Morele verontwaardiging is een ding, maar daadwerkelijk ook iets doen om het kwaad te bevechten blijkt een héél verhaal apart, in de #MeToo-film The Assistent.


Het laatste nieuws: Harvey Weinstein is 'koortsig' terwijl hij vastzit in het Wende Correctional Facility in New York. Gevreesd wordt dat de in ongenade gevallen filmmogol het coronavirus onder de leden heeft.

Even is Weinstein weer voorpaginanieuws, maar in werkelijkheid is zijn spectaculaire val op de achtergrond geraakt, nu ook vele andere Weinsteins in het nieuws zijn. In eerste plaats de overleden Jeffrey Epstein die in het plegen van seksmisdaden lijkt te zijn gesteund door zijn madam Ghislaine Maxwell. En bij ons: de Nederlandse kunstenaar die onlangs door NRC Handelsblad werd ontmaskerd vanwege verkrachting, aanranding, geweld en stalking van vrouwen.

Haar gevoel — schaamte, angst, onzekerheid, woede, machteloosheid — wordt ons gevoel. De vraag is wat doet zij hiermee, en wat doen wij hiermee?

Nu we over het hoogtepunt van de nieuwscyclus van #MeToo heen zijn — zelfs over de misdaden van de kunstenaar lees je pakweg een week na de eerste publicatie weinig tot niets meer — is het tijd geworden voor een diepere reflectie op het probleem. En die biedt een van de beste films van het jaar: The Assistant van Kitty Green.

In New York werkt Jane (Julia Garner) al twee maanden als kantoorassistent bij een filmproductiebedrijf waar een oudere man — slechts aangeduid met 'Hem' — de scepter zwaait. We volgen haar tijdens een werkdag: vroeg op, naar kantoor, lichten aan, koffiezetten, de collega's begroeten.

Tijdens het opruimen van de ruimte van de baas vindt ze een oorring op het tapijt voor een zitbank. Even later pakt ze rubberen handschoenen en schoonmaakmiddel om vlekken op de bank te verwijderen (in het verhaal merkt iemand lachend op: 'Gouden regel: ga nooit op die bank zitten!'). Langzamerhand wordt duidelijk dat 'Hij' zich schuldig maakt aan seksuele intimidatie van jonge actrices met wie hij in zijn kantoor vergadert, zogenaamd om scripts en mogelijke rollen door te nemen.

Hoe de film gemaakt is, bepaalt wat we precies zien. De sfeer is inderdaad die van een horrorfilm (zoals Dana Linssen schrijft in NRC Handelsblad). Nergens is er iets van kleur te bekennen; alles is donker en grijs en beige. Er is geen muziek, alleen het onverbiddelijke geluid van een giftige werkruimte: het gedempt knarsen en zoemen van kopieerapparaten vermengd met fluisterende stemmen van afwisselend bange en samenzwerende collega's. Geen moment heb je het idee dat hier iets van creativiteit kan plaatsvinden, om maar te zwijgen van rust en veiligheid voor de werknemers.

De onderhuidse spanning wordt ondraaglijk als Jane een nieuwe assistent moet inwerken. Die is pas gearriveerd uit Ohio — ze is jong en bloedmooi. Als Jane hoort dat 'Hij' het meisje in een hotel heeft ondergebracht en dat 'Hij' 's middags even langs zal gaan, vreest ze voor de veiligheid van het meisje. Het mooiste aan The Assistant is dat we precies zien hoe Jane's morele verontwaardiging vormt krijgt, zonder dat er een woord te veel over wordt gezegd. Haar gevoel — schaamte, angst, onzekerheid, woede, machteloosheid — wordt ons gevoel. De vraag is wat doet zij hiermee, en wat doen wij hiermee?

'Hij' is een rotzak. 'Hij' is een papzak met te veel macht. Maar dat is juist het probleem: zijn macht. Hij kan mensen zoals Jane naar hartenlust aannemen en ontslaan. Hij kan de carrières van de jonge actrices maken of breken. Een dieptepunt komt als het hoofd van personeelszaken tegen Jane zegt: 'Wees niet bang, je bent zijn type niet.'

Ik moest tijdens het kijken naar The Assistant denken aan het inmiddels beroemde fragment waarin CNN-commentator Van Jones vlak na het uitroepen van Joe Biden als winnaar van de Amerikaanse verkiezingen in tranen zei: 'Dit laat zien: character matters.'

Dat is iets nieuws: het idee dat de aard van je persoonlijkheid van doorslaggevend belang zou moeten zijn. Want stel: in The Assistant is 'Hij' geen loser, geen fuck-up, geen misselijkmakend excuus van een man. Dan zitten we in een ander verhaal, niet in een tragedie.

Ik wil niet te veel verklappen, maar we moeten ook goed naar Jane's karakter kijken om te begrijpen wat we zien in The Assistent. Zoveel wordt er juist niet gezegd in deze film, vooral over Jane's verleden. Wat gebeurde er met haar op haar eerste werkdag? Werd zij aanvankelijk net als die nieuwe assistent ondergebracht in een hotel? Ze zegt van niet, maar overtuigend is ze niet. Wel weten we dat ze ambitieus is; ze wil graag producent worden. Als ze hoort dat ze 'zijn type' niet is, wat voelt ze dan? Misschien iets van spijt? Het verschrikkelijke: dit alles maakt haar bij uitstek tot prooi voor het roofdier.

'Morele verontwaardiging' is belangrijk, zien we in The Assistant, want dat zegt iets over wie iemand diep van binnen is. Keerzijde: je kunt ook moreel verontwaardigd zijn als een manier om macht naar je toe te trekken, om de moral high ground te betreden. Dat is funest, want dat wordt dan slechts onderdeel van een machtsspel. Dan ben je geen haar beter dan 'Hij'. Het gaat erom dat je boosheid authentiek is. In The Assistant is dit misschien wel de kern; misschien is dit Jane's dilemma.

Stel je voor dat we dat in de komende tijd gaan zeggen: het doet ertoe wat voor soort mens je bent. Het maakt niet meer uit tot welke groep je behoort, op welke barricades je staat, welke baan je hebt, hoe snel je carrière maakt, maar slechts: character matters.