Onderweg, een rit van zo'n 35 kilometer, treffen ze zeker vijf borden: u nadert de meest gefotografeerde schuur van Amerika. 'Als je de borden eenmaal hebt gezien', zegt Murray Siskind tegen Jack Gladney, 'wordt het onmogelijk om de schuur nog te zien.'

De twee professoren, in Don DeLillo's roman White Noise, zullen straks niet het houten object in de woestijn zien, maar een collectief idee: de meest gekiekte schuur van Amerika. 'We zijn hier niet om een afbeelding vast te leggen', zegt Siskind, 'we zijn hier om een afbeelding in stand te houden. Iedere foto versterkt het aura. Voel je het Jack?' Door de schuur te bezoeken nemen ze vrijwillig deel aan een collectieve waarneming. 'Een bijna religeuze ervaring', zegt Siskind.

In de woorden van Siskind over het in stand houden van een afbeelding echoën de ideeën over hyperrealiteit van filosoof Jean Baudrillard. We leven in een wereld vol afbeeldingen, modellen, en ficties die lang niet altijd meer verwijzen naar de werkelijkheid, maar wel onderdeel zijn van die werkelijkheid. De (fictieve) labels vormen net zo goed de werkelijkheid.

Het idee van de schuur in White Noise is zo sterk omdat het herinnert aan wat we de hele tijd doen: aandacht geven aan iets waarvan we collectief verbeelden dat het van groot belang is. Deze maand lukte het mij niet om de bruiloft van de Britse prins Harry met actrice Meghan Markle te ontwijken. Ik keek naar de livestream en zag niet de kus, maar 'het huwelijk van de eeuw'. Het lukt ook niet te ontsnappen aan het Eurovisie Songfestival. Ik zag niet de tenenkrommende acts, maar 'de grootste entertainmentshow op aarde'.

Meegaan in de collectieve blik bleek telkens onvermijdelijk. Een bijna religieuze ervaring.

Ik moest aan die scène uit White Noise denken door een aangenaam verwarrend kunstwerk dat nu in het Frans Hals Museum te zien is: Where's Rocky II? van de Franse kunstenaar en filmmaker Pierre Bismuth (mede-scenarist van Eternal Sunshine of the Spotless Mind).

In Where's Rocky II? geeft Bismuth een privédetective de opdracht te zoeken naar een nepsteen die de Amerikaanse popartkunstenaar Ed Ruscha eind jaren zeventig in de Mojavewoestijn verstopte.

In zekere zin is Ruscha's kunstwerk het exact omgekeerde van de schuur uit de roman van DeLillo: nooit opgenomen in een catalogus met Ruscha's werk, waarschijnlijk amper gefotografeerd (al duikt hij even op in een BBC-documentaire over Ruscha). Eigenlijk is het twijfelachtig of de steen die Bismuth zoekt überhaupt bestaat.

Wat de schuur en de steen gemeen hebben: het zijn ijzersterke ideeën, veel sterker dan hun fysieke verschijningsvorm.

Het spel met origineel en afbeelding krijgt in het werk van Bismuth nog een extra laag: in de installatie van zijn film die te zien is in het Frans Hals Museum blijft de film zelf buiten beeld. In plaats daarvan toont het museum een lange serie trailers voor Where is Rocky II? en een vitrine met daarin merchandise voor de documentaire.

Tekst loopt door onder de video.

Of de film als volledige versie bestaat weet ik niet zeker - er zijn verschillende vertoningen geweest, waarbij een speelduur van 93 minuten vermeld staat, maar ook dan kan het nog gaan over de sequentie van trailers zoals die in het Frans Hals te zien was.

Verwijzen de trailers naar een daadwerkelijk bestaande film over een daadwerkelijk bestaand kunstwerk? Ik kan het niet met zekerheid zeggen. (Lezers die een integrale versie van de film hebben gezien mogen me mailen!)

De nepsteen in Bismuths film fungeert als een McGuffin: een element in een verhaal dat de plot in gang zet, maar nooit concreet wordt. Op eenzelfde manier als het idee 'meest gefotografeerde schuur' in White Noise mensenmassa's naar een schuur trekt, en de trailers van Bismuths film in het Frans Hals mij aanzetten dit stukje te schrijven. Over een film die ik niet gezien heb, maar waar ik wel een idee van heb.

meer weten?

Where is Rocky II? van Pierre Bismuth is tot en met 16 september te zien in het Frans Hals Museum Hal als onderdeel van de tentoonstelling Rendez-vous met Frans Hals.