Op 16 oktober 2020 werd de Franse geschiedenisdocent Samuel Paty vermoord. Maar het onderwijs mag geen spel van leven of dood worden. "Neem als maatschappij stelling vóór vrijheid en tégen radicalisering," zegt Stine Jensen. "Sta pal achter Samuel Paty."

Op 2 november 2004 werd filmmaker en columnist Theo van Gogh vermoord. Hij was op weg naar zijn werk, toen Mohammed Bouyeri twee kogels op hem afvuurde. Van Gogh werd getroffen, probeerde nog weg te vluchten, maar zakte in elkaar. Bouyeri schoot nog 5 kogels op hem af. Daarna sneed hij met een groot kapmes de keel van Van Gogh door onthoofding. De moord op Van Gogh is levende geschiedenis. Ook de Franse schoolleraar Samuel Paty (1973-2020) werd 'onthoofd'. Ik weet niet hoe het u afgaat, maar iedere keer dat ik het woord 'onthoofd' feitelijk, neutraal en constaterend hoor uitgesproken of zie opgeschreven in media, voelt dat bevreemdend. Het is zó barbaars en verbijsterend dat je je er nauwelijks een voorstelling van kunt maken. Op Twitter legt @JasonWalters het aan me uit:

Een letterlijke navoltrekking van het leven van Mohammed en de eerste moslims is de basisimpuls in conservatieve kringen. Het gaat zelfs zover dat bijv salafisten een apart loopje hebben, omdat ze zelfs de manier van wandelen van Mohammed letterlijk willen imiteren.

— Jason Walters (@jasonwalters85) October 19, 2020

Zou dit de 'echte' Jason Walters zijn? Lid van de Hofdstadgroep van destijds die de moord op Van Gogh beraamde en na deradicalisering mensen nu waarschuwt?

De moord op Paty brengt de moord op Van Gogh in herinnering. De schok was destijds groot. Theodor Holman en Rina Spigt maakten vrijwel direct na de aanslag een memorabele uitzending van Desmet Live over hun goede vriend en overdachten de consequenties van deze moord voor de samenleving, voor de kunsten, voor de vrijheid van meningsuiting. Daar waar het in overige media vooral ging over de vraag of de columns van Van Gogh te ver gingen (met de suggestie dat hij het over zich had afgeroepen) – was er gelukkig ook aandacht voor Van Goghs werk als filmmaker waarbij hij op geestige en ontroerende wijze juist de multiculturele samenleving in beeld bracht – inclusief de botsingen – met bijvoorbeeld de relatie tussen Najib en Julia in de televisieserie Najib en Julia en Cool!.

De moord op Paty is anders, in zekere zin nog angstaanjagender, omdat het hier een 'gewone' geschiedenisdocent, een burger, betreft. Geen bekende schrijver (Rushdie) of filmmaker (Van Gogh) is het doelwit, iedereen kan nu het doelwit zijn. De klas is geen veilige ruimte meer, er wordt meegekeken en meegeluisterd, en dat kan grote consequenties hebben. Hoe hierop te reageren?

In Nederland was weinig publieke ophef te bespeuren. Bij het televisieprogramma De Vooravond schoof een docente maatschappijleer, Lucelle Comvalius, aan. Geen politicus, geen Frankrijkkenner, islamdocent, maar één docent op wie al het gewicht drukte om de juiste woorden te kiezen. Dat lukte haar niet – integendeel. Ze zei dat ze de 'spotprenten' niet zou laten zien (wel bespreken) in de klas, want ze wilde er voor 'alle kinderen' zijn en ze zei dat de 'vrijheid van meningsuiting gepaard gaat met verantwoordelijkheid'.

Bloemen buiten de school waar Samuel Paty lesgaf

Op zichzelf mooie uitspraken, maar in deze context bijzonder pijnlijk, omdat ze zich laten lezen als: wees toch voorzichtig, houd rekening met ieders achtergrond. Dat nu, lijkt me onmogelijk. Want wat houdt dat in? Geen Anne+ kijken omdat dit tegen de (antihomoseksuele) waarden van het streng-gereformeerde kind indruist? De Armeense genocide overslaan in de geschiedenisboeken omdat enkele kinderen met een Turkse achtergrond die niet erkennen? Enzovoort. Leren betekent juist openstaan voor wat afwijkt van wat je altijd dacht, durven denken is van mening veranderen, altijd benieuwd zijn naar het andere geluid.

Comvalius kreeg de geneugten van het vrije woord rijkelijk over zich heen: Twitter liep over van reacties, niet heel beschaafd verwoord. Presentatrice Fidan Ekiz nam het de volgende dag voor haar op, we zouden ons niet op haar moeten storten, maar op de zaak. Daarin heeft ze gelijk, maar probleem was natuurlijk ook dat zij en haar redactie haar zelf naar voren hadden geschoven als enige en dat ze daarmee de rol van representant van leraren in Nederland kreeg.

Het woord 'spotprent' viel overigens vaak. Dat vond ik ingewikkeld. Jyllands Posten verzocht in 2005 aan veertig Deense tekenaars (onder wie cartoonisten) om Mohammed te tekenen zoals zij die zagen. Twaalf van die tekeningen werden afgedrukt. Sommige daarvan vind ik grappig (zoals de zelfmoordterrorist die bij de hemel komt waar de hemelbewaarder zegt: 'Sorry de maagden zijn op'). De beruchte tekening van Mohammed met een bom op zijn hoofd vind ik vooral intrigerend. Ik zie er geen spotprent in, eerder een constatering: dat alles wat met Mohammed te maken heeft, een explosieve, tikkende tijdbom kan worden – een explosieve kwestie in de samenleving.

Zo werd die tekening niet geïnterpreteerd, er was maar een lezing mogelijk vanuit de gekwetste groep: hoe durf je een bom op het hoofd van onze profeet te tekenen? Het probleem is dat je de profeet überhaupt niet mag afbeelden – dat op zichzelf is al voldoende voor ophef. Hoe ons daartoe te verhouden? Het antwoord lijkt me dat de wetgeving hier bepaalt. Nergens in onze Nederlandse wetgeving staat dat je de profeet niet mag afbeelden. Als dit te kwetsend is voor je, wend dan het hoofd af. Je mag het afkeuren, respectloos vinden, je mag terug tekenen, maar niet voor eigen rechter spelen.

Dat het niet in de wet staat, betekent natuurlijk niet dat je bewust moet provoceren. Ik wil best rekening houden met bijvoorbeeld het feit dat scheldwoorden als 'Godverdomme' kwetsend kunnen zijn, omdat God voor iemand een vriend is, een steun en toeverlaat, maar in deze context van de onthoofding is dat niet aan de orde: deze leraar gaf een les over de vrijheid van meningsuiting. Hij had geen intentie om iemand te kwetsen. Hij onderwees. En is nu zelf lesmateriaal geworden over de vrijheid van meningsuiting, net als Theo van Gogh.

Op de Vrije Universiteit heb ik jarenlang de cursus Arts & Society gegeven, over opruiende kunst en de vraag: waar liggen grenzen, waarover en waarom winden mensen zich op? De grensoverschrijdingen liggen meestal op vier gebieden: zeden (seks, denk aan Lolita), geweld (denk aan Brights Lights, Big City, of de film A Clockwork Orange) natie (beledigingen van het land, denk aan Orhan Pamuk's Istanbul die daarmee de Turkse wet 301 zou hebben overtreden), religie (Salman Rushdie's De duivelsverzen), belediging van groepen en individuen (Herman Brusselmans die modeontwerpster Ann Demeulemeester zou hebben beledigd door haar als al te herkenbaar personage in een roman negatief te portretteren).

De moord op Paty is geen Franse kwestie. Laat het onderwijs geen spel van leven of dood worden, maar neem als maatschappij stelling voor vrijheid en tegen radicalisering.

We lazen ieder jaar De duivelsverzen. Over de schrijver werd in 1989 een fatwa door de Iraanse ayatollah Khomeini afgeroepen; er werden vertalers vermoord (in Japan, in Engeland). Dat lezen was trouwens geen gemakkelijk klus: de vuistdikke roman is een postmodern, complex werk. Sommige studenten werden verliefd op het werk van Rushdie, anderen vonden het te ingewikkeld en bereikten nooit de gewraakte passages (een komisch telefoongesprek waarin 'duivelsversjes' gemompeld worden).

Maar dat deden we dus: we keken, lazen, analyseerden, interpreteerden alles wat omstreden was – inclusief de Mohammed-tekeningen, en gingen op zoek naar de steeds verschuivende ethische grenzen door de tijd heen, gevoerde rechtszaken, verschillen wereldwijd. Over het tonen van de tekeningen heb ik nooit geaarzeld. Dat komt denk ik ook omdat het om een universitaire omgeving ging. Op een middelbare school is dat mogelijk anders. Daar heerst de potentie van een sterkere groupthink, de hormonen zitten soms het denken in de weg. Ik weet nu niet zeker of ik het nog zo gemakkelijk zou durven, niet omdat ik vind dat je het niet zou moeten doen, maar uit angst.

Het is van groot belang dat Nederlandse politici van alle partijen, docenten, studenten, leerlingen, omroepen − onder wie mijn eigen omroep Human, zich in deze tijd blijven uitspreken zodat leraren en leerlingen zich veilig weten in de klas om álle stof te kunnen behandelen. De moord op Paty is geen Franse kwestie. Laat het onderwijs geen spel van leven of dood worden, leg die keuze niet bij individuele docenten neer, maar neem als maatschappij stelling voor vrijheid en tegen radicalisering. Sta pal achter Samuel Paty. Dat is je verantwoordelijkheid nemen.