Schuld. Het woord alleen al is bijzonder. In de Nederlandse taal staat het voor zowel een financiële schuld, als een wettelijke schuld. Je hebt schuld aan een delict als je ervoor veroordeeld bent, en je hebt schuld als je geld geleend hebt. Dat is in het Duits ook zo, met het woord Schuld.

In het Engels is het anders, daar heb je het woord debt voor een financiële schuld, en spreek je na veroordeling van guilt. Ook in het Frans, en in de meeste andere talen, is er dat onderscheid, dat in het Duits en in het Nederlands niet gemaakt wordt.

Schuld is een fundamenteel onderdeel van een economisch systeem. Al zolang er handel bestaat, bestaan er schulden, lenen mensen geld uit aan andere mensen, wordt dat geleende geld geïnvesteerd en vervolgens terugbetaald. Althans, in de meeste gevallen. Dat is hoe een economie werkt.

Geld is ook een vorm van schuld. Geld is een schuldpapier, uitgegeven door de overheid. Op de Engelse pond staat dat ook heel mooi aangeven: 'I promise to pay the bearer on demand the sum of five pounds', is bijvoorbeeld te lezen op een biljet van vijf pond. Het stukje papier is een belofte van de staat en daarmee ook een vorm van schuld.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Until debt tear us apart (foto: Alice Pasqual).

Het idee van schuld zit heel diep in onze economische manier van denken. Je kunt op drie verschillende niveaus naar schulden kijken: op het niveau van het individu, op dat van bedrijven en op dat van een land. Op het niveau van een bedrijf is er niet zoveel aan de hand. Ongeveer negentig procent van de schulden wordt terugbetaald, achter vijf procent moet je aan en de laatste vijf procent moet je afboeken omdat je dat geld nooit terug zal krijgen.

Een mooi voorbeeld is de aanleg van de Kanaaltunnel. Die werd in de jaren 80 en 90 grotendeels gefinancierd met privaat geld, want daar stond de voormalige Britse premier Margaret Thatcher op. Je kon toen eigenlijk al aanvoelen dat het project veel meer zou gaan kosten dan gepland, en dat dat geld nooit meer terugbetaald zou worden. Dat gebeurde en heel veel investeerders hebben hun geld nooit meer teruggezien. Dat is the cost of doing business.

Tekst loopt door onder de video.

Margaret Thatcher bij de aankondiging van de bouw van de Kanaaltunnel.

Maar: hoe zit dat met landen en met individuen? Er wordt gezegd dat je van een kale kip niet kunt plukken. Als iemand niets heeft en geen capaciteiten heeft om geld te verdienen, dan zul je je geleende geld niet terugkrijgen. Eigenlijk is het erger dan die kale kip. Je zou kunnen zeggen dat als je iemand onder druk zet om jouw geld terug te krijgen, dat 'ie van de stress al zijn veren kwijtraakt. Het feit dat je druk op hem zet, zorgt ervoor dat je de veren nooit zult kunnen plukken.

Dat geld niet alleen op het niveau van het individu, maar ook op dat van landen. Ik denk dan aan Griekenland. Natuurlijk zijn daar allerlei zaken gebeurd die niet door de beugel kunnen, is er veel te veel geld uitgegeven. Met name Franse en Duitse banken hebben veel geld uitgeleend aan Griekenland. Geld dat uiteindelijk weer terugbetaald is door de regeringen van die landen. Dus feitelijk hebben wij dat geld terugbetaald aan onze eigen banken. Private schuld is zo in regeringsschuld veranderd, een hele dubieuze situatie.

Griekenland heeft inmiddels zulke grote schulden, dat al dat geld dat nu aan dat land wordt uitgeleend, al die miljarden euro's, niet naar Griekenland gaat, maar naar de banken, de originele geldschieters. Maar heel weinig komt in Griekenland terecht. Het resultaat is dat de Griekse kip steeds kaler wordt. Het bbp, het bruto binnenlands product van Griekenland is met een kwart gedaald. De schuld als percentage van het bbp is omhoog geschoten, de Grieken zijn nu zo'n 170 procent van het bbp schuldig. Economisch heeft dat geen enkele zin meer.

Het IMF, het Internationaal Monetair Fonds, heeft ook gezegd dat het niet meer meedoet aan betalingen aan de banken, als er niet gesproken wordt over kwijtschelding, of over een soort adempauze. Toch blijven veel ministers van Financiën van Eurolanden op het standpunt dat een schuld niet kwijtgescholden mag worden. En dat terwijl economen en het IMF zeggen dat dat onzin is.

Terug naar dat morele aspect van schuld, dat schuld in Nederland zowel een financiële als een morele schuld is. Daar is een soort onbalans in gekomen. Degene die het geld leent, draagt de volledige verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dat geleende geld terugkomt. Degene die het geld uitleent, heeft de wet aan zijn kant, kan een deurwaarder op je afsturen. Er wordt nooit tegen een schuldeiser gezegd dat hij maar beter had moeten oppassen, of dat geld verliezen onderdeel is van geld uitlenen. De balans is zoek.

Ik denk dat daar een hele diepe morele aanname aan ten grondslag ligt, een die niet eens religieus is. In het geloof heb je namelijk de zogenoemde jubileumjaren. Dat zie je bijvoorbeeld in de joodse en in de christelijke, katholieke traditie. Elke 49 jaar, zeven keer zeven, kwam er een jubileum en werden alle schulden kwijtgescholden. Dan gingen bezittingen weer terug naar de eerste eigenaar, werden slaven vrijgekocht en meer van dat soort zaken.

Dat was omdat die eindeloze, uitzichtloze schuld niet iets was dat je wilde hebben. Er was sprake van vergevingsgezindheid. Niet alleen vanuit economisch oogpunt, maar ook als houding lijkt het me verstandig om dat terug te brengen. Als wij schuld willen begrijpen, en de functie van schuld in onze maatschappij, dan moeten we mensen niet eindeloos laten boeten. Alleen zo zorg je ervoor dat landen en ook individuen niet kapot gemaakt worden.

meer weten?

Bovenstaande tekst werd eerder uitgesproken door Karim Benammar in Brainwash Radio, de verhalende nieuwsanalyse van Brainwash op NPO Radio 1. Elke laatste maandag van de maand, 20:30 tot 21:30 uur. Ook beschikbaar als podcast.

De tekst werd eerder uitgesproken door filosoof Karim Benammar in Brainwash Radio. Vorige week werd bekend dat Griekenland op korte termijn kan rekenen op 8,5 miljard euro uit het Europese noodfonds ESM, om leningen af te betalen die binnenkort aflopen. Daarmee is het land echter nog niet uit de problemen. 

Het bruto binnenlands product (bbp) is de belangrijkste economische graadmeter. Het bbp is de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten en wordt gebruikt om de economische groei in een land te berekenen.