Carnaval; een dom feest dat alleen draait om gezuip. Ik hoor het regelmatig sinds ik van het zuiden van het land naar de Randstad ben verhuisd. Dit eenzijdige beeld van carnaval is onterecht. Carnaval is een veelomvattend fenomeen. En juist in tijden van toenemende ongelijkheid, polarisatie, filterbubbels en gescheiden leefwerelden is carnaval van groot belang.
De Russische filosoof en literatuurwetenschapper Mikhail Bakhtin (1895-1975) is een belangrijke denker als het gaat om carnaval. In zijn studie Rabelais and His World (1965) laat hij zien dat in de middeleeuwen het volksfeest wanorde en gelijkheid vertegenwoordigt, in tegenstelling tot de strikte kerkelijke feesten en gebruiken. Carnaval draait om kritiek op de (kerkelijke) macht, vrijheid, spot en omkering van conventies en hiërarchische verhoudingen.
Veel van wat Bakhtin beschrijft is te herkennen in het hedendaagse carnavalsfeest en bevestigt dat carnaval wel degelijk van betekenis is. Tijdens de carnavalsoptocht wordt de draak gestoken met gevestigde machten als de (lokale) politiek en de kerk. Een aantal jaren geleden werd in het dorp waar ik ben geboren een oerconservatieve pastoor aangewezen. Vervolgens werd tijdens de optocht en pronkzitting de spot gedreven met hem en zijn gedachtengoed. Wat anders misschien onder de oppervlakte zou blijven werd zichtbaar: deze keuze van de kerk kan een middelvinger krijgen.
Tekst loopt door onder de afbeelding.