In Brainwash Zomerradio van Human interviewt presentator Floortje Smit denkers aan de hand van muziek. Hierboven terug te luisteren. Welke nummers zijn vormend geweest voor hun identiteit en denken? Deze lessen kunnen we leren van filosoof en Denker des Vaderlands Daan Roovers.

1. Je hoeft je kinderen niet stap voor stap te begeleiden

Heb je ooit een volwassene gezien die slecht loopt omdat zijn ouders te weinig met hem geoefend hebben? Nee, natuurlijk niet! En toch zie je ouders van jonge kinderen van tien maanden druk in de weer met stapjes oefenen, zegt Daan Roovers. Alsof dat helpt. Daar hoef je je tijd dus niet aan te besteden, volgens de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau.

Rousseau schreef een beroemd werk over opvoeding, Emile, of Over de opvoeding, over een jongen die zijn kindertijd niet op school doorbrengt, maar opgroeit in het bos met een opvoeder. Hij leert niet uit boeken, maar door te ontdekken en te doen. Dat boek is van grote invloed geweest op pedagogen als Maria Montessori, waar we nu nog de Montessorischolen aan te danken hebben. Kleine disclaimer: Rousseau verwekte zelf vijf kinderen die allemaal naar het weeshuis zijn gegaan, dus hij was zelf geen geweldige opvoeder.

Heb je ooit een volwassene gezien die slecht loopt omdat zijn ouders te weinig met hem geoefend hebben? Nee, natuurlijk niet!

Desondanks zet Rousseau je aan het denken. Wat heeft een kind nodig om te ontwikkelen? En vooral: wat heeft het niet nodig? Het gaat over de ontwikkeling van kinderen, en hoe die zichzelf stuurt. Voor Rousseau zijn twee dingen cruciaal: vrijheid en aandacht. Die twee hangen samen. In onze tijd lijkt het er een beetje op dat vrijheid geven hetzelfde is als geen aandacht geven: alsof je de voordeur openzet en wel weer ziet wanneer de kinderen thuiskomen. Maar vrijheid geven gaat volgens Rousseau over er op een afstandje achteraan lopen, kijken waar een kind heengaat en hoe het zich ontwikkelt. Dus vrijheid betekent juist aandacht geven en in de buurt blijven, in plaats van in de box zetten of vastsnoeren. Een oneigentijds idee, volgens Daan Roovers.

Aandacht gaat voor Rousseau over tijd doorbrengen met je kinderen. En dan niet zoals wij dat doen, heel gecompartimenteerd; een half uurtje huiswerk maken, dan naar muziekles, en daarna even eten. Nee, het gaat hem er juist om samen tijd te verspillen. De kindertijd is de enige tijd waarin dat kan. Rousseau heeft oog voor alles wat er op je afkomt als je de samenleving ingaat en de kost moet gaan verdienen. Zolang je daar nog niet aan hoeft te beginnen, heb je de tijd aan jezelf. En hoe kan je die beter besteden dan 'm gewoon te laten passeren?

2. Extreme opinies krijgen veel te veel aandacht

De belangrijkste taak die Daan Roovers voor zichzelf als publieksfilosoof en Denker des Vaderlands ziet, is om mensen zelf aan het denken te zetten. 'Het gaat er niet zozeer om mensen te vertellen wat ik denk, of wat ik weet. Want filosofie levert geen rechtstreekse producten zoals kennis op, of oordelen over goed en kwaad die beter zijn dan die van een ander. De waarde van filosofie zit in het bestrijden van de gedachteloosheid van de samenleving.' Het gaat om publiek denken. Dat is interactief denken, hardop, samen met anderen, met het oog op onze gezamenlijkheid.

'Niet alleen kán iedereen nadenken, maar we hebben ook allemaal die verantwoordelijkheid. Pas dan kun je meedoen aan het publieke debat, en dat vormt de basis voor de democratie. Wij leven in een democratie, en die stelt hoge eisen aan haar burgers. Je hebt het recht om te stemmen, en daarvoor moet je behoorlijk wat beheersen en afwegen. We moeten daarover met elkaar in gesprek blijven. Dat oordeelsvermogen moeten we niet uitbesteden aan mensen die er zogenaamd verstand van hebben. Wel of niet gestudeerd: de manier waarop wij samenleven gaat ons allemaal aan.'

Een gevaar daarbij is polarisatie. Vooral extreme opvattingen krijgen een plek in het publieke debat. Daar waar de meeste mensen tamelijk genuanceerde opvattingen hebben. 'Polarisatie is één van de grote problemen van onze tijd', zegt Roovers. 'Het Sociaal en Cultureel Planbureau publiceerde onlangs een groot onderzoek waaruit blijkt dat mensen zich zorgen maken over polarisatie. Een interessant voorbeeld dat aangehaald werd, was de vluchtelingencasus. In de media hoor je daar enerzijds mensen over die vinden dat je vluchtelingen maar moet laten verdrinken in de Middellandse Zee, en anderzijds mensen die dat een schande vinden en willen dat we nog veel meer mensen opnemen.'

Maar, zegt Roovers: 'De meeste Nederlanders zitten tussen die twee opvattingen in en vinden vluchtelingen opnemen prima, zolang het maar echte vluchtelingen zijn. Het grote probleem in het publieke debat is dat het overgrote, gematigde deel van de bevolking helemaal niet gehoord wordt. Dat wordt niet interessant gevonden. Je krijgt veel meer aandacht met een gepeperde opinie, en des te leuker als je daar iemand met een diametraal tegengestelde opinie tegenover zet. Maar zo'n uitwisseling levert niets op, behalve een soort bokswedstrijd. Daarmee drijf je de samenleving uiteen.'

3. Muziek helpt je om het leven te begrijpen

Daan Roovers speelt accordeon. Bescheiden, zoals ze zelf zegt, maar met veel plezier. Als je muziek maakt of ernaar luistert, zoek je iets wat jezelf overstijgt. Iets wat je samenbrengt met anderen, wat iets zegt over de wereld waarin je leeft. Het raakt je. Er zijn volgens Roovers verschillende strategieën om het leven te begrijpen. Filosofie is er één van, maar muziek ook. En misschien uiteindelijk wel een veel geschiktere manier.

De Duitse filosoof Schopenhauer zei dat filosofen eigenlijk muzikanten zijn die te weinig talent hebben om musicus te worden. En daarmee bedoelde hij dat als hij het in zich had gehad, hij liever musicus was geworden om uit te drukken hoe de wereld in elkaar zit. Dat kunnen componisten en musici goed met hun muziek, door een bepaalde emotie te vertolken. Van een particuliere emotie van één individu kunnen zij een overstijgende, universele emotie maken. Mijn verdriet is dan niet alleen mijn verdriet, maar appelleert door de muziek aan elk verdriet. Mijn blijdschap wordt dan de blijdschap. Zodat anderen dat ook herkennen.

Filosofie is een omweg om datzelfde te bereiken, filosofen proberen ook te begrijpen wat verdriet of blijdschap betekent en dat naar anderen te vertalen. Muziek kan iets wat niet met woorden kan: het is rechtstreekser, onbemiddelder. Muziek is juist zo verheven als kunst volgens Schopenhauer, omdat het geen materie nodig heeft, geen verf, geen doeken: het gaat zonder tussenkomst recht de ziel in. Alsof er een zenuw rechtstreeks van het gehoor naar de ziel gaat.