Voor seculieren is het vloeken in de kerk: het idee dat het christelijke geloof ons daadwerkelijk verder brengt als het gaat om grote levensvragen. De nieuwe film Saint Maud compliceert de kwestie.


Ik weet niet of het komt door de onzekere situatie die is ontstaan door de pandemie, maar de laatste tijd stuit ik steeds weer op het christelijke geloof als het gaat om antwoorden op grote levensvragen. De bijbel biedt loepzuivere duidingen — dat is het hele punt. Het probleem blijft het geloven in iets dat zo stellig, zo 'evident' is, de Tien Geboden, het hiernamaals of de drie-eenheid. Dat echte geloven blijkt daarom telkens een brug te ver.

Dit is de context waarin ik een nieuwe film zag die mij diep heeft geraakt, om velerlei redenen de beste sinds het begin van de pandemie, nu iets meer dan een jaar geleden: Saint Maud van de Engelse debutant Rose Glass.

In een troosteloos stadje aan de kust in het noordwesten van Engeland werkt Maud (Morfydd Clark), een mooie vrouw van begin twintig, als verpleger in de palliatieve zorg. Deze baan heeft ze genomen na een fataal incident in het ziekenhuis waar ze eerder gestationeerd was. Wat dat precies was, komen we nooit te weten. In ieder geval is duidelijk dat Maud sinds haar vertrek bij het ziekenhuis God heeft gevonden, sterker: haar geloof is zo diep dat ze haar hele leven in dienst van het geloof stelt.

Waar is God in dit alles? Hoe kun je ooit geloven als de wereld je op deze manier kapotmaakt?

Wanneer ze de terminaal zieke danser Amanda (Jennifer Ehle) verzorgt, wordt haar geloof op de proef gesteld. Amanda is ongelovig, een bohémien die feestjes geeft, die een prostituee inhuurt. Maud moet haar redden en aanvankelijk lijkt dat te lukken. Amanda staat open voor mediteren met Maud, voor contact maken met een spiritualiteit die al die tijd in haar heeft gezeten, waar ze blijkbaar wegens haar spannende carrière als danser geen notie van had.

Maar dan gaat het toch mis. In een fabuleuze scène zien we hoe Amanda tijdens een feestje dronken wordt, de wulpse prostituee waar ze min of meer verliefd op is, aan haar zijde. Maud, die gedwee hapjes serveert, kan op een gegeven moment het bacchanaal niet meer aanzien en wijst Amanda terecht. Waarop Amanda, een geboren performer, de arme jonge vrouw ten overstaan van alle gasten belachelijk maakt wegens haar geloof.

Geloven doet pijn — dat weet Maud nu. Hoe meer ze wordt geconfronteerd met twijfel, dat van haar en van de wereld om haar heen, hoe sterker ze de pijn omarmt die hiermee gepaard gaat. Tijdens het bidden strooit ze maïskorrels uit op het tapijt, zodat die in haar knieën prikken. Later gaat ze nog een stap verder: ze doet punaises in haar Allstars, zodat ze met iedere stap voelt hoe het is om te vechten voor Gods liefde.

Een strijd blijft het, zodanig dat er meer dan de suggestie van ironie in Mauds geloofsbelijdenis sluipt. Ze bidt: 'Vergeef mijn ongeduld, Heer, maar ik hoop dat u uw plan voor mij snel zult openbaren. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat u mij moet hebben gered voor iets meer verhevens dan dit.'

'Dit' is de moderne wereld waarin ze leeft. Onze wereld. De promenade waar ze 's nachts wandelt, schetst een beeld van uit de hand gelopen overdaad en vulgariteit: speelhallen, fastfoodrestaurants, bedelaars, neonlichten, vieze steegjes. Waar is God in dit alles? Hoe kun je ooit geloven als de wereld je op deze manier kapotmaakt?

Precies op het juiste moment krijgt Maud een boek cadeau met prenten van de achttiende-eeuwse Engelse dichter en graveur William Blake. De Romantische kunstenaar streefde een puurder geloof na, merkt Maud. Dat sterkt haar in haar eigen geloof, in het weten dat ze veel verder moet gaan dan de georganiseerde godsdienst.

Opeens ziet ze de aanwezigheid van God overal, juist in de lelijke wereld. Maar ook ontdekt ze het kwaad, Satan. Die is aanwezig in de vieze, trieste wereld om haar heen, ook in Amanda, de stervende danser. Het verhaal eindigt op het strand, met Maud die omhoog kijkt — en daar opeens van alles ziet.

Saint Maud. Wát een film. Het verhaal vertelt ons dat het geloof toegang biedt tot nog meer geloof. Beter gezegd: als je zo diep gelooft als Maud, gaat er een wereld voor je open, die van het echte geloof. En als je dit niet kan, blijft er bar weinig voor jou, ongelovige, over.

Tegelijkertijd confronteert het verhaal ons met het aloude probleem: plaats voor twijfel is er gewoon niet. De bijbel leert ons veel. Te veel. De nuance is er niet. Het is: punaises in je schoen of basta. Keerzijde: juist de diepe dimensies van Mauds overtuiging zijn zo curieus, zo aantrekkelijk. Stel je voor: dat je zó kunt geloven. In iets.

Saint Maud is nu te zien op picl.nl.