Er is geen systeem dat zo geliefd en zo gehaat is als het kapitalisme.
Voorstanders vieren de welvaart die het kapitalisme de wereld brengt en noemen als belangrijkste wapenfeit het met miljarden terugdringen van het aantal mensen dat in extreme armoede leeft.
'Tussen 1990 en 2010 viel het aantal mensen dat wereldwijd onder de armoedegrens leeft, terug van 43 procent tot 21 procent – een reductie van bijna 1 miljard mensen.' Het leeuwendeel van de credit voor deze reductie komt toe aan vrije markten en kapitalisme, 'want die bevorderen economische groei en het was voornamelijk groei die wereldwijde armoede heeft verlicht.'
Als je deze resultaten zo bekijkt, is het makkelijk te begrijpen waarom voorstanders geloven dat het kapitalisme het meest morele economische en sociale systeem is. Hoe kan iets dat vrijheid, gezondheid en welvaart vergroot slecht zijn? Wat mankeert er aan de mensen die kapitalisme willen vervangen door centrale planning en een gigantische verzorgingsstaat? Hoe meer je kijkt naar het 'grote plaatje', hoe lastiger het wordt om te begrijpen welke argumenten 'de andere kant' heeft.
Het nadeel van grote plaatjes is dat de details neigen weg te vallen. Hoe groter de schaal, hoe minder details, en andersom. Het adagium van het grote plaatje is 'als je een man een vis geeft eet hij een dag, als je hem leert vissen eet hij vele dagen.' Het hart van antikapitalisten bloedt voor de kleine groep mensen die te jong, te oud, te simpel of simpelweg te uitgeblust is door armoede om nog te leren vissen.
De tekst gaat verder onder de foto.