In januari word ik 30. Ik schrijf al zeker 15 jaar en in al die tijd heb ik - inclusief deze column - slechts drie artikelen geschreven die redelijkerwijs in verband gebracht kunnen worden met mijn geslacht. Dit is niet per toeval. Ik heb namelijk lang geleden een keuze gemaakt. Ik kon kiezen of ik een vrouw wilde zijn, of een persoon. Ik heb voor dat laatste gekozen.
De persoon die mij deed beseffen dat ik deze keuze had gemaakt is de astrofysicus en tv-persoonlijkheid Neil deGrasse Tyson. Als Afro-Amerikaan uit de Bronx werd hij voor de keuze gesteld of hij zijn leven zou geven aan zijn passie, astrofysica, of dat hij zich zou richten op een bestaan dat volgens anderen beter paste bij zijn identiteit als zwarte Amerikaan. Van leraren die hem vertelden dat hij vooral atleet moest worden, tot een zwarte medestudent die zei dat de zwarte gemeenschap het zich niet kon veroorloven iemand als Tyson 'te verliezen' aan een niet-maatschappelijk relevante carrière als astrofysicus.
Pas toen Tyson zichzelf op televisie terugzag in een interview over een explosie op de zon had hij een openbaring die zijn twijfel en schuldgevoel zou wegnemen: hij had nog nooit eerder een zwart persoon gezien die werd geïnterviewd over een expertise die niets te maken had met zijn zwart-zijn. De interviewer vroeg niet aan Tyson 'hoe voelen zwarte mensen zich over de plasma-uitbarsting op de zon?', maar Tyson vertelde vanuit een positie van autoriteit aan een onwetend publiek dat de aarde het wel zou overleven. Op dat moment besefte hij zich dat hij het laatste stereotype, dat van de domme zwarte man die vooral goed is in sport en muziek, kon doorbreken door als wetenschapper door het leven te gaan. En dat hij vanuit die positie meer kon betekenen voor de zwarte gemeenschap dan als activist.
De tekst loopt door onder de video.