Ik heb nooit iets met beleggen gehad. Vroeger, toen mijn vader en broertje – beide beleggers in hun vrije tijd – het wel een wee van hun aandelen, opties en de rendementen daarover bespraken, dwaalde mijn geest al snel af. Kunst, sport, filosofie, het leven, daar wilde ik het wel over hebben. Maar aandelenkoersen? Het paste simpelweg niet in mijn maatschappijkritisch wereldbeeld.

Maar goed, tijden veranderen. Inmiddels ben ik aandeelhouder, met welgeteld één aandeel in mijn bezit (kosten circa 30 euro, afhankelijk van de koers). Niet van zomaar een bedrijf, maar van een multinational met een jaaromzet van US$ 305 miljard (2017): Shell. Om een idee te geven van hoeveel dat is: meerdere vergelijkingslijstjes tussen landen en bedrijven, zoals The World's Top 100 Economies (World Bank) en Countries vs. Cooperations (NWO Global Justice Now), kan Shell met gemak economisch concurreren met een aantal landen in West-Europa. Geen kleine jongen dus.

In een wereld die tot in zijn vezels afhankelijk is van fossiele brandstof, is Shell, als een van de supermajors in de olie-industrie, dus letterlijk een eindbaas: uiteindelijk kom je er altijd bij uit. Kijk thuis maar om je heen. Deodorant, lipstick, koelkast, auto, plastic tasjes, schoenen, je toiletbril, je laptop, bijna het hele moderne leven drijft op het gebruik van fossiele energie. In 96% procent van onze producten die wij tegenwoordig gebruiken, zo schrijft de IAGC (International Association of Geophysical Contractors), zit ergens in de productieketen wel fossiele energie (kolen/olie/gas) verwerkt. Met andere woorden: ons leven is fossiel en wij zijn levende fossielen.

Dat dit een groot probleem is weten we. We weten dat de fossiele industrie direct en indirect een enorme bijdrage (57% van wereldwijde emissies) levert aan de wereldwijde C02-uitstoot. We weten ook dat die C02-uitstoot leidt tot opwarming van de aarde en dat er een limiet is aan de hoeveelheid C02 die nog verantwoord in de atmosfeer kan worden uitgestoten. Als we niet boven de – in het Parijs-akkoord afgesproken – limiet van 1,5 of 2 graden Celsius willen komen, moeten we een groot deel van de olie, gas en kolenreserves dus in de grond houden. Het probleem is echter dat de fossiele industrie vooralsnog, ondanks alle mooie PR-praatjes, amper een gewijzigd beleid heeft doorgevoerd. Deze luidt vooralsnog: pompen wat je pompen kunt!

350.org, de internationale klimaatbeweging die zich inzet voor een fossielvrije wereld, heeft daarom ook al zijn pijlen gericht op de fossiele industrie, als een van de belangrijkste bronnen van het probleem. Hun diagnose is simpel en luidt als volgt:

'The basic facts of climate change are grim: 80% of fossil fuel reserves need to stay in the ground for us to stay below 2°C of warming and fossil fuel companies aren't going to do that without a fight.'

Waarom dan datgene steunen waar we juist vanaf moeten? Waarom aandeelhouder worden van Shell, een van grootste klimaatvijanden? Follow This is mogelijk het antwoord. Een aandeelhouderscollectief dat aan de hand van een klimaatresolutie van binnenuit de koers van de olietanker probeert te veranderen. Het idee is simpel: beursgenoteerde bedrijven luisteren als puntje bij paaltje komt alleen maar naar hun aandeelhouders en als die in grote aantallen 'ga groen' zeggen zullen deze bedrijven uiteindelijk wel moeten luisteren.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Anti-Shell sticker bij een protest in Pieterzijl (foto: ANP / Siese Veenstra).

Dit momentum is er nog niet, maar lijkt wel langzaam dichterbij te komen. De wereldwijde onvrede over de destructieve koers van de fossiele industrie neemt toe. Van Wall Street tot de Paus, overal begint het besef nu langzaam in te dalen dat 'de boel in de grond moet blijven'. Some rare good climate news: the fossil fuel industry is weaker than ever', schreef de Amerikaanse klimaatactivist Bill McKibben zelfs recentelijk in The Guardian. Hij haalt daarbij een recent rapport aan van het IEEFA (Institute for Energy Economics and Financial Analysis) waarin wordt gemeld dat de fossiele industrie de laatste jaren 'significante signalen van overspanning' vertoont. Dat wil zeggen: een dalende omzet en winst, slechte cash flow en verslechterende balansen. Ook de toenemende competitie van goedkopere en schonere energietechnologieën (denk aan elektrische auto, zonne- en windenergie) zijn op den duur een serieuze bedreiging voor de industrie.

Daar komt nog bij dat de wereldwijde klimaatbeweging volgens het rapport ook in toenemende mate roet in het eten gooit. Klimaatzaken, lobbypraktijken, directe-actie campagnes: het palet van verzet wordt steeds diverser. McKibben: 'The financial world is just beginning to understand the fundamental weakness of the fossil fuel sector, and barely acknowledges the global climate movement's growing power and reach.'

En dus ook op onze eigen bodem groeit de druk op de fossiele industrie. Steeds meer 'activistische' aandeelhouders (of gewoon mensen met een gezond verstand) staan op of melden zich aan. Mark van Baal, een ingenieur uit Delft die ooit koelmachines verkocht en later als energiejournalist ging werken, richtte Follow This in 2015 op uit onvrede over de conservatieve koers van Shell.

Inmiddels zijn er al 4.000 groene aandeelhouders. Namens hen gaat Van Baal naar de aandeelhoudersvergadering van Shell om bij het bedrijf erop aan te dringen een meer groene koers te gaan varen. Ik citeer van de Follow This-website:

'Onze missie is geslaagd wanneer Shells directeur Ben van Beurden zegt: 'Vanaf nu gaan we alleen nog maar investeren in duurzame energie zodat Shell in 2030 een volledig duurzaam energiebedrijf is.' Met andere woorden: Shell gebruikt zijn winsten uit fossiele energie (nu ze er nog zijn) om te investeren in duurzame energie (in plaats van nog meer fossiel).'

Of dat haalbaar is, is nog maar de vraag. Twaalf jaar is wel erg kort om een bedrijf met een omzet van meer dan 300 miljard dollar te transformeren naar een volledig duurzaam bedrijf in 2030. Maar daar gaat het hier misschien uiteindelijk ook niet om. Het gaat erom het vizier te verschuiven. En dat lukt steeds beter. Inmiddels heeft Shell voor het eerst 'klimaatambities' geformuleerd. Lang niet genoeg, maar het is een stap in de goede richting.

We klagen en jammeren tegenwoordig maar al te vaak hoe onmachtig we als individuen zijn ten opzichte van de globale structuren die onze wereld beheersen. Cynisch dolen we rond in een wereld die geen verhaallijn meer lijkt te hebben. Maar eigenlijk is het heel simpel: we kunnen best iets doen. Alleen niet in ons eentje. Daarvoor moeten we ons aansluiten bij het meerkoppige groene verzet. Follow This is zo'n hedendaagse verzetsgroep. Dit keer niet in oorlogskleding, maar strak in het pak.

Shell was ooit onze Nederlandse trots, maar begint – als het niet snel planeetvriendelijker wordt – steeds meer te transformeren tot ons grootste probleem. Een groen aandeel in Shell is daarom een aandeel in het verleden om de toekomst naar voren te halen. Wie is daar nou tegen?