Ik schreef al eerder dat 'lekker zijn' een succesvolle evolutionaire strategie kan zijn. Planten lokken dieren met fruit, noten en andere heerlijkheden. De dieren - dat zijn dus ook mensen - eten de heerlijkheden en verspreiden ongemerkt dan de zaden van de plant. Hoe lekkerder het fruit, hoe meer dieren er op afkomen, des te meer verspreiding en dus meer nakomelingen. Dat is evolutionair succes.

In Sapiens, a Brief History of Humankind schrijft historicus Yuval Noah Harari dat we onterecht denken dat de landbouw begon toen de mens tarwe domesticeerde. Volgens Harari is het eerder andersom, en domesticeerde tarwe de méns. Doordat de mens uitvogelde hoe je van tarwe broodjes kon bakken, verspreidde een simpele wilde grassoort die alleen groeide in een klein deel van het Midden-Oosten zich over de hele wereld. Volgens Harari groeit het nu op zo'n 2,25 miljoen vierkante kilometer wereldwijd. Dat zijn tien Groot-Brittaniës bij elkaar.

Een evolutionair megasucces.

Volgens die redenering zijn kippen veruit de meest succesvolle vogels uit de geschiedenis. Omdat ze zoveel voordelen hebben (ze vliegen niet te ver weg, ze hebben lekker vlees, leggen goede eieren) zijn mensen over de hele wereld kippen gaan fokken. Volgens de Food and Agriculture Organization (FAO) zijn er nu zo'n 21 409 683 000 kippen op de wereld, maar het zijn er ongetwijfeld meer. Naast de officieel getelde kippen zijn er vast ook nog een boel ongetelde kippen, hobbykippen en wilde kippen.

Het doet er niet toe: de aantallen zijn zo groot dat het niet valt te ontkennen. De kip is een evolutionair megasucces.

Harari vraagt zich af of een gemiddelde, individuele kip zichzelf succesvol zou noemen, als ze kon praten. De meeste kippen leven onder niet al te rooskleurige omstandigheden. Vleeskippen worden zo snel mogelijk vetgemest om direct daarna geslacht te worden. En legkippen leven misschien jaren, maar meestal niet op een manier die nou direct aansluit bij hun natuurlijke levenswijze.

Een terechte vraag, maar hetzelfde geldt voor een individuele tarweplant. Als die kon praten, zou die zich dan goed voelen over de industriële manier waarop hij en zijn soortgenoten wereldwijd worden verbouwd?

Zoals Harari schrijft: de evolutie handelt niet in honger of pijn, maar in kopieën van DNA-strengen.