En dan ten derde: de kloof geldt ook voor de media. 95 procent van de als journalist geregistreerde mensen, die werkzaam zijn in geschreven pers of televisie en radio, heeft zelf een wetenschappelijke opleiding of hbo gevolgd.
Dat komt erop neer dat het beleid dat tot stand komt in Den Haag – maar ook in steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam – in heel belangrijke mate de belangen vertegenwoordigt van diezelfden die hoog opgeleid zijn, die wetenschappelijk onderwijs of hbo gevolgd hebben. En dat betekent dus beleid dat gericht is op het initiëren van vrijhandel, dat het aantrekkelijk maken van de Nederlandse BV belangrijk vindt, en dat niet bang is voor verdere globalisering en mondialisering, omdat iedereen zelf heel goed Engels spreekt. En dat is datzelfde beleid dat dus bij die andere mensen, die praktisch geschoold zijn – dat is twee derde van de Nederlandse bevolking – in toenemende mate geconfronteerd worden met beleid dat niet hun belangen dient. Beleid voor en door hoger opgeleiden, voor en door theoretisch geschoolden. Dat is wat er in toenemende mate in Den Haag gebeurt.
En het wordt verkocht aan de praktisch geschoolden – die 60 tot 70 procent die niet naar de universiteit gegaan is – met verhalen als: 'We leven nou eenmaal in een trickle down oftewel doordruppel-economie. Als het goed gaat aan de top, komt dat uiteindelijk ook terecht aan de bodem van onze samenleving. Onze steden zijn belangrijk, dus we moeten vooral investeren in smart cities. We leven nu eenmaal in een kenniseconomie en dus moet er vooral geïnvesteerd worden in innovatie, technologische vernieuwing en het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Want daar heeft uiteindelijk iedereen baat bij. En we leven in een meritocratie. Iedereen die een gezond verstand heeft, een goed stel hersenen en bereid is om zijn best te doen, kan het maken in Nederland.'
Het is allemaal je reinste flauwekul. En de achterkant van deze clichés worden inderdaad benoemd. Maar dat gebeurt incidenteel. Onderzoeksjournalistiek laat dat zien. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat we niet in een meritocratie leven. Dat het opleidingsniveau van je ouders de grootste voorspeller is van het opleidingsniveau dat jij zult gaan halen. We hebben een ongelooflijke industrie opgetuigd van bijscholingscursussen die ervoor moeten zorgen dat de kinderen van de hoger opgeleide ouders inderdaad op het gymnasium terechtkomen. Of dan tenminste op de havo of het atheneum. Teneinde naar de universiteit te kunnen gaan.
We weten dat die BV Nederland heel erg leuk is voor multinationals, maar niet voor de gewone Nederlander. We weten dat de groei de afgelopen veertig jaar niet terecht is gekomen in de portemonnee van diezelfde gewone Nederlander. Et cetera, et cetera. Wat kunnen we hieraan doen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het morgen anders gaat?
Nou, uit mijn aanklacht komt een hele reeks van hervormingsvoorstellen. Wij moeten bijvoorbeeld minder vroeg selecteren in het onderwijs. Er moet meer geld naar het praktijkonderwijs. Het belastingparadijs Nederland moet morgen gesloten worden. We moeten inzetten op meer vermogensgelijkheid. De inkomensongelijkheid moet bestreden worden. We moeten niet alles in het werk stellen om buitenlandse multinationals naar Nederland te halen. Want ze doen dat toch alleen maar om gebruik te maken van dat Nederlandse belastingparadijs. De woningmarkt functioneert niet meer. Dus we moeten naar eerherstel van de goede sociale huurwoningen die toegankelijk zijn voor iedereen.
Dat is allemaal leuk en aardig en het is allemaal wat nodig is, maar tegelijkertijd weten we dat als de komende verkiezingen komen, we weer opnieuw met zijn allen voor die middenpartijen gaan staan. Dat deze hele agenda nooit van de grond kan komen. Dat betekent dat we dus vooral zelfstandig moeten zullen leren nadenken. Dat we de dingen die uit Den Haag komen en die ons verteld worden niet voor zoete koek moeten slikken. Dat we de rol van het Centraal Planbureau bij het doorrekenen van de partijprogramma's en het beleidsadvies dat ze geven aan kabinetten met een flinke korrel zout moeten gaan nemen. Dat we zullen moeten accepteren dat de deskundigen, de experts het soms ook niet weten. Dat het gewone mensen zijn die fouten maken. Dat de modellen die ze gebruiken soms misschien zelfs wel vaak, in het geval van het Centraal Planbureau, niet aansluiten bij de werkelijkheid. En we zullen onze stem luider moeten laten horen.
We zullen duidelijk moeten maken dat wat goed is voor de BV Nederland niet goed is voor ons. Dat het er niet om gaat dat het BBP groeit, zoals kabinetten steeds maar weer beweren, maar dat het er vooral om gaat wie daar baat bij heeft. En dan heb ik het nog helemaal niet gehad over het enorme ecologische afvalputje dat Nederland de afgelopen dertig jaar geworden is door een buitenproportioneel grote vee- en vleesindustrie. Die opnieuw door Den Haag de hand boven het hoofd gehouden wordt, en waar met name mensen in de perifere delen in de provincie in Nederland enorm veel last van hebben.
Dus op het moment dat je een politicus, een deskundige, of een journalist hoort zeggen dat het goed voor ons is, stel dan altijd die kritische vraag: wie is ons? Wie is wij? Volg het geld. Waar komt het terecht? Journalisten zijn inderdaad bedoeld om die vraag te stellen. Maar ze stellen ze niet altijd! Dus: blijf zelf denken. Laat niet vóór je denken. Blijf steeds opnieuw die kritische vragen stellen.