In Brainwash Talks van Human delen invloedrijke denkers, schrijvers, kunstenaars en wetenschappers verrassende ideeën voor persoonlijke en maatschappelijke problemen. Deze keer journalist Oliver Burkeman over de waarde van inefficiëntie.


In meer en meer landen wordt het steeds makkelijker om betalingen te doen met Apple Pay: je houdt je iPhone bij een sensor en het bedrag wordt afgeschreven. In het jargon van Silicon Valley is hiermee een 'pijnpunt' weggewerkt. Prachtig vind ik dat. Een pijnpunt is iets in je dagelijks leven dat heel vervelend is om steeds te moeten doen. Zoals dat je een creditcard of geld uit je broekzak moet opdiepen. Met Apple Pay ben je daarvanaf. Weg irritatie, je leven verloopt rimpelloos.

Het probleem is dat je zonder nadenken veel makkelijker geld uitgeeft. Want je hebt niet meer dat moment dat je even nadenkt over wat je doet, terwijl je je portemonnee trekt. Dus ik weet niet zo zeker of het wegwerken van dit pijnpunt op de lange termijn echt mijn pijn vermindert.

Nog een voorbeeld dat mij erg trof: het grootste bedrijf waar je in New York afhaalmaaltijden online kunt bestellen. In hun reclamecampagne, die vooral gericht is op twintigers benadrukken ze dat je kunt bestellen zonder met iemand te hoeven praten. Je kunt je hele bestelling via de site afronden, zonder contact te hoeven hebben met een ander lid van de mensheid. Ook veel fastfood-ketens werken inmiddels met zo'n systeem. Grappig dat menselijk contact als pijnpunt wordt gezien. Dat het afschaffen ervan als pluspunt van de technologische revolutie wordt gezien. Ik heb het gevoel dat er dan veel meer verdwijnt dan alleen dat pijnpunt. Dat die efficiëntie ons een beetje eenzamer maakt.

Niemand houdt van het woord efficiëntie als je het hoort op je werk. Als experts komen kijken hoe het allemaal sneller kan, beginnen we te vrezen voor onze baan. Bang dat wijzelf de pijnpunten zijn die moeten worden verwijderd. Het is bovendien de vraag of die stroomlijning altijd goed is voor de organisatie die het toepast, laat staan voor de werknemers die het hun baan kost. Denk bijvoorbeeld aan een manager met een assistent die het maar zestig procent van de tijd druk heeft. Die heeft dus alle tijd om te reageren op een crisis, om goed na te denken over eventuele nieuwe uitdagingen. Juist omdat hij of zij het niet continu heel druk heeft.

Als deskundigen dan komen kijken of het efficiënter kan, zien ze de werklast en denken: die is maar zestig procent van de tijd druk bezig. Dus die zit veertig procent van de tijd niks te doen en het is beter als iedereen honderd procent van de tijd hard werkt. Oplossing: we laten die assistent nu voor twee managers werken. Dan heeft die assistent het continu druk. Lijkt efficiënt: continu druk bezig. Maar hij kan niet meer inspringen bij een crisis omdat hij al volgepland zit. Telkens zie je: hoe efficiënter organisaties worden, hoe minder goed ze kunnen inspelen op veranderende omstandigheden.

Met ons streven naar efficiëntie beschadigen we iets wat raakt aan de kern van wat het is om mens te zijn en in een gemeenschap te leven.

Ik kwam zelf in de problemen toen ik efficiënter wilde omgaan met e-mail. Ik kreeg heel veel e-mail. Dat ken je misschien wel. Dat moest ik aanpakken. Ik wilde mijn mail beter gaan afhandelen. Ik wilde superefficiënt worden. Ik streefde naar inbox zero, zoals dat heet. Zo gezegd, zo gedaan. Ik werd echt heel efficiënt in mijn e-mailafhandeling. En daardoor kreeg ik nog meer e-mail. Het leek wel tovenarij, pure magie.

Toch is het dat natuurlijk niet. Bijna elke keer als je e-mail verstuurt, vraag je om een antwoord. Als je slordig wordt met het beantwoorden van mail, gaan mensen je steeds minder mailen. Tot je een ontslagmailtje krijgt omdat je je mail nooit beantwoordt. Maar het punt is: efficiëntie, een situatie creëren waarin ik alles sneller afhandelde, in de hoop dat me dat zeeën van tijd zou opleveren, leverde alleen maar meer van hetzelfde werk op. Dat is toch vreemd van efficiëntie, dat het daartoe leidt: als je iets sneller kunt afhandelen, krijg je alleen maar meer van dat werk en minder tijd om te besteden aan andere dingen die je wilt doen.

Ik ging me afvragen wat dat zegt over efficiëntie en wat het betekent voor ons privéleven. Volgens mij is het een woord dat zich vermomt als iets neutraals. Als iets waar je niet tegen kunt zijn. Wie is er nu tegen efficiëntie en voor inefficiëntie? Oké, misschien de slachtoffers van efficiëntie in een bedrijf. Maar de harteloze directeur van het bedrijf zal blij zijn met de toegenomen efficiëntie. Maar wat nou als de zaken die door Silicon Valley als pijnpunten worden aangemerkt, juist de zin van ons bestaan vormen? Of cruciaal zijn voor het welslagen van een organisatie?

Een vriendengroep tegen een ondergaande zon

Als ik mijn portemonnee moet pakken, kan ik even nadenken over wat ik koop. En nadenken wordt over het algemeen als positief beschouwd. Als ik mijn eten niet online bestel waar ik geen mensen te spreken krijg, leg ik contact met de eigenaren van het Vietnamese restaurant in mijn straat. Die weten stilaan wat ik lekker vind. Dat is hoe gemeenschapsvorming werkt. Het zijn die kleine dagelijkse contacten waaruit een gemeenschap bestaat. Doordat ik nu weer heel inefficiënt met mijn e-mail omga, hou ik meer tijd over voor ander werk. Want ik roep niet steeds meer e-mail over mezelf af. En volgens mij wijst dit ten diepste op iets heel interessants in wat ons gelukkig maakt en wat wij denken dat ons gelukkig maakt.

We denken precies te weten waar we vanaf willen: de dingen die ons ergeren. En zaken waaraan we met genoegen terugdenken, zoals vrije tijd, het niet druk hebben, daar willen we zoveel mogelijk van. Maar blijkbaar zien we iets over het hoofd. Want door al die schijnbaar irritante kleinigheden uit de weg te ruimen, beschadigen we iets wat raakt aan de kern van wat het is om mens te zijn en in een gemeenschap te leven.

Wat je hieruit misschien ook kunt leren: efficiëntie prikkelt ons om altijd op de toekomst gericht te zijn. Want efficiëntie draait altijd om een doel in de toekomst: financieel gewin, of die ongrijpbare vrije tijd die ik nooit kreeg toen ik efficiënt ging mailen. Het is altijd iets wat in de toekomst ligt. En er is wel veel vaag onwetenschappelijk geklets over de heilzaamheid van 'leven in het nu' en 'in het moment zitten'. Maar er is ook iets grondig mis met ons leven als steeds een moment ergens in de toekomst het belangrijkste voor ons is. We worden nu efficiënt omdat we dan ergens in de toekomst geluk gaan vinden. Omdat onze organisatie dan haar doel zal bereiken. Maar bij alles wat we welbeschouwd écht waardevol vinden in ons bestaan, speelt efficiëntie in feite geen enkele rol.

Je wilt jezelf niet zien als efficiënte ouder, vriend of geliefde. Dat is een rare combinatie. Dat zijn geen zaken waarop efficiëntie van toepassing kan zijn. Maar dat zijn wel de zaken die het leven de moeite waard maken. Daarom probeer ik mijn leven de laatste maanden juist minder efficiënt te maken. Ik heb allerlei sociale media-apps van mijn telefoon verwijderd. Zodat ik ze niet zo makkelijk meer kan openen. Want de bevrediging die dat oplevert weegt bij lange na niet op tegen de nadelen van de verslavende werking waardoor je andere dingen laat liggen of mensen niet aankijkt in een gesprek.

Door een zekere inefficiëntie in je leven bewust te cultiveren, ga je ook veel kritischer kijken naar nieuwe apps en technologische middelen die er zijn om inefficiëntie te bestrijden. Je wordt je ervan bewust dat het soms niet fijn is om zonder nadenken geld te kunnen uitgeven. En dat het ontbreken van menselijk contact als je een maaltijd bestelt niet per se fijn is. Daarom pleit ik voor inefficiëntie.