Volledig gedesoriënteerd zien we een astronaut door een ruimte zweven, waarin ontelbare kamers zich in alle richtingen oneindig uitstrekken. Deze kamers blijken toegang te geven tot talloze momenten uit het leven van astronaut Joseph Cooper, de hoofdpersoon uit de sciencefiction film Interstellar van Christopher Nolan. Eenmaal bij zinnen gekomen, neemt een gevoel van absolute zekerheid bezit van Cooper.

Hij begrijpt opeens dat dit moment onderdeel is van een tijdlus, waarin alle gebeurtenissen vanaf bijna het begin van de film, paradoxaal genoeg, voortkomen uit een handeling die hij hier, in deze driedimensionale representatie in een vijfdimensionale ruimte, in gang zet. In plaats van zich tegen dit determinisme te verzetten (de paradox), verricht hij met volle overgave de handeling die deze tijdlus bestendigt. Daarmee zal zijn vroegere ik alle belevingen, inclusief de hartverscheurende, opnieuw meemaken.

Tekst loopt door onder de video.

De hartverscheurende ervaringen in Interstellar (2014).

Verwikkeld in een tijdlus lijkt het hoofdkarakter zich uiteindelijk te schikken in een cyclische, gedetermineerde en eeuwig stabiele situatie. In The Gay Science beschrijft Nietzsche het idee van De Eeuwige Terugkeer (zie hier voor een heldere en uitgebreide uitleg van mijn collega Haroon Sheikh) aan de hand van een gedachte-experiment. Stel je een demoon voor die jou vertelt dat het leven dat je nu leeft nog eens zult moeten leven, en vele malen meer. Zou je de demoon vervloeken of zou je het juist verwelkomen als een goddelijk geschenk?

Nietzsche moedigt je aan om ieder moment in het leven te bezien tegen de achtergrond van de eeuwigheid, zodat je uiteindelijk een leven leidt waarvan je zou willen dat het zich eeuwig zou herhalen. Dit betrekt zich niet alleen op het maken van de juiste keuzes, maar op een houding waarin ook de pijnlijke ervaringen en situaties van overmacht nog steeds ervaren worden vanuit een volledige acceptatie van het leven. Oftewel: 'amor fati', heb het lot lief.

Ten tijde van instabiliteit in de wereld, FOMO en onzekerheid over de toekomst, is de behoefte aan dit inzicht nu groter dan ooit tevoren. In een tijd doordrenkt met postmodernisme, is ieders leefwereld geconstrueerd, die geridiculiseerd mag en moet worden. Er zijn geen grote verhalen, geen absolute waarheden en geen religieuze overgave. Dit slaat gemakkelijk om in ironie, satire, en cynisme, zoals we dat kennen van Geen Stijl, de Jeugd van Tegenwoordig en South Park. In deze culturele context ontbeert een gevoel van noodzakelijkheid, richting en kwetsbare verwondering.

De tekst gaat verder onder de foto.

Fragment uit de film Interstellar (Foto: Craig Duffy).

Een gezonde portie amor fati kan dan een mooie remedie zijn. Het herstelt je persoonlijke zwaartepunt, geeft vertrouwen in het eigen sturend vermogen en geeft je reden om 's ochtends je bed uit te komen. Nu God dood is, is Nietzsche's demoon niet langer de meest geschikte allegorische vorm om dit aannemelijk te maken. Tijdreisfilms als Interstellar lossen dit op eigentijdse wijze op en zetten de boodschap mogelijk zelfs extra kracht bij.

Middels een pseudowetenschappelijke, paradoxale filmrealiteit waarin tijdreizen mogelijk is, stelt het ons namelijk in staat om via de hoofdpersoon zelf in de huid van de demoon te kruipen. De tijdreis brengt Cooper immers in de dimensie waar de demoon leeft. En het is vanuit deze doorleefde positie dat we onszelf geruststellend amor fati influisteren.

Maar de film gaat nog een stap verder. Het stelt ons namelijk ook in de gelegenheid om tezamen met de wetten van het universum (want wie van de twee sluit nu eigenlijk de tijdlus, de mens of de natuurwet?) de eeuwige terugkeer eigenhandig te creëren. Oftewel, in films zoals deze zijn wij zowel de ontvanger, de boodschapper als de boodschap. Goddelijker wordt het bijna niet.