Toen ik iets meer dan twintig jaar geleden naar Nederland kwam, geloofde geen hond dat ik wit was, zelfs niet toen men mij in levende lijve zag. Dat ik uit Zuid-Afrika kwam — niet als een of andere koloniaal, maar daar geboren en getogen, net als mijn voorvaderen — was totaal onacceptabel. Want was ik niet zo wit als was? Ja, en daarom móést ik zwart zijn.

Zwart zijn werd mijn eerste 'spook-identiteit', zoals de beeldspraak luidt die Maxim Februari gebruikt in een recente column in NRC Handelsblad getiteld 'Lid zijn van een groep geeft geen recht op gelijk'. Februari hekelt de wijze waarop mensen van alles aannemen over zijn leven en persoonlijkheid, terwijl beide dingen allerminst eenduidig zijn. 'Ik ben gewend mezelf te zien als attributenpersoonlijkheid,' schrijft hij, 'twee zielen in één borst, complex, meervoudig, duizendpotig en franjevleugelig.'

Toch vragen mensen steeds of hij kinderen heeft, of hij samen met zijn partner gaat bridgen, of ze vakantieplannen hebben, of ze de Donald Duck lezen, of ze familie X kennen die toevallig ook in de provincie Utrecht heeft gewoond. Ze zien hem niet als een 'je', maar als een 'jullie', als een onderdeel van een stel. Deze mensen, zegt Februari, beschouwen hem niet als een 'samengesteld individu'.

Dat laatste raakte mij zoveel dat mijn eerste maanden in Amsterdam weer bij mij opkwamen, toen ik al die verbaasde blikken zag van mensen die maar niet konden bevatten dat ik én wit was én echt 'van' Afrika.

In de jaren daarna werd het niet beter. Het leek net of mensen die over de eerste shock van mijn huidskleur waren gekomen, instinctmatig andere handvaten zochten om mij te duiden. Dus je bent wit, oké. En je komt uit Zuid-Afrika en je spreekt Afrikaans? Aha, dus je bent een boer en een racist. Mijn tweede spook-identiteit was een feit. En daar ben ik, geloof ik, nog altijd niet van af. Maar ik ben niet de enige — getuige Februari's column over zijn meervoudige karakter.

Tekst loopt door onder de video.

De identiteitskwestie is inderdaad een modern fenomeen, zoals Februari schrijft, met als kernvraag: wie ben ik? In de nieuwe film van de getalenteerde Engelse regisseur Andrew Haigh, getiteld Lean on Pete, blijkt dat het antwoord minstens zoveel afhangt van jezelf als van je omgeving.

Het verhaal draait om Charley, een jongen van een jaar of zestien, die bij zijn alcoholische nietsnut van een vader woont (een moeder is er niet). De vader ziet Charley als een afspiegeling van zichzelf, een spook, zodat Charley er net zo goed niet kan zijn. Heel langzaam komt hier verandering in — wanneer Charley voor Del Montgomery gaat werken, een aan lager wal geraakte africhter van renpaarden. Del ziet Charley eveneens als een versie van zichzelf. Hij denkt een mentor voor de jongen te kunnen zijn.

Wanneer Charley een band ontwikkelt met een van Dels paarden, die met de mooie naam 'Lean on Pete', krijgen we voor het eerst een glimp in het geheime leven van de jongen, in wie hij in werkelijkheid is. Dat wil zeggen: geen macho die zoals zijn vader bier drinkt en vrouwen versiert, noch een slimmerik zoals Del die de regels van de samenleving ombuigt voor eigen gewin. Maar Charley: een jongen die worstelt met het vinden van een eigen plaats in een complexe wereld, die hunkert naar iemand (een moeder) die hem ziet zoals hij is.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Charlie Plummer als Charley in Lean on Pete (foto: Curzon Artificial Eye).

Charley heeft geen andere keus dan samen met Lean on Pete te vluchten, ook omdat het paard bestemd blijkt voor het slachthuis. Charley's bestemming: het huis van een tante met wie hij als kind een goede band had.

De film eindigt met een treffend beeld van Charley die na vele ontberingen goed terecht is gekomen. Hij gaat weer naar school en heeft zijn grote liefde, sport, weer opgepakt. We zien Charley aan het joggen, en wanneer hij stopt, zich omdraait en recht de camera inkijkt, is de transformatie indrukwekkend. Het spook is weg: eindelijk zien we de echte Charley.

Strijden is nodig om te kunnen zijn wie je echt bent — dat leert Lean on Pete ons. Het is een dure les, want het verhaal laat zien hoe moeilijk het is je los te weken van de perceptie van anderen. Dat het Charley lukt, is een prachtig wonder.