Witte en zwarte mensen veroordeeld tot elkaar in een ongenaakbaar landschap waar er van God geen enkel teken is — dat is het verhaal in een schitterende nieuwe Australische speelfilm, ironisch getiteld Sweet Country.

Het werk, gesitueerd in het onherbergzame gebied van de outback vlak na de Eerste Wereldoorlog, plaatst de relatie tussen de oorspronkelijke inwoners van Australië en de Europese nieuwkomers voor het voetlicht.

Ook krijgt Sweet Country uitgerekend op het moment van release in Europa een akelige echo in een affaire rondom de Australische minister van binnenlandse zaken Peter Dutton. Dutton is in opspraak geraakt door een plan om witte boeren uit Zuid-Afrika via een versneld proces visums te verstrekken — terwijl 'gewone' asielzoekers de deur wordt gewezen.

Hiermee wil de Australische minister de witte boeren redden van wat hij noemt de 'verschrikkelijke toestanden' waaronder zij leven. Hij bedoelt: de plaasmoorde, moorden op boerderijen (een plaas is een boerderij) waarvan de witte eigenaren steeds vaker slachtoffer zijn. Dutton: 'Ze hebben hulp nodig van een beschaafd land zoals Australië.'

The Huffington Post verbaast zich hierover en schrijft dat Dutton juist iemand is die zich regelmatig schuldig maakt aan 'racistisch geschreeuw'.

Ook volgde er een storm op Twitter. Men hekelt de wijze waarop de Australische regering 'niets geeft' om de wijze waarop de Aboriginals van het land werden verdreven; of hoe de Rohingya in Myanmar worden behandeld; of om de mensenrechtenschendingen in West-Papoea.

Tekst loopt door onder de video.

Trailer Sweet Country.

Zowel de film als de affaire illustreren hoe pijnlijk het koloniale verleden nog altijd inwerkt op verhoudingen tussen Westerse landen en de oorspronkelijke inwoners van gebieden die lang geleden werden ingenomen, omdat dat nu eenmaal de gang van zaken was.

Wat Sweet Country zo belangrijk maakt, is dat regisseur Warwick Thornton de historische én actuele geopolitieke verhoudingen terugbrengt tot het menselijke, in het verhaal van Sam, een oorspronkelijke inwoner, die samen met zijn vrouw en nichtje woont op de boerderij van dominee Fred Smith in het noorden van Australië.

Met zijn gezin leeft Sam in relatieve harmonie samen met de dominee, hoewel ook duidelijk is dat de Aboriginals apart van de witte man wonen, dat ze arbeiders zijn.

Op een dag arriveert de eigenaar van een nabijgelegen boerderij, Harry, die in de oorlog in Europa heeft gevochten en die aan posttraumatische stressstoornis lijdt. Wanneer Sam met Harry meegaat om te helpen met het plaatsen van een hek, komt de rassenhaat van de boer naar de oppervlakte.

Als Harry vermoord wordt, is Sam vanzelfsprekend verdachte nummer één. Hij vlucht samen met zijn vrouw de outback in terwijl de plaatselijke politieagent, sergeant Fletcher, de achtervolging inzet.

Regisseur Thornton maakt tijdens de jacht op Sam het landschap tot een personage: de uitgestrekte, verdorde zandvlakten waar nauwelijks iets groeit en de zon genadeloos schijnt, geven vorm aan de psychische verlatenheid van de personages.

Hoe de inwoners op elkaar reageren zegt veel over hun geestestoestand: de zwarte inwoners vinden de witte mensen maar raar, ze zijn die 'white fellas'. Omgekeerd zijn zij in de ogen van de Europeanen 'black fellas' en 'black bastards'. Beide groepen zien elkaar niet als mensen, maar als de vreemde 'ander'.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Hamilton Morris in Sweet Country (foto: Bunya Productions).

Tijdens een rechtszaak in een dorpje, waar de Europese nieuwkomers ogenschijnlijk niets anders doen dan in de stoffige straten rondhangen en drinken in een kroeg gemaakt van golfplaten, blijkt dat Sam de witte boer uit zelfverdediging heeft neergeschoten.

De film eindigt op een gewelddadige, cynische noot, met dominee Fred die getraumatiseerd door het landschap strompelt terwijl hij de vraag stelt: 'Wat voor kans hebben we dan nog in dit land?'

De ontnuchtering bij de dominee is des te groter, omdat hij in het harde land, ver weg van de beschaving, geen teken kan vinden van de god die hij in Europa heeft leren aanbidden. Hier werken andere krachten op het leven in, die van de oorspronkelijke inwoners die veel beter dan de witte mensen snappen hoe in de outback te leven. Het is tenslotte hun land.

Wat voor kans hebben we? Dat is een vraag voor nú, want na pakweg een eeuw is het pijnlijke proces van dekolonisatie nog altijd in volle gang: witte boeren in Zuid-Afrika, die inderdaad vaak slachtoffer zijn van 'plaasaanvalle', vragen zich af of ze er nog thuishoren, zeker nu de nieuwe president, Cyril Ramaphosa, heeft aangekondigd dat zijn regering een actief beleid van landhervorming (het teruggeven van land aan de oorspronkelijke inwoners) zal gaan voeren.

Ongetwijfeld heeft deze ontwikkeling bijgedragen tot de plannen van minister Hutton om vluchtende witte boeren versneld toegang te bieden tot Australië.

Nee, 'zoet' zijn de landen Zuid-Afrika en Australië allerminst, zeker niet wanneer de historische context in het spel komt. Toch biedt Sweet Country soelaas: als je goed kijkt dan voel je iets van schoonheid in de landschappen van de outback, en daarmee ook iets van menselijkheid in dominee Fred en zijn werker Sam, die ergens wel door hebben dat ze allebei simpelweg twee fellas zijn.

Zo bezien is die er wel: een kans.