Zelfs toen de politie een deel van de kunstgalerie afzette met geel-zwartpolitielint was het bezoekers Art Basel in Miami nog niet duidelijk: de bloederige steekpartij die had plaatsgevonden was níet een artistieke performance. Het was een echte steekpartij, het slachtoffer was gewond aan hals en buik.

Dit incident op de Amerikaanse kunstbeurs in 2015 is een lugubere illustratie bij een principe waar veel hedendaagse kunstenaars in hun werk juist dankbaar gebruik van maken: alles wat je in een museum neerzet, alles wat daar gebeurt, kan – en zal, waarschijnlijk – als kunstwerk beschouwd worden.

In de kunstwereld gelden eigen regels: je raakt niets aan, praat niet te luid, en wanneer het museumgidsje stelt dat een binnenstebuiten gekeerde spijkerbroek op een sokkel iets zegt over de 'negatieve ruimte en de mogelijkheid daar toegang tot te hebben' dan probeer je die gedachte op z'n minst te volgen.

De steriele witte muren van een museum zijn een beschermende buffer naar de buitenwereld, die in dit geval bruut binnenkwam.

Als het niet zo bloederig was geweest, zou het incident in Miami bijna aandoenlijk zijn. Die naïeve, decadente jetsetters op hun ongetwijfeld met champagne doordrenkte parties: zij begrijpen niets van de echte wereld.

De film The Square, van regisseur Ruben Östlund (Turist) neemt precies die klasse van kosmopolitische kunstliefhebbers op de hak. Hoofdpersoon Christian is de belangrijkste conservator bij een groot museum voor hedendaagse kunst in Stockholm. Alles lijkt hem goed af te gaan, totdat hij keer op keer in de valkuil trapt iets voor kunstwerk aan te zien dat het niet is, of juist andersom.

Zo ziet hij een opzetje om zijn smartphone en portemonnee te stelen aan voor een straatperformance: het begin van veel ellende en een langzame afgang.

Nog een recent voorbeeld dan, van een pijnlijk misverstand op de frontlinie tussen kunstwereld en 'echte' wereld. Die grens strekt langs alle kunstdisciplines, ook de literatuur. Schrijfster Charlotte Mutsaers kwam niet lang geleden in opspraak nadat ze in een Volkskrant-interview had volgehouden dat ze, zoals staat in haar roman, kinderporno had verkocht.

Haar opmerkingen in dat interview waren óók fictie, verklaarde ze later, maar dat was voor een collegaschrijver niet voldoende: 'Waarom mag een politicus niet liegen en Charlotte Mutsaers wel?', vroeg hij zich retorisch af in een column in Vrij Nederland.

Het antwoord dat deze schrijver waarschijnlijk wel had kunnen bedenken, maar niet wilde bedenken: omdat Mutsaers een kunstenaar is. Die móét liegen om de waarheid te vertellen.

Als deze incidenten - Miami, de portemonnee van Christian, het interview met Mutsaers - iets aantonen, dan is het dat de grens tussen kunstwereld en de rest van de wereld poreus is. Maar in eerste instantie vooral: dat die grens bestaat.

In de kunst gelden andere regels dan in de rest van de wereld.

The Square duikt keer op keer op een humoristische manier in de kloof tussen de kunstwereld en de rest van de wereld, en legt regelmatig de vinger op de zere plek.

Dat de kunst een eigen domein is – een beschermd reservaat – is nog maar betrekkelijk nieuw: tot enkele eeuwen terug stond kunst vrijwel altijd direct ten dienste van de kerk, het hof of de rijke burgerij. Kunstenaars waren vakkundige ambachtslieden die objecten maakten ter meerdere eer en glorie van de heersende macht. Geen autonome denkers, die in hun werk op een kritische manier reflecteren op de wereld buiten de kunst.

The Square duikt keer op keer op een humoristische manier in de kloof tussen de kunstwereld en de rest van de wereld, pulkt aan de randjes, en legt regelmatig de vinger op de zere plek.

Het is een makkelijk onderwerp voor humor: denk aan de Donald Duck-strips waarin Donald een brandblusser aanziet voor kunstwerk. Juist omdat in een museum andere wetten gelden, juist omdat een brandblusser daar betekenisvol kan zijn, kan hedendaagse kunst iets over de wereld zeggen: een ongemakkelijke waarheid.

De kunstenaar en het kunstpubliek, de schrijver en de lezer, de filmmaker en de bioscoopganger: ze zullen allemaal met dat ongemak moeten leven. Hopelijk kunnen we de bloedige incidenten tot een minimum beperken.