Complotdenken en het coronavirus — ze lijken wel gemaakt voor elkaar. De reden: in extreem onzekere tijden gedijt de overtuiging dat het in werkelijkheid állemaal anders zit dan wetenschappers en politici ons vertellen.


'Ik ben levend en jullie zijn dood'. Zo heet, vertaald, een biografie van de Amerikaanse schrijver Philip K. Dick. Hij is het meest bekend vanwege zijn roman waar de sciencefictionfilm Blade Runner (1982) op is gebaseerd. Daarnaast heeft hij véél boeken geschreven, fictie waarin de rode draad telkens het allesoverheersende, paranoïde gevoel is dat duistere krachten achter de schermen het leven van mensen controleren.

Ik ben blij dat Dick, overleden in 1982, onze huidige tijd niet meemaakt. Hij zou dat niet hebben getrokken, niet als auteur en zeker niet als mens. Zijn boeken zijn ingehaald door de werkelijkheid; zijn geestesgezondheid zou niet bestand geweest zijn tegen door AI gefabriceerde deep fakes, internettrollen, corona en 5G.

Dat laatste: uitgerekend in de coronapandemie moet het 5G-netwerk worden uitgerold. De timing kan niet slechter zijn. Naast het virus, denken de complotdenkers, is er nu nóg iets in de lucht (straling). Weet je wat, zeggen ze vervolgens, we durven te wedden dat die twee dingen met elkaar te maken hebben, en bovendien, bewijs maar het tegendeel.

De onzekerheid inherent aan wetenschappelijk onderzoek — ook de Gezondheidsraad kan niet met zekerheid zeggen dat de complotdenkers ongelijk hebben wat betreft nadelige gevolgen van 5G-straling — voedt de gekkies. En de vraag: zijn die wel gek? Of zijn wij gek?

Daar zit ook Joe Chip mee — in Ubik (1969) van Philip K Dick. Aan het verhaal, waarin personages twijfelen of ze levend zijn (hebben ze een bomexplosie wel overleefd?), ontleent Dicks biograaf de titel van zijn boek, I Am Alive and You Are Dead (2005). Zijn romans, vaak verfilmd, blijven razend populair. Afgezien van de futuristische setting spreekt vooral de wijze waarop gewone mensen in zijn verhalen verstrikt raken in situaties waar ze geen controle over hebben. Als lezers vinden we dit fijn: op een veilige manier het gevaar van het onvoorstelbare voelen.

Hier staat tegenover dat het 'spel' met de paranoïde fictie van Dick (en soortgelijke verhalen) vrijblijvend is. En de vraag: hoe verhoudt dat zich dan tot extreem onzekere tijden waarin de 'harde' wetenschap — en niets anders — de wereld moet redden van een virus dat het dagelijks leven van ieder mens op aarde op z'n kop heeft gezet? Die laatste zin zegt eigenlijk al genoeg. Nog maar zes maanden geleden was zo'n vraag het exclusieve domein van fictie. Nu staat die dagelijks op de voorpagina's van alle kranten.

De kruisbestuiving tussen fictie en werkelijkheid maakt dat de complotdenker gouden tijden beleven, ook in Nederland.

Juist deze kruisbestuiving tussen fictie zoals die van Dick en de werkelijkheid maakt dat de complotdenker gouden tijden beleven, ook in Nederland. Volgens nieuw onderzoek van Kieskompas denkt een op de tien Nederlanders dat corona onderdeel is van een complot tegen de mensheid. Zo leeft de gedachte dat met een toekomstig vaccin een chip zal worden geïnjecteerd om mensen permanent te volgen.

Onderzoeker André Krouwel van Kieskompas zegt tegenover Hart van Nederland die tien procent een probleem te vinden. 'Het is niet erg als veertig procent denkt dat de moord op de Amerikaanse president Kennedy een complot was,' aldus Krouwel, 'maar bij een pandemie is dat anders. Dan is tien procent een substantiële groep die de volksgezondheid kan ondermijnen.'

Hier dacht Stef Aupers, cultuursocioloog en hoogleraar Mediacultuur aan de Universiteit van Leuven, vier jaar geleden anders over. In een onderzoek spitte hij toen de belangrijkste websites van complotdenkers door en interviewde hij tientallen complotdenkers. In De Groene Amsterdammer nuanceerde hij vervolgens de maatschappelijke gevaren van het complotdenken: 'Complotdenkers zijn voor het overgrote deel mondige, betrokken en kritische burgers. Ze zijn in feite sceptisch tegenover alles.'

Aupers wijst er vervolgens op dat samenzweringstheorieën in toenemende mate plausibel zijn geworden. 'Tot op het kleinste niveau worden burgers gevoed met allerlei echte complotten, doofpotten of inside jobs… Dat roept de vraag op: is complotdenken een irrationele vorm van denken, of toch ook een vruchtbare, kritische en betrokken manier van kijken naar de samenleving?'

Philip K. Dick omstreeks 1960

Kijk, nu zijn we terug in het domein van Philip K. Dick. En zijn vermoede, 'mijn werkelijkheid is echter dan jullie werkelijkheid'. 'Vermoede', omdat arme 'PKD' het ook niet meer wist, al helemaal niet toen hij in 1974 er heilig van overtuigd was dat God himself hem heeft aangeraakt via een lichtstraal.

Complotdenkers kunnen we niet wegdenken, evenmin kunnen we dat doen met de menselijke verbeelding (zie vooral die van PKD). Of wel? 'Wegdenken', dat is immers op zich al het domein van het imaginaire. De truc is om via de gedroomde wereld — het 'complot' — tot de waarheid te komen. Zo bezien snijdt wat Aupers zegt wel degelijk hout: de 'gekkies' kunnen iets bijdragen aan het proces waarin we zoeken naar de waarheid.

Dat maakt het des te mooier om paranoïde sciencefiction zoals die van PKD in de huidige tijdgeest te lezen. De verhalen zijn gestoord, maar de mensen erin herkenbaar. Nu we met z'n allen ín een gestoord verhaal leven, wijs PKD ons de weg: de werkelijkheid is fragiel, ambigu, ongrijpbaar. Hiermee sluit hij aan bij wat een beroemde filosoof ooit zei: 'Only a Sith deals in absolutes.'

Dit zei Jedi-wijsgeer Obi-Wan Kenobi in de Star Wars: Episode III: Revenge of the Sith (2005). Siths zijn discipelen van de Duistere Kant in Star Wars.