Nederland is een van de meest lichtvervuilde landen ter wereld, weet theatermaker Marjolijn van Heemstra. Op steeds minder plekken wordt het ’s nachts nog echt donker. Dat heeft gevolgen voor het leefgebied van veel nachtdieren, vogels en insecten. Maar ook voor de mens is het ongezond: licht verstoort het slaapritme en kan op de langere termijn ziektes veroorzaken. Het is tijd om de duisternis weer te omarmen.

Een lantaarnpaal voor je raam

Floor Hallema woont op een prachtige plek in Amsterdam-Noord. Jammer alleen dat het er nooit écht donker wordt. Het uitzicht op de hemel is wijds, maar de sterren zie je niet vanwege alle lantaarnpalen. Die bovendien pal voor de huizen staan. “Mijn dochter klaagt regelmatig over te veel licht in haar kamer,” vertelt Hallema. Dus is ze met doeken in de weer om het licht tegen te houden. “Zelf slaap ik ook niet al te best, waardoor ik me heel bewust ben van al dat licht ’s nachts.” Als natuurliefhebber maakt ze zich ook zorgen over nachtdieren, die veel last hebben van het licht. “Kunstlicht is ontzettend slecht voor nachtvlinders. Uit onderzoek blijkt dat hun bioritme zo wordt verstoord door kunstlicht dat ze geen goede lokstoffen kunnen aanmaken. Daardoor kunnen ze zich minder goed voortplanten.”

Floor Hallema vindt het jammer dat het nooit écht donker wordt.

Een generatie die opgroeit zonder sterren

“Die zorgen over het verdwijnen van het donker herken ik heel goed,” zegt theatermaker en schrijver Marjolijn van Heemstra. Nederland is een van de meest lichtvervuilde landen ter wereld. Vooral in gebieden met het veel kassen is het erg licht. Ook helpt het niet dat we veel water hebben dat licht reflecteert en geen bergen of bossen die het tegenhouden. “Maar we zijn ook heel dom met licht bezig. Er is geen landelijke wetgeving en elke gemeente heeft eigen regels.” De wereld wordt nu elk jaar 2% lichter en 80% van de kinderen die in de meest lichte gebieden opgroeien zullen waarschijnlijk nooit de Melkweg zien. “Wat een super, super treurig idee is natuurlijk. We hebben honderdduizenden jaren als soort omhooggekeken en ons verwonderd over de sterren. Die zijn de bron van onze wetenschap en onze verhalen. En dat is nu, whoop, ineens weg.”

"80% van de mensen die nu opgroeien in het Westen, in de meest verlichte mensen, zullen nooit de Melkweg zien. Dat is een super treurig idee."

Marjolijn van Heemstra
Slecht voor mens en dier

Behalve nachtvlinders zijn er veel andere nachtdieren die last hebben van lichtvervuiling, zoals vleermuizen, egels, vossen en glimwormen. “Een deel van de insectensterfte, waar we nu zoveel last van hebben, wordt ook veroorzaakt door lichtvervuiling. Insecten worden aangetrokken door lampen en blijven er rondjes om vliegen. Zo verliezen ze hun levensenergie aan een lantaarnpaal.” Ook voor mensen is al dat licht niet best, want het verstoort ons bioritme. “Het lijkt erop dat te veel licht ons voortdurend in de aan-stand zet, waardoor we te weinig rust hebben en minder goed slapen. Dat kan leiden tot ontwikkeling van bepaalde ziektes.”

Cultuur van het licht

“Ik denk dat het heel jammer is om in een cultuur te leven waar de duisternis afwezig is.” De nacht is van oudsher de tijd van transformatie, van even iemand anders kunnen zijn. Maar in onze cultuur is daar steeds minder ruimte voor. Licht associëren we met vooruitgang, met moderniteit, met daadkracht, volgens Van Heemstra. “Dat is een heel binair denken: donker is slecht en licht is goed. Ik denk dat als we meer leren omgaan met de duisternis een andere mentaliteit kunnen ontwikkelen, waarin meer ruimte is voor niet-weten weten, voor niet aanwezig hoeven zijn en niet voortdurend hoeven handelen.”

Omarm het donker

“Het mooie aan lichtvervuiling is dat je het eigenlijk heel makkelijk kunt oplossen. Want je kunt gewoon het licht uitdoen.” Lampen uitdoen helpt, of een melding maken bij de gemeente van een lantaarnpaal waar je last van hebt. Ook zou het goed zijn als de regelgeving verandert, vindt Van Heemstra.

In een licht land als Nederland is het niet zo makkelijk om in contact te komen met de duisternis. Toch kan het wel. “Wat ik heel leuk vind is schemeren. Je zoekt een plek op waar het echt donker wordt en gaat de fase van licht naar donker heel bewust meemaken.” Normaal gesproken gaat dat moment ongemerkt voorbij. “In die overgang van licht naar donker, en daarna weer terug, gebeurt heel veel. Dan laten de vogels van zich horen en verschijnen de nachtdieren." En ook in onze eigen waarneming kan iets veranderen. “Het is een soort planetair bewustzijn: we draaien weg, daar komt het donker aan.”

Marjolijn van Heemstra (1981) is theatermaker en schrijver. Ze schreef verschillende dichtbundels en romans en maakte theatervoorstellingen en podcasts. Haar laatste non-fictie boek is In lichtjaren heeft niemand haast (2021), over hoe de ruimte ons kan helpen om anders naar de aarde te kijken. Als theatermaker werkt ze op dit moment aan De Nacht-Wacht, een onderzoek naar de waarde van de nacht en het donker in de stad. Daarvoor maakt ze regelmatig nachtwandelingen, samen met experts en publiek.