Oppenheimer was alleen ongerust over de mogelijke consequenties van nucleaire oorlogsvoering voor Amerika en andere 'beschaafde' landen. Wie interesseert zich voor onschuldige Japanners? Als Amerika maar wint.
John von Neumann, zonder twijfel een van de allerslimste mensen die ooit hebben geleefd, berekende enthousiast op welke hoogte de bommen het best tot ontploffing gebracht konden worden voor maximale destructie. Het gevolg van die bijdrage heeft hem volstrekt niet afgeschrikt. In 1950 merkte hij op: 'Als je zegt, waarom bombarderen we de Sovjets niet morgen dan vraag ik, waarom niet vandaag? Als je zegt vandaag om vijf uur, dan vraag ik waarom niet om een uur?' Wie kan die paar miljoen communisten wat schelen? Als de Amerikaanse manier van leven maar veilig is.
De extreem anti-communistische Neuman klonk verdacht veel als de communisten zoals gekarakteriseerd door de Franse filosoof Albert Camus: 'Vanuit het Marxistische perspectief bekeken zijn honderdduizend doden een kleine prijs voor het geluk van honderden miljoenen.'
Niet alle betrokkenen waren zo onaangedaan door de verwoesting waaraan ze hadden meegeholpen. Toch ging het berouw onder de wetenschappers volgens historicus Paul Ham niet echt diep:
'Veel van deze berouwvolle wetenschappers hadden maar wat graag de bom op Duitsland gegooid — dit werpt een schaduw over de consistentie van hun morele bezwaren: waren ze tegen nucleaire destructie van onschuldige burgers, of alleen de niet-Duitse? Waren hun principes absoluut of relatief?'
Individu over Utopie
In plaats van zich af te vragen of ze te maken hebben met een goed persoon, vragen ook in The Man in the High Castle de meeste karakters zich slechts af aan 'welke kant' iemand staat. Het verzet probeert de heldin van het verhaal zelfs om te brengen, omdat haar vertrouwen in individuen over ideologieën het onduidelijk maakt aan welke kant ze staat.
Levens die geen duidelijk nut hebben binnen een politieke ideologie zijn waardeloos. Dit geldt in gelijke mate voor het Verzet, de Japanners en de nazi's. Als een pion zich niet verplaatst volgens de regels van het willekeurige spel, wordt hij vernietigd. Nog het eerst door zijn 'kameraden'.
Het kantelpunt van de serie komt als Juliana wordt gedwongen te beslissen of het moreel gerechtvaardigd is om een onschuldig kind op te offeren om een nazikopstuk ten val te brengen. Het verzet denkt van wel, Juliana van niet. De discussie tussen de twee illustreert het fundamentele probleem van de eenzijdige moraal die door alle partijen wordt toegepast: het laat geen ruimte voor onderlinge menselijkheid.
Juliana smeekt: 'Hij is maar een jongen!', waarop de verzetsman antwoort: 'Een nazi jongen.' Want wie die goed bij zijn verstand is maakt zich druk om een nazi-kind als het verzet wint? Wie rouwt er om de kleine kans dat dit individu een betekenisvol leven had kunnen leiden als zijn dood je dichter bij Utopia brengt?
Wanneer Juliana zijn antwoord hoort, zakt ze van wanhoop in elkaar. 'Je klinkt precies zoals zij', zijn haar laatste woorden, voordat ze een daad verricht die de nucleaire Holocaust op het nippertje afwendt.