Een vijfenzestig meter lange loopbrug vlak onder het wateroppervlak, een Griekse tempel op ware grootte nagebouwd uit boeken, een bronzen sculptuur van maar liefst achttien meter hoog en een maanden durende performance in een compleet verbouwd paviljoen. Op de vier grote kunstmanifestaties die deze zomer plaatsvinden word je overvallen door het ene megalomane kunstproject na het andere.

Afgelopen weken reed ik met vrienden met de auto langs deze vier evenementen. Hoofddoel van de reis was de Biënnale van Venetië. Onderweg reden we langs de Documenta in Kassel (eens in de vijf jaar) en Skulptur Projekte Münster (iedere tien jaar), in Venetië bezochten we ook de grote dubbeltentoonstelling van Damien Hirst. Alles tegelijk. Het is 'oogstjaar voor de kunst', in de woorden van De Groene Amsterdammer. En we zullen het weten.

Al langer lijken sommige kunstenaars bezig met een potje 'wie-heeft-de-grootste'. Anish Kapoor installeerde in 2011 onder de naam Leviathan een reusachtige inloopsculptuur (afmetingen 33×100×70 meter) in Parijs, en Olafur Eliasson liet onlangs in het Deense museum Louisiana een complete rivier aanleggen (Eliasson heeft er sowieso een handje van, hij hing een zon op in Tate Modern en bouwde een waterval in de tuinen van het paleis bij Versailles).

Op de Documenta, bij Skulptur Projekte en de Biënnale zet deze schaalstrijd der kunsten zich in alle hevigheid voort. De grootschalige projecten dreigen de minder opdringerige werken soms te vertrappen. Klap op de vuurpijl was de tentoonstelling van kunstenaar met popsterrenstatus Damien Hirst: 186 bronzen, gouden of marmeren sculpturen, soms metershoog, verdeeld over twee grote musea op de mooiste locaties van de stad. Spierballenwerk.

De kunst wordt er niet altijd beter van. Tijdens deze roadtrip vol spektakelkunst, wist alleen een eenvoudig koffietafeltje met daarop een stapel boeken me écht te ontroeren.

'Tectonic Model (Flow)' van Takahiro Iwasaki bestaat uit een stapel boeken op een houten tafeltje, in zijn geheel is het ongeveer anderhalve meter hoog. Het staat in een hoek van het Japanse paviljoen op de Biënnale in Venetië. Op het eerste gezicht niets bijzonders. Als je iets beter kijkt zie je dat de leeslintjes zijn losgerafeld, en de draadjes tot piepkleine hijskraantjes zijn gevormd.

Tekst loopt door onder de foto.

Tectonic Model (Flow) van Takahiro Iwasaki, 2017.

De symboliek lijkt helder: de boeken staan voor onze collectieve gedachtes. Ze zijn overzichtelijk opgeslagen, maar zoals ze hier liggen ook instabiel, gevaarlijk en onstuimig - als bewegende aardplaten. De hijskranen staan voor onze goedbedoelde pogingen er (de dag, het leven) telkens weer iets van te willen maken, totdat ideeën verschuiven en we worden opgeschrikt door een eruptie van wilde gedachten.

Het is door de directe symboliek misschien een beetje oubollig werk, maar in feite is het krachtig als een haiku: het raakt en doet dat zonder overbodige conceptualisering of grote gebaren.

Dit kunstwerk deed me opnieuw realiseren wat de kracht is van beeldende kunst: dat het materiaal altijd een metafoor is. Dat ogenschijnlijk betekenisloze materialen in nieuw verband iets kunnen zeggen, op een niet-talige manier. Tectonic Model doet precies dat, zonder brons te verspillen.

Haiku is een Japanse dichtkunst, waarbij in drie regels van ongeveer 5-7-5 lettergrepen een krachtige boodschap is verpakt. Een beroemde haiku is van dichter Basho: