De roep om avontuur is alomtegenwoordig in onze levens. Wie wil er nou niet naar epische festivals, reizen naar exotische oorden of een filmische zoektocht naar de prins op het witte paard? Zelfs als je zelf niet zo avontuurlijk bent ingesteld, zal je het beeld herkennen dat een avontuurlijk leven op één of andere manier beter is dan een doodgewoon leven.

Op het eerste gezicht lijkt de aantrekkingskracht van het avontuur gelegen in de belofte van vrijheid. We willen dat er onverwachte dingen op ons pad komen en zo breken met de sleur van alledag. Bij nadere beschouwing blijkt het tegenovergestelde het geval. In een avontuur is elke gebeurtenis namelijk betekenisvol. Zoals ik eerder op Brainwash betoogde, heeft dit er mee te maken dat er in een avontuur altijd een doel centraal staat, zoals het geval is bij een verre reis, waarbij ieder voorval op een of andere manier bijdraagt aan de ervaring van jezelf vinden.

Niet alleen positieve, maar ook negatieve ervaringen kunnen levenslessen zijn. Zelfs iets ogenschijnlijk onbelangrijks als ontbijten of in het openbaar vervoer zitten kunnen door hun avontuurlijke context betekenis krijgen. De dagelijkse sleur is precies een sleur omdat niet alle momenten betekenisvol zijn. Het dagelijks leven is structuurloos, terwijl het avontuur een doelmatige structuur heeft.

In zijn roman Walging maakt de Franse filosoof Jean-Paul Sartre het tegenovergestelde van een avontuur voelbaar. Het is geschreven in de vorm van een dagboek, dat de doelloosheid van het leven onderstreept door ontbrekende pagina's, en de uitvoerige beschrijving van dagen waarop er helemaal niets gebeurt. De gebeurtenissen staan niet zonder meer in dienst van de voortgang van het verhaal, en het enige waar de hoofdpersoon naartoe gaat, is de realisatie dat het leven nergens naartoe gaat. De hoofdpersoon komt dan ook tot de conclusie dat avonturen niet bestaan.

Tekst loopt door onder de foto.

Foto: Tomas Jasovsky.

Gebeurtenissen in ons leven hebben niet uit zichzelf een structuur, maar deze creëren we door de verhalen die we vertellen. Daarom kunnen we ons leven achteraf wel als een avontuur zien, maar het nooit leven als avontuur. Interessant detail is dat juist het kijken van films voor Sartre de conclusie dat het echte leven niet gestructureerd is als een film, onmiskenbaar maakte. Het leven heeft geen plot waarin je vanaf het begin toewerkt naar het einde, en het einde al is geïmpliceerd in het begin.

Mensen willen het idee dat het leven geen doel heeft liever niet onder ogen zien, en proberen daarom hun eigen leven te leven alsof het een afgerond verhaal is. Dat noemt Sartre de biografische illusie. Slechts gebeurtenissen die al plaats hebben gevonden kun je een dergelijke structuur geven door er verhalen over te vertellen. Maar zoals de hoofdpersoon in Sartres roman opmerkt, kan dit misschien wel voor ons verleden, maar niet voor de toekomst.

De illusie van het avontuur geeft uiteindelijk alleen de valse hoop dat ons leven vanzelf ergens heen gaat. Dit betekent ook dat juist het breken met avontuurlijke verwachtingspatronen vrijheid oplevert. Als ons leven niet vanzelf ergens heengaat, dan moeten we zelf richting aan ons bestaan geven.

meer weten?

Deze tekst komt uit het boek Avonturen Bestaan Niet van filosofen Simon Gusman en Arjen Kleinherenbrink.