Welke kant het opgaat met het patriarchaat in onze moderne, westerse maatschappij zien we in de superhelden-blockbuster Avengers: Endgame. Waarin witte mannen het stokje overdragen — eens en voor altijd, zo te zien — aan vrouwelijke helden in alle kleuren van de regenboog.
De Engelse feminist en classicus Mary Beard opent haar inmiddels beroemde verhandeling getiteld Women and Power. A Manifesto (2017) met het allereerste voorbeeld in onze cultuur van een man die een vrouw de mond snoert.
Dat komt al uit het eerste boek van de Odyssee van Homeros, als Telemachos, zoon van Odysseus, zijn moeder Penelope berispt. Zoals bekend is zijn vader, de man van duizend listen, op oorlogsreis in het verre buitenland, wat de weg vrijmaakt voor handenvol vrijers om zijn moeder te verleiden. Dat doen ze enthousiast, onder meer door een verdrietig lied te zingen over heldendom en mannenmoed.
Als Penelope naar beneden komt om de vrijers te vragen in hemelsnaam vrolijker te zingen, zien we voor het eerst het mannetje Telemachos. Hij zegt: 'Moeder, scheer je weg naar je eigen kamer, naar je weefwiel en je spinrok… praten is voor mannen, voor alle mannen, maar het meest voor mij, aangezien ik de baas van dit huis ben.'
Voor Beard is dit incident exemplarisch voor de wijze waarop vrouwelijke stemmen stil zijn in onze cultuur, of stil worden gemaakt als gevolg van de acties van patriarchale figuren. Ze citeert talloze voorbeelden hiervan uit de klassieke literatuur. Behalve de Odyssee gebeurt er precies hetzelfde in Ovidius' Metamorfosen, waarin vrouwen aan de lopende band worden geneutraliseerd. De god Jupiter verandert Io in een koe, zodat ze alleen maar kan loeien. De nimf Echo heeft geen eigen stem, en kan alleen maar toekijken terwijl Narcissus verliefd staart naar zijn eigen reflectie in het water.
Toch is duidelijk dat hier snel verandering in komt. Vrouwelijke stemmen klinken steeds luider, zelfs die uit de Oudheid. In de literatuur is er momenteel een snelgroeiend subgenre waarin vrouwelijke auteurs de klassieke verhalen overschrijven — vanuit het perspectief van al die stille vrouwen.
Van Pat Barker is er The Silence of the Girls (2018) waarin we de Trojaanse oorlog meemaken, maar dan vanuit het perspectief van Achilles' slavenmeisje Briseis; Madeline Miller schreef Circe (2018), over de tovenares op wie Odysseus op het eiland Aeaea verliefd wordt; en, eveneens vorig jaar, kwam Margaret Atwoods The Penelopiad uit, waarin ze in de huid van Penelope kruipt terwijl die thuis zit te wachten op Odysseus, en, nog het mooiste, waarin ze focust op het lot van de dienstmaagden die onze held summier laat ophangen op met moment dat hij na de oorlog thuiskomt.
Dat laatste is tevens een fijne referentie naar Atwoods eigen roman over stille, onderdrukte vrouwen, The Handmaid's Tale, die recent als televisieserie een miljoenenpubliek trok. Een teken aan de wand: ook in de populaire cultuur klinkt de stem van vrouwen sterker dan ooit tevoren. In twee werken die momenteel het culturele klimaat bepalen nemen vrouwen het stokje van mannen letterlijk over.
In de meest recente aflevering van Game of Thrones, waarin we de strijd om Winterfell meemaken, zijn het de vrouwen die de mensheid redden, niet alleen de drakenkoningin Daenerys, maar vooral het meisje Arya dat de Night King en zijn White Walkers eigenhandig verslaat. En dan de superheldenblockbuster Avengers: Endgame. Captain Marvel, in het dagelijkse leven de aantrekkelijke Carol Danvers, blijkt uiteindelijk de sterkste van iedereen. In de beslissende strijd is er een prachtige scène waarin de vrouwen, allemaal helden met verschillende huidskleuren, samen te velde trekken tegen Thanos, een toxic man bij uitstek.
Voor de mannelijke helden is dit, zoals de titel van de Avengers-film aangeeft, het eindspel. Nooit weer zullen zij, zoals al vanaf de Oudheid het geval is, de alleenheerschappij in de westerse cultuur voeren als het gaat om de producten van de menselijke verbeelding. De vraag rijst: kunnen wij, vooral wij mannen, daar wel tegen?
Het lijkt mij zaak dat we goed, snel en eerlijk nadenken. Om te beginnen: kan zo'n vrouwelijke held rekenen op ons respect? Ik bedoel, bij mannelijke helden gaat het bijna altijd om het fysieke, om spieren. Captain America heeft een lichaam dat niet kapot kan; Hulk is een monster dat uit zijn kleren barst als hij boos wordt; Black Panther is, nou ja, een panter; en Iron Man heeft een pak van staal, het product van een man die niets liever doet dan werken met hamer en aambeeld. Bij hen allemaal geldt: op wat je ziet, kun je vertrouwen.
Bij de vrouwen ligt het idee van macht genuanceerder: Captain Marvel is tenger, maar ze is een godin; Natascha Romanova (Black Widow, gespeeld door Scarlett Johansson) is een spion; Scarlet Witch kan via magie de werkelijkheid naar haar hand zetten; Shuri, de zus van T'Challa (Black Panther) is behalve prinses van Wakanda vooral een briljante wetenschapper; en Gamora is een schitterende vechter, de 'dodelijkste vrouw in het heelal'.
Ik zal eerlijk zijn: het idee dat de dagen van Captain America geteld zijn — dat zien we letterlijk aan het einde van Endgame — vervult mij met verdriet. Met 'Cap' ben ik opgegroeid. Ik heb geleerd dat Steve Rogers je man was — hij was tenslotte degene die de Nazi's, zelfs Hitler, versloeg. Toen ik als kind de comics las, beleefde ik er eindeloos veel plezier aan iedere keer als de woorden 'Hulk … smash!' in de tekstballonnen verschenen. Tja, wat doe je anders als de nood aan de man is?
Aan de andere kant: de 'nieuwe vrouwen' zijn in eerste instantie interessant. Atwoods boek over Penelope is een briljante, want subversieve, blik op het bekende verhaal. De vrouwen in Game of Thrones zijn fascinerend, vooral de slechte koningin Cersei Lannister (de psychologie van haar tragiek). En in weer een ander fictief universum is het liefje van Superman, Lois Lane, in een huidige verhaallijn in Action Comics een veel complexer personage dan de Man van Staal.
Maar het sterkste argument vóór het omarmen van de nieuwe tijd heeft simpelweg te maken met het idee dat je in de interactie met fictie juist de fijnste momenten beleeft wanneer je nu eens niet geconfronteerd wordt met wat je kent. Hoezo kunnen mannen zich niet inleven in wat een vrouwelijk personage meemaakt? Het opblazen van je eigen algoritme brengt boeiende vergezichten binnen handbereik; nieuwe, onverwachte ervaringen opdoen zijn immers het hele punt van het beleven van kunst.
Tenslotte, een waarschuwing van Mary Beard. Aan het einde van Women and Power, in het deel waarin ze schrijft over de #MeToo-beweging, zegt ze dat het punt niet het 'straffen' van mannen is die door de eeuwen heen blind in hun eigen verhalen geloofden. Het gaat erom dat verhalen waarin zelfingenomenheid, het bewuste eigenbelang, voorop staat, als gif op de cultuur inwerken. Met andere woorden: de nieuwe wereld van vrouwelijke helden mag nooit alleen maar voor vrouwen zijn.
Het gaat de goede kant op. Want na Endgame en Game of Thrones gezien te hebben, en nadat ik The Penelopiad heb gelezen, kan ik rapporteren: ik kruip dolgraag in de huid van een vrouw.