'Een belediging voor de bezoekers', 'pure chaos', en het is 'onmogelijk gemaakt' om van de kunst te genieten. De Amerikaanse architect Aaron Betsky spuide deze week in NRC zijn kritiek op Stedelijk Base, de nieuwe opstelling van de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam.

Anderhalve maand na de opening is het stof allesbehalve neergedaald rond Base. NRC en de Volkskrant oordeelden positief over de tentoonstelling, die werd ontworpen door architect Rem Koolhaas, en het sluitstuk van de visie is van de vertrokken Stedelijk-directeur Beatrix Ruf. Bezoekers die ik sprak waren scherp verdeeld.

Dan weet je: dit is meer dan zomaar wat schuiven met schilderijen. Hier kantelt iets. Volgens mij is Stedelijk Base niets minder dan het museum van de toekomst.

Wat is er aan de hand? Koolhaas ontwierp een netwerk van diagonaal geplaatste stalen tussenwanden. Samen maken ze van de ruimte een hoekig doolhof, dat nog het meest lijkt op het parcours van Fred Osters caviarace. De stalen wandjes hangen overvol: kunst, design, verschillende stromingen, alles door elkaar. Op de kruispunten kan het zomaar gebeuren dat je naar een duister sculptuur van Lee Bontecou staat te kijken, terwijl de felle popartkleuren van Roy Lichtenstein nog in je rug branden, en zich rechts de doeken van Van Gogh aandringen.

Tekst loopt door onder de foto.

Zaalopname STEDELIJK BASE, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam, c/o Pictoright Amsterdam. Foto: Gert Jan van Rooij.

Je kunt er niet naar de kunst kijken zonder zijspiegels, moppert Roos van der Lint in de Groene Amsterdammer. 'Stedelijk Base is als het resultaat van een Google image search', oordeelde Koen Kleijn, ook in de Groene, 'je krijgt alles instanter bij elkaar, in twee dimensies.' 'Inspirerend' en 'gewaagd', vindt Van der Lint het, maar op sommige punten is de veelheid van indrukken volgens haar 'ronduit vervelend'.

Het is allemaal waar wat deze critici zeggen, maar júist daarom is Stedelijk Base een grandioze en revolutionaire tentoonstelling.

Ze vergeten namelijk dat 'zonder zijspiegels kijken' überhaupt een illusie is. Voortdurend sluipen indrukken via de hoeken van ons gezichtsveld de waarneming binnen, ellebogend om aandacht. Indrukken in de stad zijn altijd ongesorteerd, en dankzij een grillig algoritme is ook mijn Instagram- of Facebook-tijdlijn een schijnbaar willekeurige ratjetoe.

De omgeving van de moderne mens is een vrolijke chaos. We zijn gewend om zelf de patronen te herkennen. De vrijheid dat te mogen doen, is ons spel. De veelheid en veranderlijkheid van indrukken maken de wereld aantrekkelijk.

Tekst loopt door onder de foto.

Zaalopname STEDELIJK BASE, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam, c/o Pictoright Amsterdam. Foto: Gert Jan van Rooij.

De weloverwogen ordeloosheid van Stedelijk Base bereikt hetzelfde resultaat. De netwerk-achtige opstelling benadrukt de onbewuste associaties die de ervaring van het kunstwerk altijd al kleurden. Cathedra bijvoorbeeld, Barnett Newmans sacrale blauwe doek, met witte 'zips' die de blik lijken op te zuigen, ziet er naast het grote rode doek van Karel Appel ineens veel speelser uit – andersom doet het werk van Appel ineens monumentaal aan. Dat kan nooit de bedoeling van de kunstenaars zijn geweest. Karel Appel liet zich inspireren door niet-zo-monumentale kindertekeningen. Maar het is wel een boeiend perspectief.

Inderdaad, als een Google image search, met aanbevolen afbeeldingen in de kantlijn. Dat is exact wat Base sterk maakt: het ontleedt en bevestigt hoe we beeld tot ons nemen. Alsof je wandelt door het neuronennetwerk van een brein, dat net bezig was de kunst van de twintigste eeuw te verwerken.

Je bepaalt er zelf volledig welke route je neemt. De meeste ruimtes kun je via minimaal drie kanten binnenlopen. Iedere combinatie van kamers is anders. 'Alsof je nooit klaar bent met kijken', vatte een bezoeker het krachtig samen.

De vergelijking met het internet is door Beatrix Ruf zelf aangedragen. In een toelichting op Base zei ze: 'Door de komst van internet vergaren we informatie op een andere manier; we browsen, zien veel beelden in één keer, leggen zelf verbanden en maken combinaties.' Tumblr, Artsy, YouTube, Pinterest-verzamelingen, Spotify-playlists: voor de generatie die opgroeide met het internet is het volledig natuurlijk dat niet iemand anders de hiërarchie bepaalt, maar dat je zelf kunt samenstellen.

De echte 'belediging voor de bezoekers' is denken dat we dat niet kunnen, en dat we ons niet even kunnen afsluiten als we dat echt willen.

De Instagram-generatie weet al lang dat het niet nodig is om één ding tegelijkertijd te doen. Stedelijk Base is geen mislukking maar een absolute triomf, waar ik vrolijk blijf associëren en verdwalen. De kunst heeft er vrij spel.

meer weten?

Het Stedelijk Museum is niet het enige museum dat recent het knellende korset van de chronologie losliet: Museum Boijmans van Beuningen deed onlangs iets vergelijkbaars. Hoogtepunt van de tentoonstelling De collectie als Tijdmachine: in het trappenhuis hangen drie wanden van vloer tot plafond vol met kunstwerken uit alle tijdperken, dwars door elkaar.