws. Dylann Storm Roof, eenentwintig jaar oud, was geobsedeerd door racistische websites. Na daarop te hebben gelezen dat Afro-Amerikanen ieder jaar honderden blanke vrouwen per dag verkrachten, probeerde hij in 2015 een rassenoorlog te ontketenen door het vuur te openen op een bijbelstudiegroep in een kerk, de Emanuel African Methodist Episcopal Church in Charleston. Negen mensen kwamen bij die aanslag om het leven. Hij bleef onverschillig toen hun familieleden aanboden hem te vergeven, weigerde berouw te tonen voor zijn daad en werd ter dood veroordeeld.

Ook al vielen er geen doden bij, toch leidde een ander voorbeeld van nepnieuws eveneens tot zeer grote schade. Donald Trump ging voor het eerst op pad in de politiek door in 2011 een van de speerpunten te worden van de Birther Movement, die ernaar streefde de legitimiteit van Barack Obama te ondermijnen door te beweren dat hij buiten de Verenigde Staten was geboren, zodat zijn presidentschap illegaal was. Ook al was Obama aan het einde van zijn tweede termijn bijna tweemaal zo populair als Donald Trump aan het begin van zijn eerste, toch moedigde de Birther Movement een deel van het land ertoe aan om Obama af te wijzen omdat hij niet Amerikaans en dus niet legitiem zou zijn, en om al het mogelijke te doen om ervoor te zorgen dat hij als president zo weinig mogelijk tot stand zou kunnen brengen. Ook al werd Trump onder druk gezet om tijdens zijn campagne de Birther Movement af te wijzen, toch zoeken veel van zijn kiezers nog ijverig naar bewijsmateriaal om deze te ondersteunen.

Nog ernstiger waren de uitspraken van de regering Bush in 2003 dat Saddam Hoessein over massavernietigingswapens zou beschikken. Zelfs respectabele media maakten er melding van zonder ze te verifiëren. The New York Times verontschuldigde zich later publiekelijk; de verantwoordelijke personen uit de regering van Bush namen die moeite niet. De invasie kostte bijna vijfduizend soldaten van de coalitiemacht het leven, en de laagste schattingen van het aantal burgerdoden aan Irakese zijde bedragen meer dan honderdduizend, ook al is er nog geen definitieve informatie beschikbaar. Andere gevolgen zijn tegenwoordig nog steeds voelbaar. Zou IS zonder de oorlog in Irak even succesvol zijn geweest?

Hoe onmenselijk die oorlog ook was, de gevolgen ervan waren nog angstaanjagender. De onware 'bewijzen' waarvan de regering Bush gebruikmaakte om de invasie te rechtvaardigen, en haar verandering van uitgangspunten toen er geen massavernietigingswapens werden ontdekt, veroorzaakten een diepe scheuring in het maatschappelijke weefsel. Ze hielpen een klimaat te creëren waarin leugens normaal werden, en de daardoor ontstane ondermijning van vertrouwen wordt vervolgens weer misbruikt om nog meer leugens te ondersteunen.

Toen de CIA voor het eerst rapporteerde dat Russische hackers geprobeerd hadden de presidentsverkiezingen van 2016 te beïnvloeden, spotte Trump: 'Dit zijn dezelfde mensen die hebben gezegd dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had.' Sinds hij president is, gebruikt hij het woord 'nepnieuws' voor alles wat hem niet bevalt. Gebruikmaken van terecht wantrouwen in specifieke gevallen, met het doel wantrouwen te wekken over welk serieus onderzoek dan ook, ondermijnt de gedeelde werkelijkheid die een voorwaarde is voor iedere vorm van gemeenschappelijkheid. Veel schrijvers hebben geopperd dat deze strategie met opzet wordt gebruikt: door consequent zulke onmiskenbare leugens te vertellen, probeert de regering iedereen die in verzet zou kunnen komen in verwarring te brengen. Psychotherapeuten noemen deze methode gaslighting. En die is bedoeld je gek te maken.

Al sinds het ontstaan van de politiek hebben politici feiten zo geïnterpreteerd dat die hun opvattingen bevestigen. Maar het team van Trump houdt niet eens de schijn op feiten te interpreteren: de presidentiële adviseur Kellyanne Conway brengt leugens aan de man onder het mom van 'alternatieve feiten'. Zelfs toen 1984 van George Orwell bovenaan de bestsellerlijsten kwam te staan, prezen de aanhangers van Trump diens oprechtheid: 'Hij zegt gewoon waar het op staat' – en dat was nu juist de eigenschap die Hillary Clinton volgens hen miste. Maar zoals de filosoof Adorno schreef, staat een oprechte indruk maken noch met feiten, noch met waarheid in verband. Het is een stijl die geloofwaardigheid uitstraalt, ook al is wát er wordt gezegd volledig verzonnen. Een man die met bestudeerde achteloosheid conventies beschimpt, maakt mogelijk een eerlijke indruk, maar die schijn maakt de verwarring alleen maar groter.

De tekst gaat verder onder de foto.

Een week na de verkiezingen verkoos de Oxford English Dictionary het woord post-truth (post-waarheid) tot woord van het jaar. Het belangrijkste Duitse taalinstituut volgde al snel met het woord postfaktisch (post-feitelijk). Journalisten uit beide landen wezen direct daarna op voorbeelden van opzettelijke verzinsels uit het verleden die ten doel hadden burgers te misleiden. Natuurlijk hadden ze gelijk: dat politici liegen om hun macht te handhaven, is oud nieuws. De leugens die tot de oorlog in Irak hebben geleid, zijn er alleen maar recente voorbeelden van. De meeste lezers van de Pentagon Papers waren ontzet over de mate van Amerikaans bedrog tijdens de oorlog in Vietnam. Veertig jaar later wekte het Downing Street Memo woede, maar toen was de schok al een stuk minder. Nu naderen we het punt waarop ook de woede hierover zou kunnen verdwijnen. Steeds maar woedend blijven is slopend.

Is onze huidige relatie met de waarheid uniek genoeg om voor een aparte benoeming in aanmerking te komen? Het is beslist nieuw dat we in een wereld leven waarin iedereen met een Facebookpagina binnen een paar minuten miljoenen mensen kan bereiken, en alleen al de kolossale hoeveelheid onjuiste informatie op het internet maakt het onderscheid tussen leugen en waarheid tot een project voor de zeer lange termijn. Het internet doet denken aan de nacht van Hegel: daarin zijn alle katten grijs. Een rapport van een vooraanstaande wetenschapper en een rapport van een klimaatontkenner zien er na plaatsing misschien wel even gepolijst uit. Wie heeft nu de tijd om iedere bron te controleren?

Maar het is niet alleen maar een kwestie van kwantiteit: nieuw is de schaamteloze minachting voor de werkelijkheid. Eerdere democratische politici deden hun best hun leugens een vernisje van waarheid te geven. Toen Bill Clinton zei: 'Ik ben niet met die vrouw naar bed geweest', verwees hij naar een traditie die onderscheid maakt tussen fellatio en seksuele gemeenschap. Ook al stelde dit zijn critici allerminst tevreden, toch droeg het ertoe bij dat hij zijn zelfbeeld van tamelijk eerlijke man in stand kon houden – het was duidelijk dat dit belangrijk voor hem was. Trump heeft geen last van een dergelijk respect voor de schone schijn. Zijn onverschilligheid ten aanzien van de waarheid blijkt steeds opnieuw. Er waren dagen waarop hij uitspraken ontkende die hij maar een paar uur tevoren tijdens een live tv-uitzending had gedaan. Enkele dagen nadat hij had gewonnen, na een verkiezingscampagne waarin hij had beloofd een einde te maken aan de corruptie in Washington, begon hij zijn kabinet te bemannen met miljardairs uit de financiële sector en de olie-industrie. Zulk gedrag is letterlijk schaamteloos: zo te zien kent niet alleen zijn narcisme geen grenzen, maar ontbreekt het hem ook volledig aan schaamtegevoelens.

President Donald J. Trump van de Verenigde Staten (foto: EPA, Tannen Maury).

Trumps relatie met de waarheid nam na de verkiezingen een nog onheilspellendere wending toen hij toegaf dat hij de dagelijkse rapportages van de inlichtingendiensten niet bijwoonde. Deze topgeheimen van alle zestien Amerikaanse inlichtingendiensten worden voorgelegd aan beginnende presidenten, zodat ze zich op de hoogte kunnen stellen van gevaren en strategieën die voor gewone burgers ontoegankelijk zijn. Ook al had Trump alle tijd om populaire acteurs te bekritiseren, voor regelmatige rapportage van inlichtingendiensten had hij geen belangstelling. 'Ik ben heus wel slim genoeg', zei hij tegen critici. De machtigste man ter wereld was niet eens benieuwd naar de gevaren waarmee hij mogelijk zou worden geconfronteerd.

Hoe kon hij ooit worden gekozen? Om te beginnen moeten we niet vergeten dat zijn overwinning slechts te danken was aan een bizar systeem, waarin Hillary Clinton bijna drie miljoen stemmen meer kreeg en zij desondanks de verkiezingen verloor. Bovendien bracht bijna de helft van de kiesgerechtigden geen stem uit; zij vonden geen van beide kandidaten aanvaardbaar. Misschien kunnen deze cijfers buitenlanders ervan weerhouden alle respect voor Amerika te verliezen, maar door de cijfers op zichzelf verandert er helemaal niets. George W. Bush kreeg bij de verkiezingen van 2000 500.000 stemmen minder en slaagde er desondanks in een flink vernietigende invloed te hebben op de wereld waaruit hij zich nu heeft teruggetrokken.

Alleen al de absurditeit van de gedachte dat Trump zou kunnen winnen, bleek echter veel beslissender te zijn dan de kiescommissie. Tot op het allerlaatst namen slechts enkelen zijn kandidatuur serieus. Als je een filmscript zou hebben geschreven waarin zo'n domme, inhalige en oneerlijke narcist het Witte Huis haalde, had je er waarschijnlijk moeite mee gehad een producent te vinden. Zelfs als komedie zou dit een grote flop zijn geworden; de markt voor platte anti-Amerikaanse kluchten kent ook zo haar grenzen. Zelfs mensen die door de wol geverfd waren door tirades van een geschifte oom op Thanksgiving Day, zaten met gekromde tenen naar Trump te luisteren. Als je een familielid had die eindeloos bralde over hoe groot alles wel was – zijn torens, zijn publiek en zijn penis – zou je proberen hem bij een psychiater te krijgen.

Hoewel het geen vrije dag was, maar een verkiezingsdag, bleven miljoenen de show volgen, in een duizelingwekkende combinatie van ontzetting en fascinatie. Dat deed ik zelf ook; Trump hield ons in zijn ban door ons de stuipen op het lijf te jagen. Traditionele media verkeerden in opwinding. Satirische politieke commentatoren vonden dat Trump hun werk gemakkelijker maakte, omdat diens gedrag toch al aan satire grensde, zonder dat ze er een karikatuur van hoefden te maken. De kijkcijfers sprongen omhoog en dat bracht in ieder geval één directeur van een belangrijke televisiezender in verrukking. 'Misschien is dit niet goed voor Amerika, maar het is verdomd goed voor CBS', pochte Leslie Moonves met schrikbarende oprechtheid. Adam Curtis merkte op: 'Boze mensen zappen langer door.'

Aangezien de Amerikaanse publieke media, die Trump nu volledig het zwijgen dreigt op te leggen, altijd al te lijden hebben gehad onder een groot gebrek aan financiële middelen, hoefden de grote commerciële zenders niets anders te doen dan een circusvertoning ten beste geven. Hoe gekker de clown en hoe gevaarlijker de toeren van de nog net niet vallende acrobaat, des te meer bekijks. Daarom kan de overwinning van Trump niet aan nepnieuws worden geweten. Leugens over Hillary Clinton en Obama hebben er zeker toe bijgedragen, maar wat we gewoon met eigen ogen konden zien, zonder enige vorm van feitencontrole, was al afschuwelijk genoeg. Welke presidentskandidaat heeft ooit beweerd dat hij iemand in een drukke straat kon neerschieten zonder ook maar één stem te verliezen?