Om de zoveel tijd deelt pornogigant Pornhub statistieken over haar gebruikers. Het is perfecte PR: media zijn gefascineerd door seks en Pornhub krijgt de kans zichzelf als welwillend - want onderzoeksgericht - in de markt te zetten. De mogelijkheden voor haakjes op het nieuws zijn eindeloos, denk aan 'er was een piek in verkeer van bewoners van Hawaï tijdens het nucleaire vals alarm'. De media vreten het op, van Maxim tot The Economist.

Die fascinatie van massamedia met porno is een voorbeeld van wat de Australische mediawetenschapper Brian McNair porno chic noemt. Daarbij proberen kranten, nieuwssites en televisieprogramma's mee te liften op het transgressieve tintje dat aan porno plakt. In onze tijd is porno geen culturele outcast meer, maar het blijft een tikkeltje grensoverschrijdend. Het grote publiek is ermee bekend, maar erover schrijven is nog steeds enigszins edgy – zo stelt McNair. Het maakt daarbij niet uit of een journalist afkeurend of positief over porno schrijft, al gebeurt het doorgaans op een niet-oordelende manier.

Porno-chic, door anderen ook wel pornificatie genoemd, betekent dat de mainstream cultuur elementen van de pornosfeer gebruikt en overneemt. McNair schrijft in zijn boek Porno? Chic! How Pornography Changed the World and Made it a Better Place:

'texts [that] in a variety of cultural forms, genres and styles ... borrow from, refer to, or pastiche the styles and iconography of the pornographic' (p. 36).

De pornosfeer heeft altijd naast de 'gewone' publieke sfeer bestaan. Vanaf het moment dat we media maken, maken we porno. Anders gezegd: toen we ontdekten dat we konden schilderen op de muren van grotten, zijn we er seksende mensen op gaan tekenen. Wat zo bijzonder is aan onze tijd, is de ogenschijnlijke vermenging van het pornografische met het reguliere.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Foto: Joe deSousa.

McNair onderscheidt twee betekenissen en twee culturele periodes van porno-chic. De eerste was de infiltratie van echte pornografie in de Amerikaanse mainstream met de publicatie van Deep Throat. Dit was een moment in de geschiedenis dat het voor de middenklasse bon ton was om zulke films te bekijken en te bespreken. In 1973 muntte een journalist van The New York Times daarvoor de term porno-chic. Voor die tijd was porno onbespreekbaar in alledaagse cultuur, maar dankzij de seksuele revolutie veranderde dat.

Heel anders is de tweede golf van porno-chic, die McNair laat beginnen in 2002 en die nog steeds voortduurt. In tegenstelling tot wat boze tongen soms beweren, betekent de pornoficatie die we nu doormaken niet dat we letterlijk pornografie zien in de mainstream cultuur. Het gaat bijvoorbeeld om het spelen ermee, denk aan Playboy merchandise of reclames die grapjes maken over pizzabezorgers. Het gaat over verwijzingen naar en niet-pornografische verbeeldingen van de porno-industrie, zoals films als Boogie Nights of de recente serie The Deuce. En het gaat dus om journalistiek, die in porno een dankbaar object heeft gevonden om zichzelf als wereldwijs informerend neer te zetten.

De flirt van massamedia met porno is blijvend. Althans, het ziet er niet naar uit dat er een nieuwe puriteinse periode aan zal breken waarin porno weer naar het domein van het onzegbare verbannen zal worden. Tegelijkertijd staat de pornosfeer, alle PR-acties van Pornhub ten spijt, nog steeds los van de publieke sfeer. En dat is maar goed ook, want zo blijft het een beetje buitengewoon en buitengewoon is spannend en dus sexy.