De keuzes die we maken doen meer dan alleen maar onze identiteit vormen, en zin en betekenis verlenen aan ons leven; ze zijn ook een route naar inzicht gebaseerd op ervaring. En pas als we ons ontwikkelen tot discipelen van de ervaring, beginnen de barrières die ons ervan weerhouden om de dag te plukken echt af te brokkelen.

Als je in een boekwinkel bij de afdeling Psychologie gaat kijken, zal je daar honderden boeken vinden vol met tips en trucs om de barrières te overwinnen die ons ervan weerhouden om in actie te komen. Een anti-uitstelgids die een bestseller is geworden, stelt de volgende klassieke methode voor: 'Deel je doel op in kleine, duidelijke minidoelen.' Dus in plaats van te zeggen: 'Ik ga het verslag schrijven,' zeg je tegen jezelf: 'Ik werk vanavond dertig minuten aan een plan voor mijn spreadsheet, morgen ga ik er een halfuur aan besteden om de data in te voeren en overmorgen neem ik een uur de tijd voor het schrijven van een verslag gebaseerd op de data.' En voilà, klaar.

Dergelijke gedragsstrategieën kunnen werken als je carpe-diem-ambities beperkt blijven tot het schrijven van korte verslagen en andere in zichzelf besloten bezigheden die zich laten afvinken. Maar wat doe je als je voor meer emotioneel beladen kwesties, netelige sociale verwikkelingen of persoonlijke moeite kostende problemen komt te staan, zoals de vraag of je een ivf-behandeling wilt ondergaan, een stichting voor een goed doel wilt opzetten, naar een bijeenkomst van de Anonieme Alcoholisten wilt gaan, bij je partner wilt intrekken, je carrière als jurist wilt beëindigen of uit de kast wilt komen?

In dergelijke gevallen, waar de existentiële inzet hoger is en de onzekerheden groter, hebben we een andere benadering nodig. Maar welke? Dat is een vraag waarmee ik al jarenlang worstel, in mijn eigen leven en als schrijver over en leraar in levenskunst. Hoe nemen we de grote beslissingen? We kunnen boeken lezen, cursussen volgen en eindeloos praten, maar hoe overwinnen we uiteindelijk de hindernissen en plukken we de dag?

Ik sta sceptisch tegenover al te gemakkelijke oplossingen voor grote levensproblemen, maar als ik een tempel ter ere van carpe diem moest bouwen, zou ik dit motto boven de hoofdingang aanbrengen: eerst doen, dan denken.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Dat korte advies is misschien meer waard dan al die andere tips en trucs samen. Het belang ervan drong voor het eerst tot me door toen ik een boek schreef over veranderen van loopbaan. Het blijkt dat als je werk zoekt dat niet alleen voldoende opbrengt om de rekeningen te kunnen betalen, maar ook bevredigend en zinvol is, je kans om dat te vinden het grootst is als je alles achterwege laat wat loopbaanadviseurs je over het algemeen aanraden: heel veel onderzoek doen en heel veel plannen maken, totdat je de carrière hebt gevonden die helemaal bij jou past, en dan allerlei bedrijven en organisaties je cv toesturen. Dit eerst-plannen-en-dan-uitvoerenmodel levert je misschien wel een baan op, maar de kans dat die op de lange termijn bevrediging zal schenken is niet groot.

Eigenlijk kun je beter precies de tegenovergestelde benadering kiezen. In plaats van eerst denken en dan doen, eerst doen en dan denken. In de praktijk houdt dat in dat je je in de echte wereld waagt en verschillende beroepen zelf uitprobeert, bijvoorbeeld door te schaduwen, als vrijwilliger te werken of te experimenteren. Dat is wat ik met mijn eerste keukencursus heb gedaan – het was echt een eerst-doen-en-dan-denken-experiment, dat ik erbij deed terwijl ik mijn baan nog had. En dat is de beste manier om erachter te komen wat ons waarschijnlijk voldoening zal schenken (of juist niet): in het diepe springen en aan den lijve ervaren. Zoals de in veranderingsprocessen gespecialiseerde organisatieadviseur Hermania Ibarra opmerkt: 'De enige manier om verandering te creëren, is onze mogelijke identiteiten in praktijk brengen en ze zorgvuldig op te bouwen en vorm te geven tot ze voldoende geworteld zijn in de ervaring om als leidraad te dienen voor definitieve stappen. […] We leren wie we zijn door de werkelijkheid uit te proberen, niet door in ons innerlijk te turen.'

Dat geldt niet alleen voor een verandering van loopbaan, maar ook voor het leven in het algemeen. We dienen de oude, nog uit de verlichting daterende houding achter ons te laten, en levensbeslissingen niet tegemoet te treden als een rationeel proces waarbij we alle mogelijkheden en argumenten op een rijtje zetten, om ze vervolgens op een perfect geijkte existentiële weegschaal op hun waarde te beoordelen en een besluit te nemen. In werkelijkheid bestaat zo'n weegschaal helemaal niet – of in elk geval geen enkele die we volledig kunnen vertrouwen. Je kunt een lijstje met zorgvuldig gedefinieerde criteria voor de perfecte minnaar opstellen – zijn uiterlijk, zijn opleiding, zijn gevoel voor humor – maar als je dan eindelijk iemand tegenkomt die aan alle eisen voldoet, zegt hij je misschien helemaal niets. En een tijdje later loop je iemand tegen het lijf die helemaal niet bij je lijkt te passen en ineens ga je hopeloos voor de bijl. Het gaat in het leven niet altijd om logische planning – het gaat om doorleefde ervaringen die een uitdaging vormen voor wat we als vanzelfsprekend beschouwen en ons een route naar inzicht en zelfontdekking bieden.

Dat wil niet zeggen dat we nooit meer ergens rationeel over mogen nadenken. Het is alleen wel zo dat er een moment kan komen waarop nog langer ergens over nadenken niets meer uithaalt. Je in nieuwe ervaringen storten, experimenteren dus, verschaft nieuwe informatie – niet alleen over hoe een bepaalde ervaring nu werkelijk is, maar ook over het gevoel dat zij ons bezorgt. We zouden inspiratie kunnen vinden in Leonardo da Vinci, die met wat zwierige pennenstreken altijd een paar woorden aan zijn handtekening toevoegde: 'discipel van de ervaring'. Maar pas op, want om ervaring op te doen moet je experimenteren en het Latijnse woord experimenta is verwant aan periculum, dat 'gevaar' betekent.

Kiezen voor een levenspad dat meer op ervaring berust, brengt gevaar of risico met zich mee en de ervaring kan een wrede leermeester zijn. Leonardo's briljante carrière was een aaneenschakeling van mislukte experimenten, en onze eigen pluk-de-dag-experimenten zullen soms ook mislukken. Maar wat dan nog? Ralph Waldo Emerson, een van de grootste negentiende-eeuwse verdedigers van carpe diem, smeekte ons om deze werkelijkheid met geestdrift te aanvaarden:

Wees niet te timide en fijngevoelig in je handelen. Het hele leven is een waagstuk. Hoe meer je experimenteert, hoe beter. Wat maakt het uit als die experimenten een beetje grof zijn, en je jasje vuil wordt of scheurt? Wat als je werkelijk op je bek gaat en een paar keer door de modder rolt? Krabbel op, je zult nooit meer zo bang zijn om te vallen.