Live optreden. Zangeres en actrice Wende Snijders noemt het 'het mooiste ritueel dat er is.' En dus is het ronduit pijnlijk dat de première van haar voorstelling De Wildernis voor de vierde keer is uitgesteld vanwege corona. Snijders is een van de meest veelzijdige artiesten van Nederland. Ze is thuis in klassiek, jazz, pop en elektronica en combineert die stijlen in grensverleggende theatervoorstellingen. Aan de hand van muziek spreekt ze erover met Johan Fretz in de HUMAN-podcast Brainwash (abonneer je via Apple, Spotify, of RSS-feed). Dit is een verkorte weergave van het gesprek.

Hoe heb jij je staande gehouden tijdens de coronalockdowns?

'Het is een beetje een queeste om aan de ene kant gefocust te blijven, te doen wat ik moet doen om mijn show te maken, creatief en on point te blijven. En aan de andere kant flexibel en open genoeg te zijn om het ook te laten, in te zien dat nu misschien de tijd is om nieuwe dingen te leren en nieuwe verbindingen aan te gaan. Het is best wel een koorddansact. Ik dwing mezelf om naar buiten te gaan. Ik heb geen zin om mezelf helemaal in een cocon in te bouwen. Dat is niet gezellig en ook voor mijn mentale gezondheid niet verstandig.'

Ik denk dat kunst en muziek niet alleen maar moeten gaan over hoop, troost en liefde. Je mag ook kanten laten zien die je liever niet bezongen wilt hebben.

Waar bevind je je nu op dat koord?

'Begin december werd duidelijk dat ik voor de vierde keer De Wildernis moest verplaatsen, mijn show die 21 januari in première zou gaan in Paradiso. In die tijd werkte ik aan Wende's Kerstkaleidoscoop, een kerstshow op televisie. Het was heel gek: aan de ene kant was ik superdruk en stond ik aan de vooravond van een enorme show, aan de andere kant hoorde ik dat De Wildernis, waar ik al vanaf 2019 mee bezig ben, weer niet doorging. Ik werd daar echt down van.'

Was het niet juist een redding of troost dat je zo'n groot project om handen had?

'Ik hoor weleens dat je heel erg verliefd kunt zijn en tegelijk kunt treuren om de dood van iemand die je dierbaar is. Dat die twee emoties naast elkaar kunnen bestaan. Het lijkt misschien een beetje een gekke vergelijking, maar wat ik meemaakte komt in de buurt, denk ik. Ik baalde en was tegelijk echt zwaar geïnspireerd, en wist dat ik iets supertofs zou gaan doen. In januari hadden we wel wat repetities staan voor De Wildernis. Die hebben we door laten gaan, ook om de groep bij elkaar te houden. Dat was heel fijn om te doen. Nu heb ik een beetje het gevoel van: wat nu? Toen dacht ik, dan ga ik aan een album werken, omdat ik toch al 7000 liedjes heb geschreven.'

Is dat lastig, om zo te moeten schakelen?

'Ik heb me mezelf afgesproken dat De Wildernis het beste is wat ik als performer en showmaker uit mezelf kan halen. Het lastige is dat, als je weet dat iets op een bepaald moment gaat gebeuren, je er naartoe gaat werken. Je gaat een boog maken, en die boog heeft een bepaald ritme. Als je telkens wordt afgezegd, raak je een beetje terughoudend. Dan ga je je afvragen of je er wel vol in moet gaan. Het commitment moet van dieper komen. Daarom zeg ik nu ook dat het 8 april gaat gebeuren, dat is de nieuwe datum die we gekregen hebben. Tegen beter weten in geloof ik daar vol in. Die overtuiging is nodig om de energie op te brengen, mijn stem en lijf te trainen en te weten wat ik met de nummers wil doen op het podium.'

Is de voorstelling dan af, voor je gevoel?

'Ik heb gemerkt dat ik, als ik slim muziek wil produceren, moet beginnen met praktisch, organisch en empirisch ontdekken wat de beste setlijst is. Al spelend maak ik het script. Dat kan ik niet van tevoren uitdenken, want elk nummer is een scène en hoe die scènes zich energetisch ten opzichte van elkaar verhouden kan ik niet bedenken. Daar heb ik een publiek voor nodig. Een cabaretier als Freek de Jonge doet om die reden ook zeventig try-outs voor hij überhaupt in première gaat.'

De energie die je terugkrijgt is dus onderdeel van de muzikaliteit?

'Het is onderdeel van het creatief proces. Voordat je gaat bedenken wat het decor is, wat de kostuums zijn, moet je eerst de energetische boog gespeeld hebben. In het beste geval speel je eerst twintig shows in allerlei rukbunkers in de luwte, maar in ieder geval voor publiek en op het scherpst van de snede, puur gebaseerd op de muziek. Dan ga je met de hele crew zitten en bedenken wat de wereld is van de show, wat het decor moet zijn en wat de kostuums. Misschien is dat wel een voordeel van het telkens verplaatsen van de show, ik kan elke keer dieper ingaan op het verhaal.'

Heb je wel kunnen spelen in die bunkers, of niet?

'Toen in april vorig jaar die Fieldlabs aangekondigd werden, heeft mijn producent als een idioot al die theaters gebeld. We konden zowel in theaters als clubs spelen, maar voor beperkt publiek en met mondkapjes en zitplaatsen. Dat is natuurlijk wel anders dan in Paradiso spelen voor een staand publiek.'

Hoe doe je dat dan?

'Je moet het doen met wat je op dat moment hebt. Ik stond tijdens die Fieldlabs voor mensen, dus ik heb meer informatie kunnen krijgen dan wanneer ik in een repetitieruimte had gestaan. Je kunt een volle zaal niet nabootsen, maar uit de mogelijkheden die er zijn, moet je je wijsheid halen, de skills vinden en verscherpen. Tijdens de repetities in januari hebben we net gedaan alsof we de show zouden gaan spelen en mensen uit de productie in de zaal gezet. Ga er maar naar kijken, want al kan ik niets doen, je kunt altijd iets doen. Dat klinkt misschien een beetje Cruijffiaans.'

Een van de nummers die Wende Snijders gekozen heeft voor Brainwash, is It Serves You Right To Suffer van John Lee Hooker. 'Die eerste zin is zo briljant. "It serves you right to suffer, it serves you right to be alone." Het blijft leuk om ermee te spelen: heeft 'ie het nu tegen zichzelf of tegen een ander? Er gebeurt niet zoveel in het nummer, maar op het juiste moment geeft 'ie er net een tik aan. Hoe subtiel de drummer aan het opbouwen is, hoe dienstbaar de bassist is. Ik vind dat zo spannend en vol.'

Luister je er heel technisch naar?

'Ik houd niet zo van muziek luisteren, omdat ik heel technisch luister. Zeker bij zang. Ik vind het bijvoorbeeld moeilijk om tijdens een etentje een gesprek vol te houden omdat ik te veel naar de muziek aan het luisteren ben. Eigenlijk is bluesmuziek de enige muziek waarbij ik me kan ontspannen. Wat ik zo mooi vind is dat de donkerheid, de slechtheid en de gewelddadigheid een plek krijgen. Ik wil geweld niet ophemelen, maar het is wel onderdeel van ons menszijn. En ik denk dat kunst en muziek niet alleen maar moeten gaan over hoop, troost, de verdrietige zijn omdat je verlaten bent, de wijze zijn, of de verliefde. Je mag ook kanten laten zien die je liever niet bezongen wilt hebben.'

Doe je dat zelf ook?

'Ik wil natuurlijk lief zijn, een goed mens zijn en boven mijn eigen driften uitstijgen. We leven in een maatschappij waarin we met elkaar samen moeten leven. Als jij de hele tijd loopt te schreeuwen en mensen afsnijdt op de fiets, dan hebben anderen even geen zin in jou. Iedereen kent die neiging wel, maar ik denk dat we ons voor een deel ook netjes gedragen omdat we niet uitgesloten willen worden. En ik vind het leuk dat de kunst een vrijplaats is om dat te onderzoeken. In De Wildernis probeer ik dat ook te doen, ga ik op zoek naar de donkere onderstromen in mijzelf.'