Filosofie zal altijd een vanzelfsprekend thuis zijn voor non-naturalisten en antinaturalisten. Aangezien geen enkele andere discipline hen serieus neemt, worden ze aangetrokken tot de filosofie, en vinden ze elkaar daar. Antinaturalisme is zoals het getij: je kan proberen om het terug te slaan, maar de volgende golf zal aankomen met iedere nieuwe oogst denkers. En iedere generatie probeert de gebreken in het naturalisme te vinden en hijst een of andere nieuwe vlag voor ze met pensioen gaat, letterlijk, verslagen met eer.

Ik zie dit zoals ik Las Vegas zie: het is eigenlijk een hele 'groene' installatie, zoals het Red Light district in Amsterdam. Iedere samenleving heeft een subpopulatie die van trashy entertainment houdt; porno; gokken… en het zou dwaas zijn om er een prachtig gebied mee te plunderen. Plof het neer in het midden van een anders onleefbare en onvruchtbare woestijn – concentreer de glitter en goorheid op de enige plek waar eraan kan worden toegegeven met minimale impact op de rest van de wereld. What happens in Vegas, stays in Vegas! Er kan efficiënt toezicht op gehouden worden, zodat het grootste deel van het 'kwaad' slechts nep-kwaad is, carnaval-kwaad.

Dus ik zie filosofie als de Las Vegas van rationeel onderzoek, waar ieder –isme verkondigd mag worden, waar schandelijke doctrines 'serieus genomen worden' (nou ja, soort van serieus genomen worden dan), en in het algemeen, niemand pijn wordt gedaan, want, hey, het is filosofie, en wie neemt dat nou serieus? What happens in philosophy, stays in philosophy, grotendeels, en dat is maar goed ook.

Er is, aan de andere kant, een groot deel van filosofie dat zich bezighoudt met normatief onderzoek: wat is goed, wat is juist, wat is rechtvaardig? Ethiek, politieke filosofie, en rechtsfilosofie zijn eeuwig sterke subterreinen waarvan de resultaten invloed kunnen hebben op de echte wereld, die terecht en goedaardig is. Wat te denken van die toenemende incidenten in andere takken van de filosofie waar denkers streven naar interdisciplinariteit, om serieuze theorie-critici te worden en zelfs theorie-voorstellers?

Zij moeten leren zich te meten aan strengere, veeleisendere regels voor presentatie. Het is niet slechts een kwestie van de literatuur kennen en van empirische accuraatheid, maar van het geven van een uiteenzetting die zichzelf niet toestaat te vervallen tot de herhaling van jargon. Als alles goed gaat – en dit is de belangrijkste taak voor ons naturalistische filosofen – bestaat het 'lekken' van de everything-goes gebieden van filosofie naar de bredere cultuur (en naar de wetenschap in het bijzonder) alleen nog uit de zeldzame, werkelijke ontdekkingen, vooruitgang in perspectieven, goed geïnformeerde kritieken en bewezen denkgereedschap.

Onze taak heeft ook een interne component: de vreselijke uitwassen onder controle houden onder onze collega's, en tegelijkertijd voorzichtig de maximale hoeveelheid phoolishness te tolereren. (Een aantal jaar geleden, in persoonlijke correspondentie met psycholoog Stevan Harnad, muntten we een paar termen om naar de tics en zwakke punten van onze respectievelijke disciplines te verwijzen: phoolishness en psiliness.)

De tekt gaat verder onder de foto.

Het is gunstig voor ons dat filosofie grotendeels genegeerd wordt door de rest van de samenleving, aangezien we anders onze zaken veel voorzichtiger zouden moeten voortzetten, ons wapenend tegen overstatement en het soort grootse beweringen die wetenschappers in de problemen brengen met hun vakgenoten als de aankondigingen van hun hypotheses vertekend worden weergegeven of verder uitvergroot door de pers. Filosofen kunnen een lange, kritische blik werpen op wat dan ook – of pornografie goed is voor mensen, of de doodstraf uitgebreid moet worden naar witteboordencriminaliteit, of geld of getallen of stoelen of mensen bestaan, of er misschien zombies zijn, of het universum exact zes minuten geleden gecreëerd werd compleet met alle neppe fossielen en lichtdeeltjes ingestraald van denkbeeldige sterren – en dit is behoorlijk onschadelijk omdat er een soort quarantaine barrière is tussen filosofisch discours en het algemene verloop van gesprek en ontdekking.

Als dat er niet was, hadden we ons veel meer zorgen moeten maken over de impact op de omgeving van ons gemijmer – en soms kan dit verbazingwekkend gevaarlijk zijn. Ik ben van leer getrokken tegen een heleboel slecht overwogen en vreselijk gepraat over hoe vrije wil een illusie is, bijvoorbeeld, aangezien ik denk dat veel mensen denken dat als de wetenschap dit heeft laten zien, dan alles zowel toegestaan als lotsbestemming is – een (zelf)destructief denkkader waar sommige mensen echt invallen, de rotte stank van te veel sterke filosofie tot je te nemen.

Laten we de correcte conclusies van filosofische analyse vooral wijd verspreiden, maar totdat iets in de richting van een consensus bereikt wordt, kan de verkondiging van verontrustende perspectieven serieuze schade toebrengen. De Atheners wisten heel goed dat Socrates volledig in staat was de jeugd te corrumperen, zelfs als hij zelf eigenlijk niet schuldig was aan die misdaad.

Toen het Computer Science and Artificial Intelligence Lab aan de Massachusetts Institute of Technology (MIT), onder Marvin Minsky's leiding geplaatst werd op de bovenste verdieping van Tech Square in Cambridge, Massachusetts, was de grote ruimte bekend als de 'Play Room'. Dat was waar het meeste van het serieuze blauwe-lucht-denken en speculeren plaatsvond: een sporadisch inspirerende, soms phoolish of psilly, en zelden saaie verkenning van ideeën die zomaar eens de oplossing konden zijn van enorm grote puzzels. Ik dacht toen dat filosofie als geheel gezien zou moeten worden als een soort van Play Room voor serieuze denkers, en die visie voor filosofie heeft me nooit ongepast of oneerlijk geleken.

Spel is serieus: spel is waar we 'de regels' kunnen breken en nieuwe vergezichten kunnen ontdekken. Filosofie op z'n best is geïnformeerd spel van de hoogste orde, en een gepast ingrediënt in iedere naturalistische visie van onderzoek.

meer weten?

Gepubliceerd met toestemming van Free Inquiry Magazine. Daniel Dennett spreekt zondag 12 november bij The School of Life.