Het is geen dik boek, maar ik kon het niet snel uitlezen, omdat je de tijd moet geven tussen de brieven om te bezinken, om te beseffen dat er steeds dagen, weken, of soms maanden tussen elk bericht zaten. Deze brieven lezen, is een andere tijdbeleving hanteren. Je kon niet even een appje sturen dat het vanavond helaas toch niet uitkwam, wat voor iemand als Virginia, met haar depressieve episodes en aanvallen van hoofdpijn, verschrikkelijk moet zijn geweest, en ik las zelden iets liefdevollers dan de brief van Vita die haar verzekert: beloof me dat je me als een kip van je drempel wegjaagt als je je ook maar in het minst vermoeid voelt wanneer ik vrijdag om 16 uur arriveer.
Het lezen van dagboeken en brieven is een manier om heel dichtbij iemand te komen. Dichterbij dan ze zelf, bij leven, hadden getolereerd. Dat geeft een af en toe bevreemdend gevoel. Ik heb me verwonderd over de kinderachtige briefjes die een genie als Virginia Woolf kan schrijven, wanneer ze jaloers is. Maar o, kun je je überhaupt voorstellen dat je een geliefde een emotioneel bericht stuurt, en die nooit meer kunt nalezen? Dat, wanneer er weken geen antwoord komt, je misschien niet eens meer weet wat je hebt geschreven, en waarom de ander kwaad op je is?
Die brieven lezen is een manier om dichter bij mensen in al hun menselijkheid te komen. Vita Sackville-West en Virginia Woolf zijn, in ieder geval in de Angelsaksische wereld, dusdanig gecanoniseerd, dat bijna onvoorstelbaar wordt dat ze echt hebben bestaan. Ik had ooit een vriendin die zich al na een paar dates naarstig afvroeg wie van ons Vita was, en wie Virginia. Zulke canonisering is vermakelijk, maar maakt ook platte stereotypen van twee mensen die, juist in hun relatie, zo veranderlijk waren.
Halverwege de jaren 30 lijken ze definitief uit elkaar gegroeid. Beide hebben inmiddels nieuwe beste vriendinnen en affaires. Woolf schrijft in haar dagboek dat Sackville-West een totaal andere vrouw is geworden, die geen interesse meer heeft in boeken, en geen poëzie schrijft, maar enkel opkijkt als het gaat over honden, bloemen en gebouwen, die maar door blijft gaan over de aanbouw en de tuin van haar huis. 'En er is geen verbittering,' schrijft Woolf, 'geen ontgoocheling, alleen een zekere leegte.'
En toch blijven ze elkaar schrijven, discussiëren over boeken, en als de oorlog uitbreekt, groeien ze weer naar elkaar toe.
Zelfs tijdens hun leven ontmoetten ze al mensen die verhalen over hun verhouding schrijven, en in de afgelopen jaren heeft hun vriendschap talloze verfilmingen opgeleverd. Maar voorbij alle kostuumdrama's blijkt uit de brieven iets wat echt is, en daarom troost: een decennia-lange verhouding die een vriendschap én een liefde is, die groeit en krimpt, van twee intelligente vrouwen die elkaar bekritiseren en steunen door oeverloze affaires, ziektes, en het overlijden van meerdere familieleden heen, kortom: in voor en tegenspoed.