Dertig jaar geleden plugde de Amerikaanse schrijver Bret Easton Ellis zichzelf als een stekker in het stopcontact van de tijdgeest en schreef een meesterwerk: American Psycho. Een satire over consumentisme, geweld en cultuur. De roman en de filmversie ervan zijn actueler dan ooit tevoren.

Patrick Bateman, hoofdpersoon in Easton Ellis' verhaal, is geobsedeerd door seks en seriemoordenaars. Hij is halverwege de twintig, werkt bij een investeringsbank op Wall Street en zwemt in het geld. Hij draagt de duurste kleding en eet iedere avond bij de chicste restaurants. Als hij 's avonds thuiskomt zet hij de televisie aan, zodat porno of The Texas Chainsaw Massacre op de achtergrond te zien is. Als muzak in een lift.

Zoals zijn geestesgenoot Travis Bickle (Robert de Niro) die in Taxi Driver een date naar een pornobioscoop brengt, omdat hij denkt dat zoiets fijn voor haar zal zijn, weet Patrick niet dat gewone mensen, dat wil zeggen mensen zonder zoveel geld als hij, ánders leven. Toegegeven, 'gewone mensen' houden evenzeer van een fijne horror of nu en dan wat porno, maar die verdwijnen niet zoals hij volledig in de werelden van siliconen borsten, lichaamsdelen en kettingzagen verdwijnt (althans, niet in het boek, in het echt doen ze dat wel, precies zoals Patrick, wat het hele punt is, maar meer hierover verderop).

Verdwijnen. Dat is de clue. Aan het begin van Mary Harrons filmversie van de roman is er een prachtige scène van Patricks ochtendritueel. We horen zijn voice-over waarmee hij uitgebreid beschrijft wat voor lotions hij allemaal gebruikt om zijn huid te laten stralen van gezondheid. Close-up: Patricks glimmende gezicht met een masker op. Eén dat de poriën welteverstaan diep reinigt. Maar Patrick is in een filosofische stemming, hij zegt: 'Er bestaat een idee van Patrick Bateman. But there is no real me.'

Huid. Nog een clue. Terwijl hij een biefstuk eet, het tafellaken helderwit verlicht door de gouden lampen in het restaurant, vertelt Bateman over Ed Gein, de seriemoordenaar die in de jaren vijftig in de Amerikaanse staat Wisconsin minstens twee vrouwen (maar er waren er meer) had vermoord waarna hij hun huid en lichaamsdelen gebruikte om allerlei artikelen te maken. Een lampenkap. Asbakken. Gordels en handschoenen. Een 'vrouwenpak'.

Ed Gein was niet alleen de inspiratiebron voor Leatherface, hoofdpersoon in Texas Chainsaw, hij diende ook als gietvorm voor Thomas Harris' kannibaal Hannibal Lecter en, belangrijker, voor Robert Blochs Norman Bates die we vooral kennen van Psycho van Alfred Hitchcock.

Patrick is geen held, hij is zelfs geen dader. Hij is vooral een spiegel: zijn gezichtsmasker doet hem verdwijnen, zodat we onszelf in zijn strakke, anonieme gelaatstrekken kunnen zien.

Toen die film in 1960 uitkwam, veranderde onze cultuur. David Thompson noemt dit 'het moment van Psycho' in zijn gelijknamige boek van een paar jaar geleden. Ter ondersteuning van zijn argument verwijst hij naar een standaard-lezing van de film: die van Robin Wood die schrijft over de universaliteit van thema's eerder uitgewerkt in Shakespeare's Macbeth of Heart of Darkness van Joseph Conrad, maar vervolgens stelt dat Psycho vooral toebehoort aan 'het tijdperk van Freud en de concentratiekampen'.

De fusie van seks en geweld markeerde het culturele moment van Psycho. Thompson komt tot het punt: 'Dit (de wereld in Psycho) was een Amerika dat we niet eerder op het scherm hadden gezien, en de humor die het waanzinnige personage (Norman Bates) gebruikt om die gemeenschap te begrijpen is niet grappig genoeg om de koude rillingen weg te nemen.'

Precies hetzelfde kun je zeggen van American Psycho dat tijdens de publicatie ervan in 1991 opnieuw een 'moment' markeerde. Net als Bates 'verdwijnt' Bateman en komt er een spiegelbeeld naar voren dat ons laat zien hoe gestoord de wereld is waarin we leven. Ook Easton Ellis' roman is grappig, maar nooit grappig genoeg. Daarvoor is de boodschap te schokkend.

Wel grappig is dat Norman Bates geen vader heeft, net als Bateman. Maar Patrick heeft wel een vaderfiguur, en dat is Donald Trump. In het verhaal is slechts drie jaar eerder The Art of the Deal verschenen. Trumps boek, over hoe je bakken met geld kunt verdienen zonder gebonden te zijn aan al te veel regelgeving, is de bijbel voor Patrick en zijn bankiersvriendjes. Trump is hun god. 'Daar heb je Ivanka', zegt een tafelgenoot tegen Patrick. 'Ben je mal, antwoordt Patrick, Ivanka is te goed voor dit eettentje.'

Trump is de vader, omdat Trump en de tijdgeest van de jaren tachtig één zijn: ongebreideld consumentisme (we zijn nog dertig jaar verwijderd van de fast food-orgies in het Witte Huis), geld als een religie en, het belangrijkste, het idee van de fusie van (populaire) cultuur en het echte leven.

De scènes waarin Patrick zonder te blikken of blozen postmodernistische kritieken levert terwijl hij prostituees en collega's met hakbijlen en kettingzagen vermoordt, zijn hilarisch. Maar ook diep triest. Angstwekkend. Patrick weet niet beter, maar het is alsof de tijdgeest zelf psychotisch is. Dit is een tijd waarin je serieus wordt genomen als je stelt dat Phil Collins, Huey Lewis and the News, Chris de Burgh en Whitney Houston even relevant en belangrijk zijn als Shakespeare of Conrad. Patrick leeft niet in de echte werkelijkheid ('There is no real me'). Door het samensmelten van feit en fictie — zo overgoten zijn mensen door populaire cultuur dat ze niet meer weten wat echt is — is Patrick een idee. Een nachtmerrie.

De diepe tragedie van Patricks leven is vooral ook die van de twintigste eeuw, zoals Wood schrijft over Psycho. Daarom was de morele verontwaardiging die gepaard ging met de publicatie van American Psycho zo stuitend. Ellis werd van alles beschuldigd: vrouwenhaat, obsessie met geweld, oppervlakkigheid. Deze critici staarden zich blind op het geweld in de roman met als gevolg dat ze de satire niet konden zien. Want Patrick is geen held, hij is zelfs geen dader. Hij is vooral een spiegel: zie zijn gezichtsmasker dat hem doet verdwijnen, zodat we onszelf in zijn strakke, anonieme gelaatstrekken kunnen zien.

Nog een 'idee' — Trump, staatsman — werd geboren in de tijd van American Psycho. Dat maakt het boek onverminderd dwingend, relevant. Het eindigt met de woorden: 'This is not an exit.' Inderdaad, American Psycho was maar het begin. De cultuur van geld, seks en macht, vooral ongecontroleerde hoeveelheden van alle drie, werd gedurende een tijdperk van dertig jaar de dominante cultuur, paradoxaal ook voor mensen met geen toegang tot deze dingen. Wel zijn ze, net als Patrick en zijn schepper, ieder uur van de dag ingeplugd in de cultuur, en luisteren ze naar hartenlust naar Spotify of binge-watchen ze Netflix waar geld, seks en macht de verhalen bepalen. In dit klimaat was, is, Trump for President simpelweg logisch.

Wat doen we, hoe reageer je op Trump en zijn zoon Patrick? Ik denk in eerste instantie: lees dat boek of bekijk de film. Ergens aan het begin van de film is er een vreemd moment van nuchterheid. Althans, zo kwam het op mij over toen ik hem weer zag. Hier, vermoed ik, is Patrick niet ironisch, hier stappen we heel even uit de nachtmerrie van de satire, hier is hij normaal. 'We moeten terugkeren,' zegt hij, 'naar een wereld van traditionele morele waarden, van minder materialisme.'

Normaal. Ja, maar normaal zoals wij. En wat of wie zijn 'wij' dan? Dit zet alles weer op losse schroeven. Want 'wij', daar gaat dit verhaal en verhalen zoals deze over. Hitchcock wist dit, wat bleek toen hij aan het woord was over Psycho: 'Ik weet zeker dat u het met mij eens zal zijn dat moord zoveel meer charmant en vermakelijk kan zijn, zelfs voor de slachtoffers, wanneer de omgeving plezierig is en de mensen dames en heren zijn zoals u.'

Op 6 mei is er een Brainwash Special met schrijver Bret Easton Ellis in Amsterdam. Meer informatie en kaarten vind je hier.