'We're all mad here. I'm mad. You're mad', zegt de Chesire Cat tegen Alice. Als Alice vraagt hoe hij dat weet, zegt hij: 'You must be, or you wouldn't have come here.'

In Alice in Wonderland (1865) ligt Alice zich ontzettend te vervelen langs de waterkant, tot ze een wit konijn met een jasje aan en een horloge in zijn hand voorbij ziet rennen. Ze springt op, rent achter hem aan en tuimelt diep het konijnenhol in, en rolt er in Wonderland weer uit. De logica is ver te zoeken in deze wereld. Alice snapt er niets van.

Gekke woordspelletjes en bizarre redeneringen zijn de normaalste zaak van de wereld. Dingen die met een 'M' beginnen worden druk nagetekend op papier, maar als Alice vraagt waarom, is het enige antwoord dat ze krijgt: 'Why not?' En als de Chesire Cat langzaam verdwijnt en alleen zijn grijns nog overblijft, merkt Alice op: 'I have often seen a cat without a grin, but never a grin without a cat.'

Wat is normaal? Wat is zin, wat is onzin? Wat is logica? Het zijn deze vragen die achter het sprookje van Alice liggen, die een bepalende rol hebben gespeeld in hoe filosoof Elize de Mul naar de wereld kijkt. En zij is niet de enige: bekende filosofen als Bruno Latour en Donna Haraway gingen haar voor. In Brainwash Zomerradio en in bovenstaand audiofragment gaat De Mul verder in op hoe een kinderboek zo'n grote inspiratiebron kan zijn.