In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer filosoof Ignaas Devisch over rusteloosheid, drukte en een leven in balans.


'Alle ellende van de mensheid komt voort uit het feit dat we er niet in slagen om rustig in een kamer te blijven zitten.' Deze uitspraak is afkomstig van een 17e-eeuwse Franse filosoof: Blaise Pascal. En Blaise Pascal verwonderde zich hierover, driehonderd jaar geleden al: hoe komt het dat mensen klagen over het feit dat ze een heel druk leven leiden, maar zodra hun activiteit afneemt en je ze rustig in een kamer zet, ze gek worden en naar buiten willen lopen omdat ze het niet uithouden?

Alle ellende van de mensheid komt voort uit het feit dat we er niet in slagen om rustig in een kamer te blijven zitten.

Het is opvallend, want hij zei dat dus in de 17e eeuw. Mocht je nu eens die uitspraak van Pascal toepassen op onze tijd, dan past ze naadloos in wat wij doen. Sla een krant open, sla een magazine open en het is bijna niet te missen, want we klagen over de drukte. We hebben het over onthaasting, we hebben het over verlangzaming, we hebben het over de enorme druk die op ons afkomt. Dat is zeer opvallend. Wij lijken te denken dat wij de eerste generatie zijn die het zo druk heeft.

En dat is dus helemaal niet zo. Maar wat nog opvallender is, is dat tot in de jaren 60 van de vorige eeuw in vooraanstaande magazines zoals Times Magazine werd voorspeld dat het grootste probleem de verveling zou worden. Men keek daarom met een enorme bezorgdheid uit naar de 21e eeuw. We dachten: mensen gaan minder lang werken. Minder lange arbeidsuren, meer weekends, en meer vrije tijd dankzij automatisatie van het huishouden.

Wat zullen die mensen doen met al hun vrije tijd? Die zullen zich te pletter vervelen. En wat blijkt: meer dan een halve eeuw later ken je het antwoord al op de vraag of het goed gaat als je mensen goeiedag zegt. Dan is het: 'Ja, maar het is druk, ik heb van alles te doen.' Het is zo opvallend, want wat is er gebeurd tussen die voorspelling die we hebben gemaakt in de jaren 60 en nu? Zijn wij dan op een andere manier met tijd beginnen omgaan? Wat is er aan de hand?

Als wij over drukte spreken, dan doen we dat vaak met een soort van klacht. Dan zeggen we: ons leven is niet meer in evenwicht. 'Ik moet meer tot mezelf komen. Ik moet in balans zijn met mezelf.' Als filosoof durf ik wel eens tegendraadse vragen te stellen. En ik heb die vraag omgekeerd. Dan is niet zozeer de vraag: hoe komt het dat mijn leven niet in evenwicht is en wat kan ik doen om dat evenwicht te herstellen? Maar dan is de vraag: waarom zou een goed leven een leven in evenwicht moeten zijn? Waarom hebben wij vandaag de dag zo'n obsessie met evenwicht? Waarom moeten wij per se in balans zijn?

Beeld je eens het leven in van je grootouders. Mijn grootmoeder heeft in 14 jaar tijd tien kinderen gebaard. Dat is een prestatie op zich. Daarnaast had ze een boerderij te runnen met haar man. Dat betekent drie keer per dag een maaltijd maken voor twaalf mensen. En ik heb haar nooit horen klagen dat het druk was. Niet dat ik jaloers ben op haar leven, maar je kunt je de vraag stellen, de vraag die ik jullie wil voorleggen: waarom moeten wij in evenwicht zijn om tot een goed leven te komen?

Om je eens de vraag te stellen wat dat dan zou betekenen wanneer wij nu klagen over drukte, probeer eens van het andere uiterste te vertrekken. En probeer je eens de vraag te stellen: wat zou het betekenen, mocht ik niets te doen hebben? Maar dan echt niets. We raken al snel nerveus als we naar een evenement gaan: 'Oei, mijn telefoon moet uit! Geen internet, wat moet ik nu?' Beeld je dan eens in dat niet alleen die telefoon verdwijnt, maar dat je niets om handen hebt. En dat je in het weekend niet naar het Brainwash Festival gaat, maar thuis alleen bent en je afvraagt: wat zou ik kunnen doen dit weekend?

En niet alleen dit weekend, het weekend daarna en ook daarna. Dan ga je je vervelen. En dan kom je voor de vraag te staan die Pascal ons heeft voorgelegd. Slagen we er inderdaad in om rustig in een kamer te blijven? En zo nee, waarom niet?

De Amerikaanse psycholoog Timothy Wilson heeft een heel interessant onderzoek gedaan twee jaar terug. Hij heeft in feite zoals de kamer van Pascal mensen uitgenodigd met één eenvoudige opdracht: neem plaats in deze ruimte, de deur gaat dicht, er zijn geen prikkels, en het enige wat je moet doen is blijven zitten. That's it. Dat lijkt een enorm simpele opgave. En wat bleek uit dit kleine onderzoek? De meeste mensen hielden het nog geen kwartier uit. Geen kwartier!

Sommige mensen denken: 'Ah, een paar uur, dat lukt me wel'. Een optimist zegt nog 'een dag'. Maar gemiddeld zaten mensen slechts tegen de vijftien minuten aan. En het is nog sterker, want in de tweede ronde van dat onderzoek vroeg voegde Wilson nog iets toe. Hij gaf ze iets mee voor het geval het te heftig wordt en ze het niet zouden uithouden. Een apparaat waarmee ze zichzelf een kleine stroomstoot konden toedienen. Voor als ze zich zouden vervelen. Je weet het maar nooit, immers.

Het werd uitgetest voor ze de kamer binnengingen, van: 'Ai, dit doet pijn'. Dus iedereen wist op voorhand zeer goed: dit doe ik niet. Wel, van de achttien mannen die hebben deelgenomen aan dat onderzoek, waren er twaalf die zichzelf binnen een kwartier een stroomstoot hadden gegeven. Dit vond ik een zeer opvallend gegeven. We hebben liever pijn dan dat we niets te doen hebben. Of als ik het een klein beetje ruimer interpreteer: we hebben liever iets te doen dan met niets bezig te zijn. Maar dan is de vraag natuurlijk: als we er niet in slagen om niets te doen, wat doen we dan wel?

We kunnen allerlei zaken doen omdat we moeten, omdat we verplicht zijn, of omdat we denken dat we ze moeten doen. Dat is wat ik omschrijf als onrust. En de tweede categorie is dat we dingen doen omdat we ze graag doen. Dat is dingen die je zou willen doen. En dat omschrijf ik als rusteloosheid.

Time is money

Eerst die onrust. Ik denk dat we die onrust allemaal zeer goed kennen. Dat is de fameuze slogan waar ze ons mee om de oren slaan: time is money. Denk daar eens goed over na, wat betekent dat: tijd is geld. Dat betekent: zodra je uitrust, ben je geld aan het verliezen. Want dan doe je niets en als je niets doet, verdien je geen geld, dus ben je het kwijt. En wat krijg je dan: een hele samenleving die voortgestuwd wordt door dat mechanisme. Sneller, hoger, meer binnen dezelfde tijd. Kunnen we in een uur iets maken, dan proberen we het in vijftig minuten.

Deze time is money-gedachte draagt een hele samenleving in zich met heel veel mensen die, waarschijnlijk net zoals wij, allemaal op een paradoxale manier met tijd omgaan. Want wat doen wij gemiddeld? Wij werken zo'n 320 dagen per jaar keihard en we houden nog zo'n veertig dagen over om zo weinig mogelijk te doen. Dan worden we gelokt, moe als we zijn van al dat harde werk, door folders die roepen: ga op reis naar dit resort, want dan kun je zalig niets doen.

Dat is natuurlijk fantastisch, want als je het veel te druk hebt, verlang je naar dat onbewoonde eiland waar niets te doen is. Wat mij altijd opvalt als je bekijkt hoe zo'n resort in zijn werk gaat, is dat de dagen volgepland staan met allerlei activiteiten. Daar heb je fulltime animatoren die mensen aan het zwembad moeten bezighouden, want er is natuurlijk niks te doen. En dan is de kwestie: maar is dat dan de bedoeling? Moeten we het spanningsveld tussen drukte enerzijds en verveling anderzijds wel op die manier bekijken? Verliezen we niet iets in het debat?

Datgene wat verloren gaat in het debat, dat is wat ik omschrijf als rusteloosheid. Dat is wat ik de laatste jaren veel heb gemist wanneer we klagen over die drukte met als enige alternatief: laten we niets doen. Want daar lopen we blijkbaar ook van weg. Rusteloosheid is de drive om iets van je leven te maken. Dat wil zeggen, iets doen wat je graag doet. Soms kan dat je werk zijn. Dan heb je de luxe, zoals ik, van je hobby je beroep te maken. Dat is zeer bevoorrecht. Maar niet iedereen heeft natuurlijk dat geluk.

Het gaat om de vraag als we op ons leven terugblikken: wat heeft ons leven de moeite waard gemaakt? Hebben we een leven in evenwicht gehad, of hebben we zaken gedaan waarvan we zeggen: daar heb ik jaren keihard aan gewerkt, dit was de moeite. En ja, ik heb overdreven. En ja, ik heb mezelf voorbijgelopen. Maar ik had het niet anders gewild. En dat kan evengoed gaan om die violist die duizend keer die sonate inoefent om toch op die ene wedstrijd, dat concours, de perfecte sonate te spelen. Heeft die violist een leven in evenwicht geleid? Nee. Maar er is wel iets geweest dat de moeite waard was.

Een violist

Als we voortdurend discussiëren over het feit dat we het te druk hebben, waar ligt dat dan aan? Ligt dat aan het feit dat we te veel te doen hebben, dat de samenleving te snel draait, of ligt het aan het feit dat we eigenlijk heel veel dingen najagen en vergeten zijn om de dingen te doen die we eigenlijk graag doen?

Want mocht het alleen zo zijn dat time is money zorgt voor alle ellende, dan kun je de vraag voorleggen, en leg die aan jezelf voor: waarom stouwen we dan onze weekends vol met allerlei activiteiten waar we op maandagochtend nog moeten van uitrusten? Is dat alleen maar omdat de economie ons zo hard voortstuwt? Of slagen we er inderdaad niet in om alleen maar niets te doen en uit te rusten?

Tenzij natuurlijk dat uurtje verveling dat georganiseerd is. Of yoga, of wat dan ook. Maar als we ons de vraag stellen wat ons hier in het leven bij elkaar houdt, waarom we leven, welke zaken we eigenlijk willen doen, dan is mijn pleidooi alvast niet zozeer om niets te doen, maar om op zoek te gaan naar die activiteiten waarin je jezelf herkent. En wat jij voor jezelf als zinvol ervaart, en dat moet iedereen voor zichzelf uitmaken.

Ik ben een marathonloper. Je hoort wel eens mensen vertellen over hun deelname aan marathons. En dan denk ik: hee, dat lijkt niet zo plezierig te zijn. 'Ja, je moet nu eenmaal lopen.' Waarom moet je nu eenmaal lopen? 'Ja, het hoort zo.' Wel, dat is de categorie van het moeten. Als ik morgen ga lopen, dan doe ik dat omdat ik het graag doe. Niet omdat het zo sexy is om vandaag de Mont Ventoux op te klimmen, of een marathon te lopen.

Dat omschrijf ik als rusteloosheid. Dat is die drive, die wil om iets van ons leven te maken. Als het gaat om drukte en verveling en onrust, vergeet dan niet dat andere woordje, rusteloosheid, en denk er goed over na.