Laat ik je om te beginnen meteen een illusie armer maken: er is geen magische truc om nooit meer te druk te zijn. Not one tool to rule them all. Nooit meer te druk zijn vraagt lang en hard werk.

Uiteindelijk komt het erop neer jezelf te trainen tot het volgen van simpele, domme regels. Dat blijkt een stuk lastiger dan je denkt.

De principes achter overbelasting zijn eigenlijk heel simpel. In het leven van elk mens bestaat er een balans tussen herstel en belasting. Je doet dingen: projecten, sporten, vrienden zien. En je herstelt van de energie die dat kost, door te slapen, boeken te lezen of uit het raam te kijken. Je laadt je batterij op en ontlaadt hem weer.

Heb je het te druk, dan belast je jezelf te veel of neem je te weinig tijd om te herstellen. Veel ingewikkelder is het niet. De waarom-vraag is wel moeilijker. Waarom neem ik niet genoeg tijd om te herstellen? Waarom is het nodig om mezelf elke keer zo te belasten?

We leven in een maatschappij die veel van ons vraagt, met smartphones, deadlines, constante bereikbaarheid en eindeloze mogelijkheden om jezelf met anderen te vergelijken. Het is makkelijk om externe oorzaken de schuld te geven van jouw drukte en voor een deel zal dat ook kloppen. Ook interessant is het om te vragen: waarom is het soms zo moeilijk grenzen stellen?

In het antwoord is een belangrijke rol weggelegd voor een klein mannetje. Dat persoontje is vaak nog behoorlijk jong, vormt een apart deel van onze persoonlijkheid en leeft in je hoofd.

De tekst gaat verder onder de foto.

Als mijn opdrachtgever vraagt of ik er nog een nieuwe klus bij kan hebben — terwijl ik eigenlijk te veel werk heb en 'nee' moet zeggen — is het dit mannetje dat zegt: 'Kom maar op!' En als ik dan in het weekend eindelijk kan uitrusten, dan is het ditzelfde persoontje dat tegen mij schreeuwt: 'Dit is het moment om te gaan rennen, racefietsen, je moeder bellen, opruimen en een diner geven voor vrienden. En wel nu!'

Dit mannetje is niet zomaar zo onaardig tegen ons. Dat doet hij om ons te beschermen. Een deel van ons wordt namelijk volledig gedreven door schaduw-overtuigingen, ofwel: angst. Het mannetje zorgt ervoor dat onze diepste angsten geen werkelijkheid worden.

Cognitieve gedragstherapie leert ons dat we allemaal overtuigingen hebben over de wereld om ons heen, bijvoorbeeld: 'anderen zijn te vertrouwen' of 'de wereld is een onveilige plek'. Dit hebben we geleerd doordat we dingen hebben meegemaakt in ons leven, zogenaamde leer-ervaringen.

De meeste van deze leer-ervaringen zijn fijn geweest en hebben gezorgd voor positieve opvattingen over onszelf, de ander en de wereld. Maar we maken allemaal weleens iets vervelends mee: buitensluiting op school, een boze of teleurgestelde ouder, vrienden die ons vertrouwen schaden of een stukgelopen relatie. Op dat soort momenten ontstaan schaduw-overtuigingen; negatieve opvattingen over de wereld die we vaak diep wegstoppen. Bijvoorbeeld: 'Ik ben niet goed genoeg' of 'ik blijf alleen over'.

Het is ondenkbaar om als volwassen mens luidkeels je schaduw-overtuigingen te verkondigen. 'Hoi, wat leuk om je te ontmoeten, ik ben bang dat ik door iedereen verlaten word.' Je probeert juist uit alle macht te voorkomen dat deze diepste angsten werkelijkheid worden. Daartoe heeft je hoofd het kleine mannetje in het leven geroepen. Hij zorgt er uit alle macht voor dat jouw schaduw-overtuigingen geen werkelijkheid worden.

Als je een afspraak met een vriendin wilt afzeggen omdat je erg moe bent, dan schreeuwt dat mannetje dat je moet gaan, en voegt in stilte daaraan toe; 'als je niet gaat blijf je uiteindelijk alleen over, ik bescherm je.' Hetzelfde geldt voor presentaties die perfect moeten zijn, feestjes waar je toch maar naar toe gaat en deadlines waar je te hard voor werkt. Het mannetje zweept je op om tot het uiterste te gaan, anders zal je er niet toe doen, door de mand vallen, alleen overblijven of anderen teleurstellen.

De tekst gaat verder onder de foto.

Dit is een belangrijke reden waarom het zo moeilijk is om het niet te druk te hebben. We worden voortdurend opgezweept door deze basale angsten. En daarom zijn regels zo belangrijk. Uiteindelijk heeft het mannetje namelijk het beste met je voor, maar hij neemt het over als er gevaar lijkt te dreigen. Op die momenten — als iets perfect moet zijn, je 'nee' moet verkopen of er een deadline aankomt — heb je iets nodig om het mannetje mee te kunnen controleren. Strenge regels — zoals die ook voor kinderen fijn zijn — kunnen dan een uitkomst bieden. Regels waar het mannetje het mee eens is, die je samen hebt afgesproken, op een rustig moment.

De regels werken op twee manieren. Door strenge afspraken te maken kun je allereerst tegen dat mannetje in je hoofd zeggen: 'Schreeuw wat je wilt - dit hadden we afgesproken en ik ga nu stoppen met werken.' En ten tweede, als het mannetje eenmaal doorheeft dat de regels werken, dan heb je een sterke bondgenoot gevonden om nog meer regels te gaan invoeren waardoor je het steeds minder druk krijgt en misschien zelfs wel energie overhoudt.

Neem je telefoon. Heel handig, maar niet altijd goed voor ons. Het vormt namelijk een constante stroom van afleiding en dat kost onze hersenen veel energie. Als wij een taak doen — bijvoorbeeld een belangrijk rapport lezen — en afgeleid worden, kan het tot wel 25 minuten duren voordat we weer volledig geconcentreerd zijn. Het idee dat we zouden kunnen multitasken tussen onze telefoon en het rapport is een wijdverspreid misverstand. Onze hersenen zijn daar niet toe in staat. Het enige wat wij tijdens het zogenaamde multitasken doen, is steeds van de ene taak naar de andere switchen, met als resultaat dat we voortdurend afgeleid zijn en ons niet kunnen concentreren. Tot overmaat van ramp kost al dat schakelen ook nog eens enorm veel energie.

Het mannetje is er echter wel van overtuigd dat we kunnen multitasken. Een heleboel dingen tegelijk doen geeft je namelijk het gevoel dat je belangrijk bent. En als je dan ook nog eens de hele dag e-mails en berichten krijgt is het mannetje al helemaal tevreden; hij krijgt immers constant de bevestiging dat anderen hem nodig hebben. Heerlijk vindt hij al die aandacht, maar jij gaat er ondertussen langzaam aan kapot.

We hebben daarom regels nodig tegen de verleidingen van onze telefoon, e-mail en multitasken. Volgende week op deze plek daarover meer.