Het begin van alle liefde is makkelijk, zonnig en goudomrand. Maar houd dat maar eens vol. Een op de drie stellen gaan uit elkaar, en de meeste huwelijken stranden na vijf tot tien jaar. Toch zijn er ook mensen die het een leven lang samen redden. Wat is het recept voor een jarenlange relatie? Wat is het geheim van de liefde? We spreken met Henk (82) en Fré (80) Zuidervaart, die al 58 jaar getrouwd zijn. 'Het leven zonder hem kan ik me bijna niet voorstellen.'


De vonk sloeg niet meteen over toen Henk en Fré elkaar als tieners leerden kennen. Zij vond hem een 'eigenwijs, gereformeerd balletje', en hij haar 'een bakvis.' Maar langzaam veranderde dat. 'Doordat hij mij ook een blaag vond, vond ik hem toch wel interessant worden', zegt Fré. En Henk herinnert zich de keer dat Fré met haar vader en broer was gaan zeilen. 'Ze kwam met verbrande benen terug, en dat heeft diepe indruk op me gemaakt. Ik vond dat toch wel zielig eigenlijk, en vanaf dat moment kreeg ik meer aandacht voor haar.'

De moeder van Henk zag het wel voor zich tussen hen, en gaf hun een zetje in de goede richting. Fré kwam bij Henk thuis over de vloer, omdat zij bevriend was met zijn zusje. Op de verjaardag van zijn moeder, twee jaar nadat ze elkaar hadden ontmoet, moedigde zij hem aan om Fré naar huis te brengen. 'Dat heb ik toen gedaan', zegt Henk, 'en vanaf dat moment is het wat geworden tussen ons.'

Liefde moet rijpen, volgens Henk en Fré. 'Het was misschien eerst een verstandsvriendschap', zegt Henk, 'maar dat is gegroeid. Als je jong en zoekende bent, en een klik hebt met elkaar, gaat dat vanzelf. Ik vind dat ik het ontzettend getroffen heb met Fré.'

In de loop van de tijd krijgt de liefde een ander gezicht, weet het echtpaar uit ervaring. 'Verliefdheid wordt liefde', zegt Fré. 'De vlinders in je buik, dat gaat over. Na een half jaar of een jaar komt daar iets anders voor in de plaats, wat dieper is en meer waard is. Henk werd een deel van mijn leven. Zo voelde dat ook, hij hoorde bij mij.' Daar moet je je voor inzetten, en je best voor doen. 'Ik moest lief zijn voor hem. Ik was een kat. Dat ben ik nog wel, maar niet meer zo erg als toen. Dat heeft wel gebotst tussen ons, vooral vroeger. Zelf wist ik dan wel dat als ik hem wilde houden, ik liever voor hem moest zijn.'

'Dat is nooit helemaal over gegaan', zegt Henk, 'want iedereen heeft zijn eigen karakter. Ik heb met dat deel van Fré leren omgaan.' Zelf heeft hij ook minpunten, geeft hij ruiterlijk toe. 'Ik ben wel een beetje star, en ik wil graag mijn gelijk hebben. Dan moet ik een stapje terugdoen en ruimte geven aan Fré. Zo leer je met elkaar omgaan.'

Het geheim van een leven lang samen zijn is dat je de ander laat zijn wie hij of zij is. Fré: 'Je moet elkaar accepteren, en dat is niet makkelijk. We hebben soms aardige aanvaringen. Ik ben kattig, en kan iets zeggen wat bij Henk helemaal in het verkeerde keelgat schiet. Dan is hij woedend. Henk moet het altijd even laten bezinken, maar dan praten we erover.'
Henk: 'Als we in onze relatie een verschil van mening hebben, leer ik dat relativeren. Maak het goed, weet ik nu, en zorg dat je samen verder kan.'

Met de tijd hebben Henk en Fré geleerd hoe je dat moet doen, en dat lukt steeds beter. 'Fré: 'In het begin vond ik het moeilijker om met Henk om te gaan. Ik laat hem nu meer in zijn waarde en heb hem beter leren kennen. Vroeger zag ik ook dingen die ik niet leuk vond, maar nu zie ik vooral veel zijn leuke en lieve kanten.'

Henk en Fré Zuidervaart

Samen maakten Henk en Fré zwarte bladzijden mee. In 1994 overleed hun 27-jarige zoon Huib aan aids. 'In die tijd was er nog geen medicijn', vertelt Fré. 'Zijn vriend had aids, maar hij had dat in het begin van zijn ziekte niet aan Huib verteld. Huib heeft hem helemaal naar het einde toe begeleid, en ik ben altijd bang geweest dat Huib het ook zou krijgen. Toen zijn vriend begraven werd, hoorde Huib dat hij het ook had. De dag daarna heeft hij dat aan ons verteld. Dat was vreselijk. Je wereld stort in, want je weet dat hij doodgaat.' Huib durfde het eerst niet aan zijn ouders te vertellen, maar op aanraden van zijn zus Harriet deed hij dat toch. Henk en Fré waren erbij toen hij euthanasie kreeg. Het overlijden van hun kind was indringend en vreselijk. 'Dat hoort helemaal niet', zegt Fré. De dood van hun zoon heeft veel betekend voor hun huwelijk. 'We hebben een moeilijke tijd gehad, waarin we elkaar helemaal kwijt waren.'

Het verdriet over het verlies van hun zoon sloeg diepe gaten in hun levens. 'We hadden allebei verdriet', zegt Henk. Maar doordat ze zo anders rouwden, raakten ze van elkaar verwijderd. 'Toen Huib overleden was, had ik het idee dat hij op een menswaardige manier overleden was, en dat wij na lang zorgen weer een nieuw leven zouden beginnen. We hadden nog twee kinderen. Ik dacht: 'Er is niks aan te doen. We moeten verder.''
Fré: 'Zo werkte dat niet bij mij. Mijn kind was dood. Dat kan je niet zomaar naast je neer leggen. Dat bracht ons heel ver bij elkaar vandaan.'

'Het is zelfs zover gekomen dat ik in de auto ben gestapt en op zoek ging naar een andere plek om te wonen', vertelt Henk. 'Ik hield het niet meer uit en ik dacht: het gaat helemaal niet goed tussen ons. Ik moet hier weg, weg van Fré.' Na een eindje rijden dacht hij: waar ben ik mee bezig? 'Ik heb de auto stilgezet en ik ben tot mezelf gekomen. We moeten er toch wat van proberen te maken, dacht ik, en weer in gesprek komen met elkaar. Toen ben ik teruggereden naar Fré.'

Je moet elkaar accepteren, en dat is niet makkelijk. Vroeger zag ik ook dingen die ik niet leuk vond, maar nu zie ik vooral veel zijn leuke en lieve kanten.

Om weer dichterbij elkaar te komen, praatten zij veel met elkaar, en deelden zij hun gedachten. Henk: 'Ik heb meer laten blijken aan Fré dat ik ook verdriet had. Anders kom je niet verder. Eerder praatte ik eigenlijk liever niet over het overlijden van Huib, en ik ging gesprekken daarover uit de weg. Later begreep ik dat het de verkeerde aanpak was, en dat het voor Fré leek alsof ik er niet meer mee bezig was. Vanaf die tijd liet ik het Fré weten als ik aan hem gedacht had, of als ik iets zag wat hij mooi had gevonden. Er zijn altijd momenten dat je weer terugdenkt aan je zoon. Dat ik dat ben gaan doen, heeft Fré geholpen om te gaan met het verdriet dat zij had, en wat ik natuurlijk ook had.'

Fré beaamt dat. 'Het verlies van onze zoon was heel bepalend voor ons huwelijk. Het is een wonder dat we elkaar weer hebben gevonden. Maar we zijn dichter naar elkaar toe gegroeid. We begrijpen elkaar wat beter. We zijn nu echt maatjes.'

Een aantal jaar geleden werd Fré ernstig ziek. 'Het zag er heel slecht uit', zegt Fré, maar toch heb ik het gered.' Henk en Fré stonden op het punt om voor drie maanden naar Thailand gaan, maar bij Fré werd een tumor in haar blaas ontdekt. 'Ik moest zo snel mogelijk geopereerd worden', zegt Fré, 'en mijn hele blaas is weggehaald. Met alle narigheid van dien. Toen werd ik heel iemand anders. Daarna heb ik een stoma gekregen, waar ik vreselijk aan heb moeten wennen, maar inmiddels gaat dat goed.'

In die tijd heeft Henk veel voor Fré gezorgd. 'Het was een hele zorgelijke periode. Zij wilde zelf niet meer leven, en ze was er zo slecht aan toe, dat ik daar echt bang voor was. Ze had een maand in het ziekenhuis gelegen, en we dachten dat ze het niet meer zou redden. Toen ze naar huis mocht, kon ze niets meer. Gelukkig is ze weer opgeknapt, en gingen we samen wandelen. Stapje voor stapje is ze beter geworden.'
Fré: 'Ik heb toen veel aan Henk gehad, want ik kon echt helemaal niks. Ik vond het zo fantastisch dat Henk dat deed.'

Er voor elkaar zijn, dat is onmisbaar in een leven lang samen zijn. 'Het gaat erom dat je veel voor elkaar over hebt, en dat je belangstelling hebt voor elkaar', zegt Henk. 'Dat je luistert. En dat je helpt waar je kan, zowel fysiek als mentaal. Toen Fré ziek was heb ik veel nagedacht over hoe het was om zonder haar te zijn. Als dat zou gebeuren, zou ik erg verdrietig zijn. Maar het overkomt je, en ook dan zal je verder moeten gaan. Dat is heel naar, maar je ontkomt er niet aan, eentje moet eerst gaan. Overlijden hoort bij het leven.'

Het leven zonder haar geliefde is moeilijk in te denken, vindt Fré. In de tijd dat zij de dood in de ogen keek, voerden ze daar samen gesprekken over. En het denken en praten over de dood treedt ook meer naar de voorgrond getreden naarmate ze ouder worden. Voor het geval het nodig blijkt, hebben ze de euthanasieverklaring allebei klaar liggen. Fré: 'Het einde komt steeds dichterbij. Hoe lang ben ik er nog, en hoe lang zullen wij er samen nog zijn? Niet zo lang geleden ben ik tachtig geworden, en nu komt het steeds dichterbij dat één van twee er niet meer zal zijn. Maar het leven zonder Henk kan ik me bijna niet voorstellen.'