Sinds een tijdje eet ik vaker vegetarisch. Ik heb nogal wat (online) artikelen gelezen die me doen geloven dat de aarde langer meegaat als iedereen minder vlees eet. Gisteren at ik met smaak een Indonesisch gerecht met tempeh, en vroeg me af wat dat nu eigenlijk voor voedingsstoffen bevat. Ik pakte mijn telefoon en googlede: 'is tempeh gezond?'

Bemoedigd scrolde ik door de eerste paar hits. 'Soja is één van de gezondste voedingsmiddelen ter wereld!', stond in de tekst onder de link naar een pagina van www.tempeh.info. Ik scrolde verder. 'De gevaren van soja', kopte een andere omschrijving dreigend, die linkte naar een pagina van www.kokos-olie.nl.

Een tempeh-website en kokosolie-website met elkaar in de clinch, prekend voor eigen parochie en hun stem vindend op het internet. Het internet is geen losstaand medium, maar onze virtuele werkelijkheid, ons digitale leven waarin we precies kunnen kiezen wat we doen, met wie we praten en welke informatie we vergaren. Een werkelijkheid waar niet enkel gecontroleerde berichten rondzwerven, maar ook flink geld verdiend wordt met foutieve journalistiek. Het is voor velen een wereld waarin je lekker in je eigen (tempeh)niche kunt blijven hangen.

Complotdenkers, look no further: Het Internet heeft alles voor je op een rijtje gezet. Zonder verwijzingen naar betrouwbare wetenschappelijke onderzoeken, maar wél naar artikelen die daar sterk op lijken en voor velen niet van echt te onderscheiden zijn. In een sterk individualistische samenleving is iedereen op zoek naar zijn eigen smaakje waarheid, en internet voedt die behoefte sterker dan de invloed van je moeder, je diëtist, je docent of traditionelere media kunnen verhoeden.

In Macedonië, bijvoorbeeld, wordt er flink bijverdiend met het schrijven van artikelen die feitelijk onjuist zijn. 

Het internet als global village of een plek waar personalisatie doorslaat?