Sinds de Sokal affaire is het gebruik van onorthodoxe terminologie in filosofische teksten een teken van intellectuele kwakzalverij. Als een slechte goochelaar die met smoke and mirrors zijn bedrog probeert te verdoezelen. Coen Simon beschrijft in een column hoe de affaire onder sommige recensenten heeft geleid tot een reactionaire 'ze willen mij bedonderen'-houding zodra ze worden geconfronteerd met postmoderne, of simpelweg taaie, teksten.

Ik heb niet zo'n probleem met de Franse psychoanalyticus Jacques Lacan en zijn ondoorgrondelijke verhaal over de wortel van -1 (wie het begrijpt mag het mij uitleggen in de comments), want ik zie de lol van fallische, ahem, vrije associatie bij wiskundige formules wel in. Waar ik wel reactionair van word is kwantummystiek. Denk aan het boek De Tao van Fysica, of mensen die horen van spooky action at a distance en vervolgens gewichtig meedelen dat de Oosterse filosoof dinges gelijk had en 'we allemaal verbonden zijn'.

Deze 'kwantumbetovering' is qua creativiteit het spiegelbeeld van de postmoderne 'nonsens'. In plaats van zich een wetenschappelijke of wiskundige term eigen te maken en er in het proces een volledig nieuwe (alhoewel volstrekt bezopen) betekenis aan te geven - zoals in het geval van Lacan en de postmodernen - doet de kwantummysticus het tegenovergestelde. Hij verzamelt nieuwe feiten zoals 'spooky action' en voegt ze toe aan oude verhalen en 'wijsheden', om ze zo meer 'wetenschappelijk' gewicht te geven.

Tekst loopt door onder de video.

De reden dat nieuwe feiten uit de kwantumfysica zich bij uitstek lenen voor Oosterse interpretaties, is dat er in de Oosterse filosofie veel abstracte formuleringen voorkomen, zoals 'we zijn allemaal energie' en 'alles is een'. Hoe abstracter hoe beter, want hoe meer kwantumbetovering erop geprojecteerd kan worden.

Het probleem is niet dat het wetenschappelijk onwaar is dat alles energie is - want dat klopt namelijk wel -, of dat kwantumverstrengeling niet betekent dat alles op het kleinste niveau met elkaar verbonden is. Het probleem is de vanzelfsprekendheid waarmee daar 'diepe' betekenis aan wordt toegekend buiten het domein van de kwantumfysica.

De wetenschap dat er op het kwantumniveau geen vastomlijnde objecten bestaan en je geen mens-deeltje van een tafel-deeltje kunt onderscheiden betekent nog niet dat de concepten 'mens' en 'tafel' nu plotseling van betekenis zijn veranderd. De wetenschap dat er geen lepel is, is alleen relevant als je in de Matrix zit en je je na dit inzicht in bullettime kunt voortbewegen, of kunt vliegen. Real life Neo is geen Messias, maar een hippie.

Kortom, de 'wetenschap' dat er geen kwantumlepels bestaan maakt niet dat je ze ineens met je wilskracht kunt buigen, want wij functioneren niet in de kwantummaxtrix, maar in de macrorealiteit waarbij een tafel iets anders is dan een mens. De 'wetenschap' dat ik na mijn dood terugkeer tot een 'energieveld' verandert niets aan het feit dat ik wil blijven leven. Enzovoort.

Hoe kan het dat ik zo'n tolerantie heb voor 'postmoderne' filosofie en tegelijkertijd zo'n onredelijke hekel aan kwantummystiek, vraag je? Omdat de betekenis van woorden als 'tafel' en 'mens' al filosofisch problematisch zijn zonder kwantumfysica, zoals het late werk van de Oostenrijkse filosoof en 'aardvader' van het postmodernisme Ludwig Wittengenstein laat zien. Hoe kan het dat wij een zin als 'een beker zonder bodem en zonder rand' als betekenisvol ervaren? Als de late Wittgenstein fout 'postmodern' is, wil ik niet goed zijn.

Het erbij slepen van kwantumfysica is zo nodeloos ingewikkeld, dat geen weldenkend mens het in zijn hoofd haalt om daar de 'oplossing' te zoeken. Dat de kwantummysticus zich pas gaat afvragen of de betekenis van dingen wellicht niet vanzelfsprekend is nadat de 'mysterieuze' kwantum-factor eraan te pas komt geeft aan dat hij niet begrijpt hoe diep het filosofische probleem van betekenis gaat.

Iemand die kwantumfysica gebruikt om de filosofie te begrijpen is als iemand die een vuur probeert te blussen met wasbenzine. Kortom iemand die niets begrijpt van beide dingen, maar wel een hoop herrie maakt.

De Sokal affaire was een hoax, bedacht door de natuurkundige Alan Sokal. In 1994 stuurde hij een nepartikel met een zelfverzonnen postmoderne theorie op naar het academische tijdschrift Social Text, dat hij doorspekte met citaten van o.a. de Franse filosoof Jacques Derrida. Tot zijn verbazing werd het gepuliceerd. Voor Sokal was dit het bewijs dat het postmodernisme grote hoeveelheden onzin verkondigt.

De reactie van Einstein op het fenomeen Kwantumverstrengeling, het idee dat objecten die door grote afstanden van elkaar gescheiden zijn tegelijkertijd op elkaars gedrag kunnen reageren.