In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer schrijver en muzikant Aafke Romeijn over de ondervertegenwoordiging van vrouwen op de grote muziekfestivals.

Ik noem mezelf vaak feminist, maar dat betekent niet dat ik altijd doe wat het beste is voor alle vrouwen. Integendeel, zou ik haast zeggen. Als muzikant heb ik een groot team om me heen van mensen die me ondersteunen en van alles voor me doen, in mijn band spelen. Een paar jaar geleden zei mijn man tegen me: 'Aafke, je noemt jezelf feminist en blaat altijd over de positie van vrouwen in de maatschappij. Hoe kan het dan dat dat team van jou, dat je zelf heb samengesteld, alleen uit mannen bestaat?'

En ik ging dat even snel na in mijn hoofd. Mijn bandleden waren mannen. Mijn technici waren mannen. Mijn tourmanager is een man, de chauffeur ook. Ik dacht: hoe kan het dat ik nota bene, die hier altijd het hardst over praat, er niet aan heeft gedacht om mijn eigen team iets diverser te maken? Ik ging op zoek en vond een hele fijne vrouwelijke geluidstechnicus. Ik weet niet of je toevallig wel eens bij een concert of festival voor de grap achterom hebt gekeken. Bijna gegarandeerd dat er geen vrouw bij de geluidstafel staat, maar een man. Of meerdere.

Als je aan headliners denkt, is het eerste wat in je opkomt een man met een gitaar om zijn nek. Omdat we die het vaakst gezien hebben.

Mijn geluidstechnicus, Sylvia, met wie ik sindsdien vaak samenwerk werkt al dertig jaar als geluidstechnicus. Ze begon in de punk, later popmuziek en met haar maakte ik de gekste dingen mee op tour. We kwamen eens aan op een festival in Dordrecht, een klein festival, en de festivaldirecteur kwam iedereen even backstage de hand schudden. Ze stelde zich voor als Sylvia de geluidstechnicus. Ik zag zijn ogen wijd open gaan en hij zei: 'Oh, ga je dan echt het geluid doen vanavond?' Ze zei: 'Ja, dat ga ik doen.' Toen vroeg hij: 'Heb je dat vaker gedaan dan?' Sylvia antwoordde: 'Dat doe ik al dertig jaar.' En toen vroeg hij ook nog: 'Weet je dan echt hoe al die knopjes werken?' Sylvia zei: 'Ja, dat weet ik.'

En ik stond perplex. Op de terugweg in de auto zat ze naast me. Ik vroeg haar: 'Word je nooit boos van die vragen, of geïrriteerd?' Zij zei: 'Nee, als je als vrouw zo lang een mannenberoep hebt, dan leer je dat het geen seksisme is of kwaadwillendheid, maar pure verbazing. Het gaat erom dat mensen een bepaald beeld hebben van wie een beroep uitoefent. En bij dat beeld past geen vrouw, want dat hebben ze nog nooit gezien.'

Ik vond dat interessant. En ik vond mijn eigen blinde vlek ook interessant. Ik ging me verdiepen. Ik ben me gaan bezighouden met de positie van vrouwen in de muziekindustrie. Ik heb een beroepsvereniging opgericht: BAM! en ik ben in Brussel belangen gaan behartigen namens de Europese muzikantenorganisatie. Ik heb daardoor in heel Europa met mensen gesproken. Politici, programmeurs, artiesten, lobbyisten, noem maar op. En dat levert een interessant beeld op. En vrij veel frustratie.

Zo schreef ik een paar jaar geleden een stuk over dat er ieder jaar zo weinig vrouwelijke artiesten in de Top 2000 staan. Er is ieder jaar wel een beetje aandacht voor. Ik schreef er een column over. Toen werd ik uitgenodigd bij RTL Boulevard om erover te praten, dus ik ging naar de studio. En terwijl ik stond te wachten op het interview stond Ronald Molendijk achter de desk. Dat is een soort ex-DJ, deskundoloog die vaak bij RTL Boulevard over de muziekindustrie praat.

Hij sprak over vrouwelijke artiesten en waarom die niet in de Top 2000 zouden staan. Volgens hem had dat een simpele oorzaak, namelijk dat vrouwen nu eenmaal niet zulke goede muziek maken. Als ze dat wel zouden doen, zouden mensen erop stemmen en zouden ze in de lijst komen. En ik stond te wachten, en zag op mijn horloge de minuten voorbijgaan. Toen hoorde ik de regisseur in mijn oor fluisteren: 'Het interview lukt niet meer, want Ronald is lekker op dreef. We laten hem nog even doorpraten en dan gaan we naar de reclame.' Zo verdween ik nog voor mijn verschijning uit RTL Boulevard.

Dat soort dingen maken je boos. Toch ga je dan door en ga je het gesprek aan. Ik ben in 2015 een festivalseizoen lang gaan turven hoeveel vrouwelijke artiesten er geprogrammeerd stonden op de grote zomerfestivals. En ik kwam tot de conclusie dat ongeveer zeventien procent van alle acts die op grote festivalpodia staan, uit minimaal één vrouw bestaan. Dus ook de bands met drie mannen en één vrouw telde ik voor het gemak even als vrouw. Ik ben erover gaan twitteren en gaan schrijven. Ik kreeg meteen veel reacties van boze programmeurs van festivals. Die voelden zich nogal op hun teentjes getrapt.

Een aantal nodigde mij uit om met hen te komen praten. Dat leek me wel wat, dus ik ben dat gesprek aangegaan. En wat ze zeiden was dat ze graag meer vrouwen op de podia wilden zetten, maar waar zijn ze? Ze kunnen ze niet vinden. 'Als ze er al zijn hebben ze niet de ervaring om op een groot podium te staan. Of ze zeggen nee of ze hebben geen zin.' En: 'Ze zijn er gewoon niet. Er zitten meer mannen in de muziekindustrie.' Dat vond ik gek om te horen, want als belangenbehartiger zie ik iets heel anders. Ik geef vaak gastlessen op popacademies en ik zie daar dat de meeste studenten vrouw zijn. Veel jonge leden van beroepsverenigingen zijn vrouw. Dus aan de onderkant is er wel degelijk interesse. Maar op de een of andere manier lukt het die vrouwen niet om door te stoten naar de grote podia.

Nu is er inmiddels een aantal initiatieven gestart, in elk geval in Europa,
maar ook wereldwijd, die daar iets aan proberen te doen. En een belangrijk initiatief dat ik al een aantal jaar ondersteun namens een heleboel partijen is Key Change, een initiatief dat in Engeland is begonnen. Het is opgericht door vrouwen in de muziekindustrie, die met dezelfde frustratie rondliepen als ik. Zij hebben zich verenigd en bedachten dat ze iets gaan proberen te doen. Dat is heel groot geworden. Ze zijn een organisatie begonnen waarbij festivals zich kunnen aansluiten, en als festivals dat doen dan beloven ze eigenlijk dat ze binnen drie jaar minimaal de helft van hun line-up uit vrouwen laten bestaan. Eigenlijk is het een quotum waar ze zich aan moeten houden.

In het begin was er veel scepsis in de pers en in de industrie. Maar al snel sloten grote festivals zich aan. Het begon met Primavera Sounds, één
van de grootste festivals in Spanje. Inmiddels doet bijvoorbeeld in Nederland ook Eurosonic Noorderslag mee. Er is een waslijst aan festivals die er nu aan meedoen. Dat is heel hoopgevend. En onderzoek op al die festivals wijst uit dat het de bezoekers niks uitmaakt. Of je ze nou wel of niet vertelt dat er een quotum is, ze vinden het festival nog steeds net zo leuk en net zo goed. De omzet is gemiddeld gestegen van de festivals die meedoen. Dus er zijn heel weinig argumenten om het niet te doen. Want de argumenten die de programmeerders vooraf hadden blijken grotendeels onjuist te zijn.

Er zijn ook programmeurs die er helemaal niks van moeten hebben. Onlangs stond in NRC een interview met een aantal belangrijke programmeurs in Nederland. Eén daarvan was Gideon Karting. Hij is de programmeur van Pinkpop. Nu is Pinkpop in Nederland een heel notoir, mannelijk festival. Dit jaar stonden er precies honderd acts op Pinkpop, waarvan er dertien minimaal één vrouwelijk lid hadden. En voor de headliners – de belangrijke plekken in de avond – waren helemaal geen vrouwen geprogrammeerd. En dat is al jaren zo bij Pinkpop.

Gideon Karting zei, toen het ging over een quotum voor vrouwen: 'Er is nog nooit een Pinkpop-vergadering geweest waarin we zeiden 'Hier zijn twee acts, één met een man en één met vrouw. Nou, laten we die met een man doen'. Je kunt acts niet op die manier vergelijken.' Wat hij hier dan zegt, is eigenlijk precies waar velen bang voor zijn wanneer ze bijvoorbeeld met een quotum aan de slag gaan. Dat is namelijk wanneer ze toegeven dat ze een blinde vlek hebben, dat ze daarmee ook zeggen: 'Ik ben een vrouwenhater. Of ik ben een seksist. Of ik heb kwaad in de zin.' En dat is niet zo, want wat Sylvia eerder ook al tegen mij zei: 'Het gaat erom dat mensen een bepaald beeld hebben.' Dus wanneer zij denken aan een grote artiest in de avond op een festival – dat geldt waarschijnlijk voor ons allemaal – is het eerste wat in je opkomt een man met een gitaar om zijn nek. Omdat we die het vaakst gezien
hebben.

Nu stond in datzelfde NRC-artikel ook een vrouwelijke programmeur, Roosmarijn Reijmer. Zij was ooit DJ bij 3FM. En zij is nu programmeur van Best Kept Secret, ook een groot festival. Zij besloten het helemaal anders aan te pakken: 'Vorig jaar hadden we grote publiekstrekkers als Arctic Monkeys en Radiohead. Dit jaar hebben we bewust 'kleinere' hoofdacts: Kraftwerk, Bon Iver en Christine & the Queens. We willen minder afstand tussen hoofdact en de rest. Meer als een totaalpakket: de een is groter dan de ander, maar ze staan niet mijlenver van elkaar af.'

En daardoor kun je daar ook een aantal vrouwen kunnen neerzetten die nog geen ervaring hebben als headliner, maar die je dat op die manier wel kan meegeven. Dat is ook heel belangrijk. Dus niet alleen hoeveel vrouwen er op dat podium staan, maar ook welke plek ze krijgen. Dat soort dingen geven mij veel hoop. Maar we moeten ook van onderaf
ervoor zorgen dat het ondersteund wordt. Want het gaat niet alleen om
programmeurs, het gaat om ons allemaal.

Een aantal jaar geleden deed ik een experiment op aanraden van iemand die zich hiermee bezig hield: Kijk eens naar de Spotify-playlist die je zelf hebt gemaakt met jouw favoriete nummers. En tel eens hoeveel vrouwelijke artiesten daarop staan. Mijn schokkende conclusie was dat het er weinig waren. Maar dat is niet zo gek, want een Spotify-algoritme
laat jou meer horen van wat je al gehoord hebt. Dus wanneer jij veel naar mannen luistert, krijg je nog meer mannen te horen.

Dus ik ben heel benieuwd of je de volgende keer dat je naar een zelfgemaakte playlist luistert, eens kijkt uit interesse – niet uit veroordeling naar jezelf – hoe die playlist eruit ziet. Mochten er nou net als bij mij weinig vrouwen op staan, zet er voor de grap eens een of twee bij. En kijk dan hoe het algoritme verandert. Want op die manier kunnen wij, als publiek – want dat zijn wij ook allemaal – van onderaf bepalen wie er uiteindelijk op die grote podia terechtkomen.