Een groep jonge vrouwen bespreekt de hygiëne van de mannen op De Nachtwacht. 'Wij weten niet veel over de rijken uit die tijd', zegt een van hen. 'Ik neem aan dat ze wel schoonmakers hadden.' Een andere vrouw: 'Ja, ze hadden daarvoor vast slaven.'

Een groep Japanse expats, keurig in pak, bespreekt de commerciële mogelijkheden. Ze stellen voor om een replica te maken, met gaten waar je je hoofd doorheen kunt steken. 'Voor Instagram. Dat zie je in Japan bij elke toeristische attractie. Ze zouden er ook Nachtwacht-cakes verkopen.'

Weer een andere groep – jonge jongens, waarschijnlijk brugklassers – toont interesse in het meisje op het schilderij. 'Volgens mij is ze niet onschuldig, ik denk dat ze iets heeft gestolen.' Een van de jongens: 'Het is echt een Monique.' 'Nee, ze heet Frederique', zegt een ander. 'Gaan we het vragen?', roept de jongen in een grijze capuchontrui. 'Ik graaf Rembrandt op, dan gaan we het vragen!'

Allemaal kijken ze naar hetzelfde schilderij, en allemaal zien ze iets anders. In het videodrieluik Night Watching (2019) van Rineke Dijkstra, dat sinds 5 september te zien is in de Eregalerij van het Rijksmuseum, zie je hoe verschillende groepen reageren op het beroemdste schilderij van Nederland, Rembrandts De Nachtwacht (1642). In de film kijk je niet naar acteurs, maar naar echte mensen. Het schilderij blijft de hele tijd buiten beeld.

'Ik heb een persoonlijke band met Frans Banninck Cocq, de leider van die schutterij, van die club', zegt een man in pak. 'De stad Amsterdam reikt ieder jaar de Frans Banninck Cocq-penning uit aan mensen van wie zij vinden dat ze zich hebben ingezet voor de stad. Die penning heb ik gekregen, met een officieel certificaat.'

Een andere man reageert, zonder zijn ogen van het schilderij af te halen. 'Ik gun jou die penning, maar het lijkt me wel een arrogante kwal, die Frans Banninck Cocq.'

Night Watching gaat niet over De Nachtwacht, het gaat over de mensen op het scherm. Het gaat over de dynamiek onderling, over hoe ze met wat ze over het schilderij zeggen eigenlijk iets over zichzelf vertellen. Van geen van de groepen wordt verteld wat hen verbindt, maar uit hun taal, hun kleding en hun leeftijd kun je het een en ander afleiden. Als we over kunst praten, praten we eigenlijk over onszelf.

'Weten dat je een iconisch werk gaat maken blokkeert het hele artistieke proces', redeneert een kunstacademiestudent.

De Nachtwacht in Het Rijksmuseum

De Amerikaanse schrijver Ben Lerner zei tijdens zijn De Gids-lezing in 2017 dat de beschrijving van een kunstwerk – de taal waarin het kunstwerk wordt ingepakt – hem soms meer kan raken dan het kunstwerk zelf. Als verklaring daarvoor gaf hij dat het feit dat iemand uit kan leggen waarom een kunstwerk mooi of goed is, bewijst dat de esthetische ervaring niet enkel individueel is. Dat we samen kunnen begrijpen waarom een kunstwerk mooi is, bewijst dat het voor iedereen bestaat. Dat ontroert meer dan het idee dat het alleen voor mij bestaat.

Althans, zo herinner ik me wat hij twee jaar geleden zei. Dat ik het op deze manier heb opgeslagen zal iets over mij zeggen.

Night Watching is een spiegel. Tegenover de grote videoschermen waarop het werk van Dijkstra is te zien, staat een lange grijze bank met daarop de bezoekers van het Rijksmuseum. Ik zie een oudere man met een brilletje, een vrolijke suppoost die even binnenloopt om mee te kijken en twee jonge meisjes met linnen tasjes.

Niemand van hen zegt iets, maar hun gedachten moeten even veelkleurig zijn als die van de mensen in de film.