De misrekening van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) met betrekking tot de gevolgen die het bail-outprogramma zou hebben voor de Griekse economie is waarschijnlijk een van de ernstigste en tegelijk meest lucratieve in de geschiedenis van de economische prognoses.

Ten tijde van de eerste bail-out voorspelde het IMF dat deze in 2011 tot een depressie van 11,8% in de investeringen zou leiden. De werkelijke daling van het investeringspeil in 2011 bedroeg 19,4%. Voor 2012 voorspelde het IMF een toename van 0,8%, maar feitelijk trad er opnieuw een daling op, en wel van 19,4%. En voor 2013 voorspelde het IMF een groei van de investeringen van 4,8%, maar er trad opnieuw een daling op, ditmaal van 13,2%. Wat betreft de prijsinflatie voorspelde het IMF -0,5% voor 2011, 1% voor 2012, 0,7% voor 2013, 1% voor 2014 en 1,1% voor 2015. De daadwerkelijke prijsinflatie bedroeg 1% in 2011, -0,3% in 2012, -2,1% in 2013 en -2,6% in 2014.

De berekeningen van het IMF waren gebaseerd op een ernstige fout. Om te kunnen doen alsof de Griekse schuld tegen 2022 zou zijn beperkt, hadden de opstellers van het Griekse programma om een einde te maken aan het bankroet van het land berekend:

  • Hoeveel overschot de staat zou genereren in de periode 2015-2022, waarmee de schuldeisers konden worden terugbetaald. Laten we dat S noemen (surplus, overschot)
  • Hoeveel het nationale inkomen of bnp zou moeten groeien om een dergelijk overschot vanuit de belastingopbrengst mogelijk te maken. Laten we dat G noemen (groei).
  • Het niveau van de belastingen in het algemeen dat een regering aan de economie moet onttrekken om haar schuldeisers terug te betalen en de staat draaiende te houden. Laten we dat T noemen (taxes, belastingen).

Toen ze deze cijfers hadden bepaald, maakten ze die bekend als doelstellingen. Ze dwongen de Griekse ministers van Financiën en de premiers om een verklaring te ondertekenen (een Memorandum van Overeenstemming) waarin passages waren opgenomen als 'De Griekse regering verplicht zich ertoe te streven naar een groeicijfer (G) dat het mogelijk zal maken om belastingen (T) te innen, zodat er aan het einde van elk jaar een overschot ontstaat, gelijk aan S.

De tekst gaat verder onder de foto.

Eurogroep President en voormalig Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem en voormalig Minister van Financiën van Griekenland Yanis Varoufakis (Foto: AFP PHOTO, Emmanuel Dunand).

Aangezien S voldoende zal zijn om de terugbetaling van de schuld aan de schuldeisers mogelijk te maken, is de Griekse schuld dus houdbaar.' Dat klonk allemaal geweldig, maar er was één probleempje: de drie cijfers (S, G en T) werden achterstevoren berekend, uitgaand van wat er in 2022 nodig zou zijn om de Griekse schuld terug te betalen (hoe groot het cumulatief overschot S moest zijn) om uit te komen bij het groeicijfer G dat zou moeten worden gehaald in het begin – dus vanaf 2015.

Maar het nieuws dat de regering bedrijven en gezinnen zou gaan belasten ter waarde van T (de enorme som die nodig was om S te genereren) zorgde ervoor dat bedrijven in 2015 ophielden te investeren en dat gezinnen voorzichtiger begonnen te consumeren.

Simpeler gezegd was het niet alleen zo dat de cijfers T en S die nodig waren om het programma ook echt te laten werken, om te zorgen dat 'de uitkomst onder de streep klopt' (zoals IMF-functionarissen het altijd formuleren), inconsistent waren, ze waren bovendien niet te verenigen met het groeicijfer G dat nodig was om ze tot stand te brengen.

Ondanks deze spectaculaire blunder verdiende het IMF een leuk bedrag aan Griekenland. Tegen de tijd dat ik ontslag nam, had de bankroete staat meer dan 3,5 miljard aan rente en vergoedingen betaald aan het IMF, hetgeen neerkwam op gemiddeld 37% van het totale netto-inkomen van het IMF, en 79% van de totale interne kosten dekte. Vanaf het moment dat Griekenland in de schuldenslavernij raakte, heeft het IMF een gemiddelde exploitatiewinst van 63% behaald, veel meer dan Goldman Sachs of J.P. Morgan.

En waar komt de winst voor het IMF vandaan? Van de Europese belastingbetaler, natuurlijk. In zekere zin hebben de functionarissen in Berlijn en Brussel gelijk steeds wanneer ze ontstemd zijn omdat het IMF hun vraagt Athene schuldenverlichting te verlenen: het IMF wil dat de Europese schuldeisers van Griekenland, die het IMF van enorme winsten hebben voorzien, een haircut uitvoeren op de schulden die het land aan hen heeft, maar niet op die welke het aan het IMF heeft.

En zo zit Griekenland dus gevangen tussen het IMF dat terecht schuldenverlichting voorstelt, ondanks het feit dat het profiteert van het feit dat Griekenland die niet krijgt, en de EU, die het IMF heeft gebruikt om Griekenland schuldenverlichting te onthouden.

meer weten?

Dit is een verkort deel uit Yanis Varoufakis' boek Volwassenen onder elkaar (2017).