Openhartig, dromerig maar onverschrokken spreken ze in je oor, en vertrouwen je innige details toe over hun verlangens, sensualiteit en intimiteit. Voor BLOOS, de mannen, voerde theatermaker Marte Boneschansker gesprekken met mannen tussen de 18 en 96 jaar oud. Over mannelijkheid, hun lichaam en wie zij zijn voorbij dat lichaam. Zo dicht op de huid, dat je voor even in hun huid kruipt. Aan de hand van fragmenten uit de voorstelling spreekt ze erover met Floortje Smit in de HUMAN-podcast Brainwash (abonneer je via Apple, Spotify, of RSS-feed).

Je bedacht voorstelling BLOOS als reactie op de scheiding van je ouders.

'Ja. Ik had met mijn ouders eigenlijk helemaal geen gesprekken over sensualiteit of intimiteit. Het was een vanzelfsprekendheid: dat doen ze met elkaar. Maar toen gingen ze uit elkaar. Hoe moest het verder? Gingen ze daten? Ze waren een jaar of zestig en ik vroeg me af hoe het op die leeftijd met intimiteit zit. De voorstelling komt ook voort uit mijn werk als model. In de modewereld is iedereen jong, wit en dun, en daar begon ik me aan te ergeren. Dat kan het toch niet zijn? Daarom ben ik heel veel verschillende soorten mensen van verschillende leeftijden gaan interviewen over intimiteit.'

Bij mij gaan alle blokkades omhoog als ik aan mijn ouders en intimiteit denk...

'Dat is wel begrijpelijk, maar is het ook wenselijk? Ik weet niet hoe jouw seksuele voorlichting was op school, maar bij mij was het gewoon: krijg geen soa en word niet zwanger. De hele turbulente gevoelswereld werd volslagen genegeerd. Ik zou het te gek vinden als er scholen komen kijken naar BLOOS en de voorstelling gebruiken als seksuele voorlichting.'

Ik merkte dat het voor mensen die ik interviewde en die nog nooit over intimiteit hadden gepraat, lastiger was om woorden te vinden.

Veel mensen vinden het lastig om over intimiteit te praten. Kan dat anders?

'Van mij mag het wel wat meer open. Ik denk dat je er meer taal voor vindt als je er vaker over spreekt. Ik merkte dat het voor mensen die ik interviewde en die nog nooit over intimiteit hadden gepraat, lastiger was om woorden te vinden. Als je vaker dit soort gesprekken voert, is dat heel anders. Ik interviewde bijvoorbeeld een polyamorist, die veel meer nagedacht heeft over vragen als: wat is mijn verhouding tot intimiteit, wat betekent dat voor mij, wat is de rol van mijn zintuiglijkheid daarin, wat heb ik nodig? Hij had ook de taal om daarover te praten. Als je daar niet mee bezig bent of er geen gesprekken over voert, dan blijft het afgesloten.'

Mannen kunnen veel slechter over intimiteit praten dan vrouwen, hoor je vaak.

'Ja, dat dacht ik ook. Ik heb eerst een vrouwenversie van deze voorstelling gemaakt, daarna moest er natuurlijk een mannenversie komen. Van tevoren dacht ik: dit gaat heel lastig worden, mannen gaan hier niet over kunnen praten. Allemaal vooroordelen van mij. Soms was het ook zo, maar net zo vaak als bij de vrouwen. Er zijn veel mannen die er heel open over zijn. Er was zelfs een jongen die zei: 'Ons wordt nooit iets gevraagd, maar wij mannen hebben ook gevoel!' Mijn vooroordelen zijn ontkracht, ik heb heel open gesprekken gehad. Dat heeft mijn blik op mannen ook veranderd.'

Hoe zorg je ervoor dat mensen open zijn als je ze interviewt?

'In het begin deden we de interviews zittend, tegenover elkaar. Je moet dan veel bevestiging geven, merkten we. Je knikt bijvoorbeeld om aan te geven dat iets niet raar is, of dat je iets begrepen hebt. Op een gegeven moment zijn we de interviews op de grond doen, liggend. Zowel wij (Marte en Vincent Brons, red.) als de geïnterviewde lagen op grond, wat het gelijkwaardig maakt. Ook gaan mensen veel meer mijmerend spreken, waardoor je een meer open gesprek krijgt, zonder dat je die bevestiging nodig hebt.'

Mensen praten misschien wel makkelijker over intimiteit met jou dan met hun eigen partner?

'Ja, dat denk ik wel. Het is anoniem, dus je geeft je verhaal aan een vreemde. En je stelt andere vragen aan iemand die je niet kent. Ik heb ook mijn eigen man geïnterviewd en dat was heel ingewikkeld. Het was moeilijk om hem te benaderen met een beginners mind, zoals ze zeggen in de Japanse massagetechniek Shiatsu. Volgens die theorie moet je iedere persoon die je masseert benaderen als een nieuw lichaam. Waar kan ik druk zetten, waar niet, waar zitten de verbindingen? Van mijn eigen man had ik al zo veel informatie en wist ik niet meer wat ik wel en niet gevraagd had. Bij een wildvreemde is het eigenlijk een stuk makkelijker om door te vragen.'

'Ik merkte dit ook toen we mannen gingen interviewen die door hun vrouw waren opgegeven, die zelf mee hadden gedaan aan BLOOS, de vrouwen. Dat waren geen goede interviews. Er zat een terughoudendheid in, omdat ze wisten dat hun vrouw het zou gaan horen. Ik kan eigenlijk niet écht zeggen wat ik bedoel, hoor je ze denken. Dat is natuurlijk stupide, want als er íemand is aan wie je het wilt vertellen, dan is het je eigen partner. Maar ja, daar heb ik dus zelf ook last van. Het is schaamte.'

De gesprekken die je hebt gevoerd zijn heel zintuigelijk.

'Ja! Dat vind ik juist zo mooi, het is bijna synesthesie. Dat tastbaar maken van een ander zintuig in audio vind ik tof. Je kunt het heel concreet maken, je kunt vragen: hoe voelt die stof dan, waar zijn je handen, wat ruik je, of wat zie je voor je als je je ogen dicht doet. Ik vind het heel boeiend om daar taal voor te vinden. Voor de luisteraar wordt het ook een heel zintuigelijke en sensuele ervaring. Als je iemand ziet, heb je meteen allerlei vooroordelen. Dat is iemand met die huidskleur, uit dat sociale milieu, die zal wel zoveel verdienen, of die politieke idealen naleven. Dat vervalt allemaal als je je concentreert op de stem. Ik vind het fijn als we minder op zicht georiënteerd zijn.'

Daar is de voorstelling ook op ingericht.

'Je komt als bezoeker in een soort cocon te liggen die past bij het verhaal. Er is bijvoorbeeld een verhaal van een man die ook aan BDSM doet. Die cocon gaat over macht en overgave: je ligt met je gezicht naar beneden, er is een soort spanningsveld tussen de spelers en het publiek. Dat is ook iets wat alleen op gevoel gericht is, niet op zicht. Je wordt gestreeld met een zweepje. Je wordt niet écht gespankt, maar het zou kunnen.'

Wat hoop je te bereiken met de voorstelling?

'Ik hoop dat mensen zich aan de hand van de gesprekken kunnen identificeren met bijvoorbeeld een aseksueel iemand, ook al zijn ze dat zelf niet. Dat je zo dichtbij mag komen, dat je je een beetje die persoon voelt en zo begrip voor elkaar kweekt. Ik heb dat zelf wel, dat ik iets van herkenning vind in de verhalen. Uiteindelijk ben je ook gewoon mens, en is aseksualiteit een onderdeel van wie je bent. Een van de geïnterviewden benadrukte ook dat seksualiteit fluïde is. Nu is hij aseksueel, maar misschien over tien jaar weer iets anders. Die hokjes zijn prettig om je geborgen te voelen in een groep, maar het kan verschuiven, je hoeft je niet vast te zetten.'

Hebben de gesprekken jouw blik op intimiteit veranderd?

'Ik denk dat elk gesprek wel iets in mij losgemaakt heeft en me in beweging heeft gezet. Ik ben er veel lijfelijker van geworden en heb meer momenten gecreëerd waarin ik dat mag voelen. En ik ben wel iets brutaler geworden, ook zonder microfoon. Ik ben minder bang geworden in het delen van mijn eigen verhaal, en durf ook meer door te vragen als iemand iets zegt over zijn gevoelswereld.'

En heb je het nog met je ouders durven bespreken?

'Ik heb het met mijn moeder veel over gehad. Mijn vader was sowieso wel open in gespreken over intimiteit. Ik denk dat als je opgroeit van puber tot volwassen mens, de relatie tot je ouders ook verandert in een meer gelijkwaardige mens-tot-mens-relatie. Daar zitten we nu middenin en dat is wel heel spannend.'