Hoewel ze geen idee had dat er zoiets als gender bestaat, merkt ze al wel dat ze anders is. Daniëlle Steenbrink, dan nog Django, is zes jaar oud en heeft veel meer met de meisjes uit haar klas dan met jongens. Pas twintig jaar later durft ze uit de kast te komen. Inmiddels gaat ze als vrouw door het leven, geeft ze voorlichting over genderdysforie op scholen en zet ze zich in voor gelijke kansen voor transgenders in Nederland. En dat laatste is, nog steeds, hard nodig.

Hoe ontdekte je dat je in het verkeerde lichaam geboren bent?
'Rond mijn zesde kreeg ik het idee dat er iets niet in orde met me was. Ik was een jongetje, maar van binnen voelde ik me een meisje. Ik weet nog heel goed dat ik toen ik zeven jaar oud was, een verlanglijstje maakte waarmee ik Sinterklaas vroeg of hij een meisje van me wilde maken. Dat briefje heb ik nooit in de schoen durven doen. Ik was bang dat mijn ouders er dan achter zouden komen en me de rug toe zouden keren. Die angst heb ik lang met me meegedragen, zoals zoveel transgenders. Je ouders, je vrienden, de rest van de wereld, je bent toch bang dat ze je niet meer moeten, als je uit de kast komt.'

Hoe heb je dan toch die stap durven zetten?
'Dat heeft lang geduurd. Ik groeide op in een tijd zonder internet, althans, het was nog niet zo wijdverbreid als nu. Ik kon niet Googlen, of via Facebook in contact komen met andere transgenders. Ik ontdekte relatief laat dat er zoiets bestaat als genderdysforie, dat je in het verkeerde lichaam geboren kan worden. En ook dat er anderen zijn, zoals ik. Ik heb heel lang het idee gehad dat het om een probleem van mij alleen ging, dat ik er alleen voorstond. Tot ik op een gegeven moment via allerlei fora op internet, en gaandeweg ook via Hyves, ontdekte dat er anderen zijn die hetzelfde waren als ik. Dat was rond mijn twintigste. Ik denk dat als ik nu opnieuw uit de kast zou moeten komen, dat ik dat eerder had gedaan. Er is nu zoveel meer informatie beschikbaar. Via YouTube, Facebook, blogs, noem maar op. Het is nu veel bereikbaarder geworden. Ik probeer daar zelf ook aan bij te dragen, door mijn verhaal te delen.'

Tekst loopt door onder de video.

Interview met Daniëlle Steenbrink.

En hoe gaat dat verhaal verder?
'Uiteindelijk ben ik op mijn vijfentwintigste uit de kast gekomen. In mijn omgeving werd veel positiever gereageerd dan ik vooraf bedacht had. Mijn angsten bleken grotendeels ongegrond. Mijn vader en broertje vonden dat ik moest doen waar ik gelukkig van werd. 'Als je maar geen bitch wordt', voegde die laatste daar nog wel aan toe. Mijn moeder dacht in eerste instantie dat het om een fase ging, die ook weer over zou gaan. Alsof ik eerst een metalhead was, daarna een gamer en nu een transgender. Ik heb haar moeten uitleggen dat dit echt geen periode was. Het duurde even voor ze het volledig accepteerde. Met oudjaar zei ze op een gegeven moment: 'Gelukkig nieuwjaar, dochter.' Dat betekende heel veel voor me. Vanuit mijn directe omgeving heb ik nooit hele negatieve reacties gehad. Zo bezien heb ik best mazzel gehad, want ik ken voldoende verhalen van transgenders die die ervaring wel hebben. Toch betekent een fijne coming out niet dat je meteen van alle vooroordelen af bent.'

Je bent uit de kast, en dan?
'Vervolgens komt er veel op je af. Alleen al op medisch gebied zijn er zoveel keuzes die je moet maken. Hormonen, logopedie, een operatie aan je gezicht, operaties tegen lichaamsbeharing, een geslachtsoperatie… Ik ben met het VUmc in gesprek gegaan. Dat is een traject dat je moet doorlopen om überhaupt in aanmerking te komen voor medische behandelingen. Gelukkig kreeg ik groen licht en mocht ik begonnen met het slikken van hormonen. Die zorgen ervoor dat je borsten krijgt en dat je gezicht verandert, bijvoorbeeld.'

'Van binnen gebeurt er minstens zoveel als aan de buitenkant. Ik kwam in een soort tweede puberteit terecht. De mannelijke puberteit had ik inmiddels doorlopen, nu was daar de vrouwelijke puberteit. Ik was heel emotioneel, zat ineens te huilen bij films, was bang dat er ingebroken werd. Angsten die ik daarvoor niet had. Maar toch ben ik daar wel heel blij mee, met al die gevoelens. Op het moment is het zwaar, maar achteraf zie ik het als een belangrijk onderdeel van de transitie waar ik nu middenin zit.'

Je geeft voorlichting op scholen. Waarom?
Er bestaan veel misvattingen over genderdysforie. Misvattingen die voortkomen uit onwetendheid. Zo denken mensen vaak nog dat het een keuze is om transgender te zijn. Ook hebben transgenders een achterstand op de arbeidsmarkt. De enige manier om negatieve opvattingen en onwetendheid te boven te komen, is volgens mij door erover te praten.

Laten we dat maar doen, dan. Transgender zijn is geen keuze.
Nee, zeker niet. Alsof je zou kiezen voor een leven vol operaties, discriminatie en mishandeling. Want ja, ook in Nederland worden transgenders nog steeds mishandeld. Gender is geen keuze, blijkt ook uit onderzoek. Zo hebben neurowetenschappers ontdekt dat de hersenen van transgenders het meest overeenkomen met de hersenen van het gender waarmee ze zich identificeren. Daaruit kun je redelijk goed concluderen dat gender een biologische oorsprong heeft. Je wordt als transgender geboren, zoals je ook als homo of hetero geboren wordt. Ik denk dat het heel belangrijk is dat die kennis breder beschikbaar wordt, omdat het dan voor veel mensen makkelijker wordt om transgenders, maar ook homo's te accepteren. Dat is ook de reden dat ik voorlichting geef op basisscholen.'

Foto: Sharon McCutcheon.

Nog een ander misverstand?
'Een ander misverstand dat je veel hoort, is het idee dat transgenders hetero zijn. Dat hoeft niet het geval te zijn. Ik ben transgender, maar val nog steeds op vrouwen. Ik heb een vriendin. Veel mensen kunnen dat maar moeilijk begrijpen. Dan krijg ik nog wel eens de vraag waarom ik dan transgender geworden ben. Wederom: alsof dat überhaupt een keuze is en alsof ik die keuze vervolgens gemaakt zou hebben om op mannen te kunnen vallen. Waar het hier misgaat, is de koppeling van gender en seksualiteit. Dan zie je ook hoe heteronormatief onze samenleving is: een man valt op een vrouw, een vrouw op een man. Dus, na mijn transformatie van man naar vrouw, val ik op mannen, dan klopt het toch? Maar zo werkt het niet. Ik ben vrouw, val op vrouwen en ben dus lesbisch.'

Je had het ook over de arbeidsmarkt.
'Er bestaat veel misinformatie over transgenders op de werkvloer. Er wordt vaak vanuit gegaan dat transgenders labiel zijn door de hormonen, of dat ze heel veel afwezig zijn in verband met operaties. Dat is niet waar. Een transgender is niet vaker of langer afwezig dan een andere werknemer. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat transgenders in Nederland een ongustige sociaaleconomische positie hebben. Afgezet tegen de beroepsbevolking hebben transgenders minder vaak een baan en vaker een uitkering, terwijl er geen verschil is in opleidingsniveau. Ik heb het idee dat dat te maken heeft met onbekendheid, met vooroodelen bij werkgevers en collega's en met de kwetsbare positie van transgenders. Het onderzoek van het SCP onderschrijft dat. Gebrek aan sociale steun, discriminatie op de arbeidsmarkt, te weinig weerbaarheid bij transgenders zelf en negatieve opvattingen over het eigen trans-zijn, zijn volgens het SCP de belangrijkste oorzaken voor de achterstand.'

Nog een lange weg te gaan, dus?
'We hebben het idee dat we uiteenlopende verschillen tussen mensen al heel normaal vinden in Nederland, maar er is nog zoveel te winnen. En dan klinkt het misschien makkelijk of een beetje soft, maar ik denk dat het zo belangrijk is dat we elkaar de ruimte geven om toe te groeien naar de persoon die je wilt zijn. Ook al is dat voor de een misschien een ingewikkelder proces dan voor een ander.'