In geen enkele situatie heb ik ooit gedacht dat het er beter van zou worden met meer ego. Er is nooit een kamer waar ik meer ego in zou willen. Er is geen enkel lastig probleem dat ego kan oplossen. Het is dat stemmetje in je hoofd dat je toefluistert dat je beter of belangrijker bent dan anderen.

Dat je bijzonder bent, een godsgeschenk voor de mensheid. Die stem in je hoofd die soms positief is, soms negatief. Die je nietszeggende dingen influistert. In mijn boek Ego is de Vijand, probeer ik uit te zoeken hoe je dat superioriteitsgevoel, dat egocentrisme, losmaakt van wat je aan het doen bent. Zodat je je kunt wijden aan het echte werk.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Foto: Freestock.

Want veel van wat je doet, doe je met of voor anderen. Dus als je dan geobsedeerd bent door jezelf, wijst je kompas direct al in de verkeerde richting. Je hoeft geen oorlog te voeren tegen je ego, maar je moet wel zorgen dat je ego uit je werk en je leven houdt.

Ik vergelijk het met vuil op de vloer. Je pakt een bezem en het vuil is weg. Maar je zult moeten blijven vegen, het vuil komt altijd terug. Ego voegt niets toe, het is een negatieve kracht. Het is bijna een soort laagje dat tussen jou en andere mensen in ligt. Als je je van dat laagje ontdoet, kun je je richten op de waarheid en op dingen die er werkelijk toedoen.

Dit is een fragment uit bovenstaand televisieinterview met schrijver en ondernemer Ryan Holiday. Over hoe je ego je in de weg kan zitten, in elke fase van je carrière. Kijken dus.