In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer ethicus Annelien Bredenoord over morele keuzes en de coronacrisis.


Wat heeft het duurzamer maken van mijn huis, door bijvoorbeeld het aanleggen van tochtstrips en het installeren van een waterbesparende douchekop of zonnepanelen, te maken met de coronacrisis? Daar ga ik het over hebben. Tijdens de coronapandemie werden wij allemaal veelvuldig geconfronteerd met ingewikkelde ethische dilemma's. Het meest tragische, opvallende dilemma had te maken met het dreigende tekort aan intensive care-bedden. Al aan het begin van de uitbraak van de crisis was duidelijk dat we misschien niet genoeg bedden zouden hebben voor alle mensen die ziek zouden worden door covid-19.

Ethiek gaat over what we owe to eachother: wat zijn mensen elkaar redelijkerwijs verplicht?

In Nederland zijn van oudsher ongeveer 1150 IC-bedden. Het gaat niet alleen om bedden, maar ook om de beademingsapparatuur en hoog hooggespecialiseerd zorgpersoneel. En al snel nam het aantal zieken toe. En heel snel is ook het aantal IC-bedden opgeschaald. Maar zelfs toen er 2000 IC-bedden beschikbaar waren, was het wekenlang spannend: gaat het genoeg zijn? Of gaan we toch in ongelooflijk tragische situatie belanden dat niet alle patiënten een IC-bed kunnen krijgen?

Wat dan nodig is, is een triageprotocol. Je kent de term triage misschien van de zaterdagavond bij de huisartsenpost. Of bij de eerste hulp. En dat je toch een of twee uur moet wachten omdat andere patiënten, met meer medische urgentie, eerst geholpen worden. Dat is een vorm van triage. Het betreft het bedenken van criteria waarop je patiënten kunt selecteren. En voorrang kunt geven.

Maar dat is een andere situatie dan die waarin je criteria moet opstellen over de vraag welke mensen nog wel een IC-bed krijgen en welke niet. En je ziet dat artsenfederatie KNMG en de Federatie Medisch Specialisten in overleg met medisch-ethici een voorstel voor een triage-protocol hebben gedaan. Daarin zijn ingewikkelde ethische afwegingen gemaakt.

Een daarvan is dat als je zelf werkt in de gezondheidszorg, je blootgesteld wordt aan risico's, en je dus per definitie een IC-bed toegewezen krijgt, mocht dat nodig zijn. Je kunt immers niet thuis werken, je moet in het ziekenhuis zijn. Een andere, controversiëlere keuze is het werken met leeftijdscategorieën. Om in de echte rug-tegen-de-muursituatie 25 tot 30-jarigen voorrang te geven op 75- of 80-jarigen. Dit is het ultieme voorbeeld van heel ingewikkelde ethische afwegingen.

Medisch-ethici, waaronder ik, hebben tijdens de virusuitbraak wekelijks met elkaar contact gehad om van elkaar te leren en met elkaar mee te denken. Om zo beter inzicht te krijgen in wat voor advies en je kunt opstellen in deze situatie. Momenteel is het wat rustiger. Het virus is behoorlijk onder controle. Dit is een mooi moment om te evalueren en misschien lessen te trekken.

Als ethicus is mij een ding echt opgevallen. Dat was de nadruk die gelegd werd op individuele morele dilemma's. Zeventien miljoen mensen leken dagelijks aan hun keukentafel over dezelfde morele vraagstukken te moeten nadenken. Je herkent dat misschien. Dat je op een gegeven moment beseft: je mag alleen bij je huishouden in de buurt komen. Maar misschien woon je in een studentenhuis. Of deel je een etage met mensen. Is dat dan een huishouden of niet? En ga ik me aan social distancing houden? En wat betekent het dan om naar die te drukke buurtsuper te gaan? Eet ik toch eerst de kast leeg?

De corona-app die steeds werd aangekondigd: had je die gedownload? En ouders die thuiszaten met meerdere kinderen die ze les moesten geven, maar die ook hun werk moesten doen, die hebben elkaar vast ook vaak in de ogen gekeken en gedacht: kunnen we toch niet even opa en oma bellen om langs te komen? Zo werden we allemaal geconfronteerd met ethische dilemma's.

Waarom noem ik dat ethische dilemma's? Waarom geen gewoon dilemma? Een dilemma is als je wakker wordt, je je bed uitgaat, voor je kledingkast staat en denkt: trek ik een jurkje aan, of wordt het vandaag een broek of iets anders? Of voor de heren: doe ik het pak aan, of mag het vandaag casual? Dan loop je naar beneden en moet je nadenken wat je gaat ontbijten. Ga je voor pap of boterhammen? Of voor yoghurt? Zeker in de ochtend kan dit voor mensen echt een dilemma zijn. Vooral die kledingkeuze. Maar het is geen ethisch dilemma.

Het wordt een ethisch dilemma wanneer je naar beneden gaat, klaar om naar je werk te gaan en dan appt een van je ouders of grootouders dat hij of zij ziek is. En niks in huis heeft en het fijn zou zijn als je even langskomt. Misschien woont je vader of moeder wel alleen. En weet je dat hij of zij een beetje bang is om ziek te zijn. Dan wordt het lastiger. Dan merk je dat er een conflict van plichten is. Tussen je verantwoordelijkheden naar je werk toe en de zorgzaamheid die je voelt naar je familie. Dan wordt het een ethisch dilemma.

Annelien Bredenoord in Brainwash Talks

Dat herken je bij de keuzes die gemaakt moesten worden in dat triageprotocol voor IC-bedden. Ethische dilemma's kun je aan minimaal twee kenmerken herkennen. Ten eerste gaat het om fundamentele belangen en principes. Het gaat om dingen die er echt toe doen, die mensen waardevol vinden, echt belangrijk vinden. Bij het triageprotocol gaat het om de fundamentele waarde van het redden van zoveel mogelijk mensenlevens. Maar ook om het gelijkheidsbeginsel. Dat je alle mensen wilt helpen zonder aanzien des persoons. Tegelijkertijd weet je dat als je dat doet, en geen protocol opstelt, dat er misschien chaos komt. Willekeur. En je misschien veel minder levensjaren kunt redden.

Het tweede kenmerk is dat er altijd conflict van plichten is. Conflict van waarden. Het botst en schuurt. Daarom is er nooit een simpele oplossing. Wat je ook kiest, er blijft morele pijn. Net als in Griekse tragedies. Er is nooit een beste oplossing. Er is een minst slechte oplossing. En het nadenken over die ethische dilemma's is dus niet iets van anderen of ver weg. Je herkent misschien dat je thuis aan de keukentafel zat en de dillema's dichtbij kwamen. Help ik mijn ouders wel, of toch niet? Ga ik toch nog even boodschappen doen, of niet? Ga ik me verzetten tegen het verpleeghuisbeleid waar maximaal een iemand op bezoek mag? Of laat ik dat even voor nu?

Ik denk dat het een unieke situatie was dat we alle zeventien miljoen met eenzelfde soort morele dilemma's werden geconfronteerd. En juist doordat iedereen erover ging nadenken en een groot deel van ons zijn verantwoordelijkheid nam; zich hield aan de maatregelen, ging thuiswerken, zijn kinderen thuishield, hebben we het virus nu behoorlijk onder controle. Dus het heeft echt uitgemaakt hoe jij, ik, hoe wij gehandeld hebben. Met elkaar is het gelukt om vooruitgang te boeken.

Dat is een heel belangrijk inzicht als we gaan nadenken over de andere grote maatschappelijke vragen. De zogenoemde collective action problems. Dat zijn grote problemen waarbij we het beste af zijn als we met elkaar gaan samenwerken. Maar om de een of andere reden is dat moeilijk: omdat het een bepaald ongemak oplevert, omdat het probleem abstract is, omdat je denkt dat je een druppel op een gloeiende plaat bent. En je ziet dat je buurman ook niks doet, dus waarom ik wel? Het bekende free rider-probleem.

Bij het aanpakken van de morele dilemma's in de coronacrisis hebben veel van onze vrijheid ingeleverd. En ook wat welzijn. En veel van ons ook een stukje welvaart. Maar uiteindelijk was daarmee de kans het grootst dat je zelf niet ziek werd, dat de mensen van wie je houdt niet ziek werden en dat we er vrij snel vanaf waren. Sommige collective action problems zijn ver weg en abstract. De coronacrisis was dat niet. Je zag op televisie dat mensen ziek werden. Je zag dat mensen overleden. Misschien ben je zelf ziek geweest en heb je om je heen mensen gezien die naar een IC moesten en het niet gered hebben.

Wat we ook hebben kunnen zien, is dat alle zandkorrels samen de woestijn gemaakt hebben. Waardoor we er — voor nu — relatief snel weer uit zijn. Feitelijk was de aanpak van de coronacrisis in de kern een ethisch vraagstuk. Filosoof Thomas Scanlon zei: 'Ethiek gaat over what we owe to eachother'. Wat zijn mensen elkaar redelijkerwijs verplicht?

Bewust of onbewust heeft de overheid een appel gedaan op die individuele morele dilemma's en op zelf daarover nadenken. Want het werd een intelligente lockdown genoemd. Het was geen totale lockdown waarbij je niet naar buiten mocht en alleen met een verklaring even iets kon doen, zoals in sommige landen. We hadden wel ge- en verboden, maar er wordt vooral een beroep gedaan op dat mensen nadachten over welke vrijheden ze nog konden nemen.

Dus er werd verzet tegen wat Hannah Ahrend de thoughtlessness noemt, de gedachteloosheid. Er werd gevraagd: denk erover na. En wat we uiteindelijk zien, is doordat mensen dat gedaan hebben, doordat iedereen een klein beetje heeft bijgedragen, het nu veel beter gaat. En dat geeft ons bepaalde inzichten om misschien een ander collective action problem aan te pakken, dat een stuk abstracter is. De klimaatcrisis. Laten we allemaal een klein stapje zetten om te zorgen dat die CO2 wat vermindert, dat de stikstofuitstoot vermindert, en we stoppen met denken dat we die druppel op een gloeiende plaat zijn.

Want de coronacrisis heeft laten zien dat wat je als individu doet, geen druppel op een gloeiende plaat is. En het ligt ook niet alleen aan ons, maar ook aan overheden, bedrijven, andere organisaties. Samenwerken is de enige manier om het aan te pakken. Dat is de reden dat ik straks thuis verder ga met het duurzamer maken van mijn woning. Omdat dat de enige manier is om dit soort grote maatschappelijke vraagstukken aan te pakken.