Over premier Mark Rutte zijn de meeste waarnemers het eens: de beste man is geen visionair leider, maar hij doet het goed in de coronacrisis. Nu ons land langzaam richting de unlocking gaat, rijst de vraag of zijn pragmatische benadering wel afdoende is om de uitdaging van de nieuwe tijd het hoofd te bieden.


'Rutte zit klem,' was de rake observatie Tom-Jan Meeus, politiek commentator van NRC Handelsblad vlak na de laatste persconferentie waarin Rutte de versoepeling van de coronamaatregelen per 1 juni aankondigde.

Het was al eerder duidelijk, maar nu blijkt het eens temeer: de premier worstelt met het coronadilemma. Het dilemma heeft veel haken en ogen, maar het komt hierop neer: de bestrijding van de infectie vraagt om solidariteit. Dat houdt in dat jongere mensen, die statistisch minder last hebben van het virus, kwetsbare ouderen beschermen door in lockdown te gaan. Maar tegen welke prijs? Hoe lang kan of moet je de economie stilleggen?

Rutte zet Nederland nu open, zij het slechts gedeeltelijk. Maar zelfs dat bezorgt de Amsterdamse burgermeester Femke Halsema koude rillingen. Not on my watch, zegt zij, en geeft aan dat de lockdown langer gaat duren, aangezien de stad veel te kwetsbaar is wat betreft grote aantallen mensen tegelijkertijd bij elkaar.

De politiek leider die geen kant op kan, heeft veel weg van de malle wetenschapper. Beiden kampen met dezelfde kwestie: doe je niets, gaat het mis, maar handel je wel, zijn de gevolgen eveneens desastreus.

Eerst de malle wetenschapper. In de echte wereld zijn er legio voorbeelden van onderzoekers die niet wilden wachten op de uitslag van tijdrovende klinische studies, maar die direct aan de gang gingen met oplossingen, soms door zichzelf als proefkonijn te nemen. In de wereld van fictie is dit verhaalgegeven nog extremer, bijvoorbeeld in The Fly (1986) van David Cronenberg, waarin wetenschapper Seth Brundle werkt aan een transportatiesysteem dat het menselijk lichaam eerst afbreekt en vervolgens opnieuw optuigt, maar dan op een andere locatie. Het gaat mis: in de transportatiecabine bevindt zich een vlieg. Gevolg: een fusie tussen mens en vlieg. Dan volgt de prachtige, melancholieke verzuchting van 'Brundlefly': 'I'm an insect who dreamt he was a man and loved it. But now the dream is over.'

Soms fuseert het beeld van de malle wetenschapper compleet met dat van de klemzittende politicus. Dit zien we bij zowel de Amerikaanse president Donald Trump als de Braziliaanse president Jair Bolsonaro. De eerste gebruikt zichzelf net als Brundefly als proefkonijn door een malariamedicijn, waarvan de bijwerkingen dodelijk kunnen zijn, dagelijks tegen corona in te nemen. De tweede steekt zijn kop in het zand; beweert stellig dat het virus niets voorstelt, en blijft iedereen in zijn omgeving een dikke knuffel geven terwijl het dodental in zijn land explosief stijgt.

Tussen 'mal' (Trump, Bolsonaro) en 'geniaal' is er een dunne scheidslijn. Maar deze nuance is funest voor gematigde politieke leiders. Die moeten varen op zekerheid, op gemiddelden, op wat goed is voor het volk. Hier hebben malle wetenschappers zoals Seth Brundle geen boodschap aan. Brundle is een dromer, een romanticus die wars is van verstikkende sociale en politieke conventies die alleen maar in de weg staan van echte verandering, en derhalve ook van grote doorbraken waar de mensheid veel baat bij zal hebben.

Doe je niets, gaat het mis, maar handel je wel, zijn de gevolgen eveneens desastreus.

Het is duidelijk dat we in premier Rutte géén Brundle hebben. Sterker, ook bij zijn rechterhand in de strijd tegen corona, wetenschapper Jaap van Dissel van het RIVM, kunnen we geen radicale visie verwachten. In zijn nieuwste briefing voor kamerleden zei hij: 'Voor Nederland is de situatie: deels kristallen bol kijken.'

Ik moest hierbij onwillekeurig denken aan een moment in The Fly waarop de monstrueuze Seth, nu half mens half vlieg, tegen zijn liefje zegt die vol afschuw toekijkt: 'Be afraid, be very afraid.' Het lijkt erop dat Brundle spijt als haren op z'n hoofd heeft van zijn wilde experiment. Keerzijde: hij heeft wel gedurfd, wel iets laten zien dat nooit eerder vertoond is.

En toch: als wetenschappers én politici zeggen, we kijken in een kristallen bol, dan zijn we ver van huis. Want wat hebben we dan aan de veilige weg die Nederland kiest? Hebben we, als het dan toch alle kanten op kan gaan, niet veel meer aan een extreme benadering in het bestrijden van het virus, zoals in Zweden waar er haast geen lockdown was, of zoals in IJsland waar wetenschappers vanaf dag één een enorm testbeleid voerden?

Kijken in een kristallen bol — daar heeft niemand iets aan, omdat iedereen dat kan. Van wetenschappers en politici moeten we méér verwachten. Meer durf. Een politicus die 'klem' zit, een wetenschapper die zegt, ik weet het niet — wat hebben we daaraan? Ja, twijfel is goed, twijfel kan nieuwe vergezichten openen. Maar soms werken zekerheid en daadkracht — en visie — nog beter.