In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer componist Merlijn Twaalfhoven over de kracht van kunst en verbeelding.


Ik had nooit gedacht dat ik zou worden uitgenodigd om de wereld te redden, maar op 30 augustus 2015 zat ik er echt. In een bergdorpje in de Alpen, met ministers, CEO's, wetenschappers, schrijvers en hoge VN-functionarissen. Het was een maand voordat de Sustainable Development Goals, zeventien doelen voor een betere wereld in 2030, zouden worden aangenomen in de Algemene Vergadering. Wij kwamen samen met de vraag: een duurzame, rechtvaardige wereld binnen 15 jaar, hoe kan dit slagen?

Laten we de ruimte nemen om te gaan maken, om te experimenteren, te zoeken naar verbinding, naar nabijheid. Wacht niet langer. Besef: de tijd is nu. Het is aan ons.

Hoe was ik daar beland? Ik ben componist, muzikant, maar niet zo bekend of beroemd dat ik een echt groot publiek zou kunnen bereiken. Ik kende de VN wel. Ik maakte muziek op plekken die vergeten leken door de wereld, zoals in een getto in Slovenië waar de Roma bevolking afgescheiden leeft van de rest. Met muziek konden we contact maken, elkaar ontmoeten en de verschillen tussen mensen overbruggen.

Ik kwam internationale of interne conflicten tegen die helemaal vastgelopen waren. Op Cyprus deed ik een project waarbij musici uit het Turkse noorden samenspeelden met musici uit het Griekse zuiden. Dat kon niet zomaar. Na een wrede burgeroorlog in de jaren 70 leven deze groepen gescheiden van elkaar door een dunne lijn met mijnen, soldaten en prikkeldraad. VN-militairen bewaken er de vrede. Al tientallen jaren. Met hen coördineerde ik op welke daken, balkons en muren de musici konden staan om zo hoorbaar te worden voor de andere kant en een muziekstuk uit te voeren dat over en weer klonk.

Ook op andere plekken is de VN actief. In Jordanië en Palestina leven mensen al generaties lang in vluchtelingenkampen. Die mensen zijn vergeten. Hun lot komt alleen in de krant als er iets brandt, als er doden vallen. Dit is het backstage van het wereldtoneel. Ik ging er heen. Niet om op te treden, maar om te luisteren, te ontmoeten en samen muziek te maken. Ik werkte op scholen in de vluchtelingenkampen. En daar kwam ik de VN weer tegen, en hulporganisaties die vechten tegen de armoede en de wanhoop. Ik ging kijken naar wat er mooi is, onderzoeken hoe we kunnen luisteren naar elkaar, en hoe we elkaar kunnen ontmoeten.

Een muzikant op een dak in Cyprus

Misschien was ik daarom uitgenodigd op die bergtop. Kunst speelt zich doorgaans af in een eigen domein, in theaters, musea en concertzalen. Maar ik was midden in de wereld aan de slag gegaan en kon meepraten over oorlog, vrede, wantrouwen, bezetting en etnische zuivering. Ik mocht dus meedoen. Meedenken met die taaie kwesties. Meebouwen aan een oplossing voor grote problemen in de wereld. Al snel duizelde het me. De grote wereldproblemen waren abstract en complex. Jeffrey Sachs, adviseur van Ban Ki-moon, leidde de gesprekken. Hij zei: 'De VN kan op zich weinig doen. Het zijn de lidstaten, de landen die het bepalen.'

'Ho, ho', zei de voormalig president van Finland: 'Reken niet op politici. Zij kunnen weinig, want moeten elke vier jaar opnieuw worden verkozen. Het zijn de multinationals en investeringsbanken die werkelijk bepalen waar het geld heen gaat, wat er wordt gebouwd of ontwikkeld.'

'Wacht even', zei een CEO van zo'n multinational. 'Wij kunnen niet veel, het zijn de aandeelhouders die elk kwartaal winst willen zien. De non-profits, zoals de wetenschap, kunnen werkelijk aan de toekomst werken, zij zijn ongebonden aan de korte termijn.'

'Oh nee', zei een wetenschapper en Nobelprijswinnaar. 'Wij hebben de kennis, soms al decennialang, maar onze boodschap krijgt geen exposure. De media bepalen wat er in de hoofden en harten van de mensen speelt.'

'Zo makkelijk is dat niet', zei de hoofredacteur van een belangrijk tijdschrift. 'Wie heeft er tegenwoordig nog tijd om een artikel te lezen? Wij moeten concurreren in een wereld van snel, kort en prikkelend nieuws. Het publiek heeft hier geen aandacht voor.'

Sachs nam weer het woord: 'Een omslag naar een duurzame wereld komt niet van hogerhand. Niet van de VN, niet van regeringen of bedrijven. Pas als mensen iets echt willen, als ze het vanbinnen verlangen en als hun gevoel daarbij optimistisch en positief is, zullen ze veranderen.' Toen keek hij naar mij: 'Kunst, muziek en verhalen, daarmee worden de emoties en gevoelens van mensen aangesproken. Zonder kunstenaars kunnen we geen duurzaamheidsrevolutie maken.'

Ik was van mijn stuk gebracht. Natuurlijk ken ik de kracht van muziek. En zie ik hoe je met verbeeldingskracht, schoonheid en spel kunt werken aan een persoonlijke, directe relatie met de wereld om je heen. Maar een wereldwijde omslag naar duurzaamheid? 'Good, let's go for it', zei ik. Ik meende het.

Ik had gelukkig een lange treinreis terug naar Nederland, en tijd om na te denken. Wat zou Sachs bedoeld hebben? Ik staarde uit het raam. Het klopt, een kunstenaar hoeft niet te vechten voor herverkiezing, we hebben niet eens een baas. Een kunstenaar moet weliswaar overleven, maar een hoger idee is wat ons drijft, niet het geld. We zijn daarom vrij, ongebonden. We hoeven niet wetenschappelijk te zijn, we zijn vrij om te fantaseren, de realiteit los te laten. We scheppen dromen. Beelden van een goede wereld. We kunnen ook spelen, experimenteren, mislukken. Dat is een vorm van onderzoek die niet alleen heel praktisch is, het is ook aanstekelijk.

Merlijn Twaalfhoven in Brainwash Talks

Een wetenschapper zit diep in een specialisme, wij leggen verbindingen en ongewone associaties. Zo maken we het onbekende toegankelijk. We spreken ons publiek aan, niet met korte berichten of informatie, maar met gevoel, emotie. We beheersen een kunst waar de grootste media en techbedrijven om strijden: het vangen van aandacht. En die aandacht en verbinding is nu nodig voor het grootste, meest omvangrijke project van deze tijd: een omslag naar een duurzame wereld. Toen ik uit de trein stapte voelde ik het. Het is aan ons, creatieve en vindingrijke mensen, om de wereld te redden met schoonheid, spel en verbeeldingskracht. Maar hoe?

Het grote probleem van de VN is het gebrek aan aanraakbaarheid. Hoe ervaar je toenemende ongelijkheid in de wereld? Hoe mis je diersoorten die uitsterven en nog niet eens een naam hebben gekregen? Daar kan kunst wat mee. Kunst maakt datgene wat ongrijpbaar is tastbaar. Ideeën, emoties en intuïtie worden omgezet in beelden, vormen, geluid en materie. Die fysieke ervaring is nodig om in actie te komen.

Het is eigenlijk heel helder: abstracte cijfers over temperatuurstijging of deeltjes CO2 voel je niet. Wat je wel voelt, is als jouw kind bijna stikt in een pinda. Of als je moeder wordt overreden door een scooter. Wat doe je dan? Je wacht niet op een maatregel van de regering of consensus in de Europese Unie. Je kom direct in actie. Maar wat gebeurt er als moeder aarde wordt aangevallen door duizend bulldozers? Kunnen we dat voelen? En wat als je achterkleinkind ademnood heeft in een hete, vuile wereld, hoe voelt dat?

We zullen vormen van nabijheid moeten scheppen. Om dit te laten slagen, moeten we niet wachten op kunstenaars, maar zelf die kunstenaar in onszelf wakker maken. Kun jij schoonheid zien van de natuur, van het leven? Kun je ervaren hoe vreemd en extreem onze wereld is geworden? En kun je ruimte maken om te experimenteren en je verbeeldingskracht te activeren? Voordat je je om de toekomst zorgen maakt, zal je je eigen kleinkind moeten ontmoeten. Zullen we dat eens doen?

Kun je je voorstellen dat je echt oud bent? Je zit op een stoel, kijkt uit het raam. Je lichaam is anders, stijf, moe. Op je schoot zit een jong kind. Een kind dat nu nog geen naam heeft. Ze vraagt: grootvader, wat heb jij gedaan in die cruciale tijd waarin we de temperatuurstijging nog konden tegenhouden? Als je die vraag hoort, zal je gevoel spreken. Vragen komen bij je op: Doe ik nu wel wat ik het beste kan? En doe ik dat op een plek waar het het hardst nodig is?

Laten we die vraag stellen. En laten we twijfelen. Twijfelen aan dat wat vanzelfsprekend is. Laten we de ruimte nemen om te gaan maken, om te experimenteren, te zoeken naar verbinding, naar nabijheid. Er ontstaat dan een noodzaak om te zorgen voor datgene wat je dierbaar is, ook al ligt het in de toekomst. Wacht niet langer. Besef: de tijd is nu. Het is aan ons.